Oefenvragen HG

• Wiskunde
• HBO
• Studiejaar 1

Los deze som rijgend (lege getallenlijn) en splitsend op.
Gebruik daarna een varia-aanpak en benoem deze.
Som: 37+49

Wat is hoofdrekenen? Noem verder vier kenmerken van een goede hoofdrekenaar.

Sem telt vijf snoepjes. Het zijn er vier. Welke fase van tellen toont Sem?

1. akoestisch tellen
2. resultatief tellen
3. a-synchroon tellen
4. verkort tellen

Jay zegt dat hij vier jaar oud is en houdt drie vingers omhoog. Phine zegt dat hij dan drie is. Welke betekenissen van getallen zijn van toepassing?

1. telgetal en naamgetal
2. meetgetal en aantal/hoeveelheid
3. rekengetal en naamgetal
4. aantal/hoeveelheid en rekengetal

Bedenk een splitscontext, die alle splitsingen van 8 uitlokt.

Noem de drie niveaus van rekenen en noem bij elk niveau materiaal dat past bij splitsen in groep 3.

Geef een voorbeeld van een analogiesom en een halveersom.

Welk rekenmateriaal zie je hier?
Wat voor type model past erbij?
Welke rekenaanpak wordt gestimuleerd?

Noem de fases van de reconstructiedidactiek (op volgorde).

Laat zien hoe je met het rechthoekmodel kan tonen hoe de volgende som moet worden berekend: 15x28=

Beschrijf een passende context (zie vorige vraag).