pedagogiek blok 3 les 2 (1).pptx

1 / 41
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 91 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Tijdens de inloop van de les inloggen
via www. lesson up ......
Inlogcode staat linksonderin 

Slide 2 - Slide

Deze week 
Online als klas opstarten 
Terugblik & herhaling

Theorie + opdracht ‘Professionele beroepshouding’
Thieme meulenhoff opdracht 
Klassikale bespreking van de opdracht
Afsluiten en vooruitblikken

Slide 3 - Slide

Terugblik
Wat hebben wij vorige week behandeld in de les?
Heb je de BPV-opdrachten met je werkbegeleider besproken?






Slide 4 - Slide

Hoe ver ben je met de bpv opdrachten?
Heb je met de begeleider de opdrachten besproken?


Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Een veilige basis
In deze periode staat het thema ‘begeleiden in de groep’ centraal.
Je gaat leren hoe je op een professionele manier een veilige basis kunt bieden aan het kind, waardoor het zich kan ontwikkelen.
Je verdiept je in wat een groep eigenlijk is, denk hierbij aan rollen in een groep, groepsnormen en groepsvorming.
Verder maak je kennis met het belang van een goede sfeer in een groep en onderzoek je welke vaardigheden er nodig zijn om dat te bereiken.

Slide 9 - Slide

Wanneer voelt iemand zich veilig ?


Slide 10 - Open question

Waarom is een veilig pedagogisch klimaat belangrijk?

Slide 11 - Open question


Benoem aantal voorbeelden hoe jij ervoor zorgt dat kinderen zich veilig voelen?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Basisbehoeften van een kind 

Slide 14 - Slide

Janne (4) is elke pauze weer bezig met haar jas. Ze wilt de knopen graag zelf dichtmaken, maar dat lukt haar niet. Als alles weer scheef zit, wordt ze boos. De tranen staan in haar ogen. Onderwijsassistent Lonneke loopt naar haar toe en zegt: ‘Weet je wat, ik doe de onderste knoop en dan maak jij de rest dicht van onder naar boven. Ik weet zeker dat het dan wel lukt!’
Welke basisbehoeften zie je terug in het voorbeeld?

Slide 15 - Open question

Zelfbeeld en identiteit
Om goed te kunnen omgaan met anderen is het nodig dat het kind een stevige basis ontwikkelt en zich zeker over zich zelf voelt.​

ZELFBEELD= het beeld dat een kind van zichzelf heeft. ​
Het gezin en omgeving van het kind speelt een belangrijke rol bij het vormen van zijn zelfbeeld.​
Positieve relatie zorgt voor een positief zelfbeeld gewaardeerd en geaccepteerd voelen ​
Een kind met positieve zelfbeeld denkt eerder dat ”Ik kan het”. ​

IDENTITEIT= Wie ben ik? Wat kan ik? Waar ben ik goed in?​
6 jaar ​
Een kind gaat steeds beter beseffen dat het zelf iemand is. ​
Ontwikkeling van een persoonlijke identiteit kan alleen plaatsvinden in contact met anderen. (vrienden

Slide 16 - Slide

Ik ben trots op…..




Ik ben trots op......
Ik voel me blij als……
Dit vind ik mooi aan mijzelf………
Dit heb ik al bereikt en hier ben ik best wel trots op…..
Zo zie ik eruit……
Dit zou ik graag willen leren of kunnen……..

Slide 17 - Open question

Mindmap Opdracht:  Professionele houding 
Goed omgaan met kinderen en ouders is vooral een kwestie van de juiste vaardigheden, houding en eigenschappen.

Door je gedrag laat je zien dat je PROFESSIONAL bent.
Bedenk zo veel mogelijke woorden die bij je opkomen bij het onderwerp ‘ Professionele beroepshouding’.



Slide 18 - Slide

Bedenk zo veel mogelijke woorden die bij je opkomen bij het onderwerp ‘ Professionele beroepshouding’.

Slide 19 - Mind map

Wat zijn interactievaardigheden
Van een pedagogisch werker wordt vooral vaardigheden op het gebied van communicatie verwacht, want in een groep is veel interactie.

Interactie : wisselwerking, wederzijdse invloed

Slide 20 - Slide

Aan de slag
Lees H 3.8. uit het boek : Maak de verwerkingsopdrachten op thieme meulenhoff




Een veilige basis
timer
40:00

Slide 21 - Slide

Afsluiten en vooruitblikken:



Afsluiten:
Wat neem je mee uit deze les?
Welke interactievaardigheid beheers jij al goed?
Vooruitblikken:
Volgende les thema “de groep”



Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Hoe zorg je voor dat een kind zich veilig en prettig voelt in een groep?

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide

Wijze waarop de sfeer wordt geschapen waarin kinderen zich sociaal, emotioneel en intellectueel kunnen ontwikkelen. Wij spreken hiervan:
A
risico analyse
B
Didactisch klimaat
C
Veilig thuis
D
Pedagogisch veilig klimaat

Slide 28 - Quiz

Wat is GEEN voorbeeld van een veilig pedagogisch klimaat
A
Er word goed gewerkt
B
Leerlingen voelen zich op hun gemak en gewaardeerd
C
De docent moet vaak streng optreden
D
Leerlingen dragen bij aan de gang van zaken

Slide 29 - Quiz

Welk pedagogisch principe van de pedagogische medewerker hoort niet bij pedagogisch klimaat
A
Veiligheid en ondersteuning bieden
B
ruimte en grenzen stellen
C
ruimte scheppen voor leren en ontwikkelen
D
verantwoorden van je handelen

Slide 30 - Quiz

Een kind kan zich pas ontwikkelen in een groep als er aan drie basisbehoeften wordt voldaan. Wat zijn de drie basisbehoeften van een kind?

Slide 31 - Open question

Elk kind heeft de behoefte om zich verbonden te voelen met anderen. Je komt daaraan tegemoet door samenwerken en samen spelen te stimuleren. (1. ........)

Elk kind heeft een natuurlijke behoefte aan leren. Je kunt daaraan tegemoetkomen door het kind te bevestigen en aan te moedigen (2....................) Elk kind wil zelf keuzes maken en inbreng hebben. Je helpt een kind daarbij door het de kans te geven zelf problemen op te lossen (3 ....................)

Slide 32 - Open question

Saar is zeven jaar en zit in groep 3 van de basisschool. Het is een rustig kind dat niet op de voorgrond treedt. Ze maakt niet snel zelf contact. Ze kan al aardig lezen voor haar leeftijd, maar Saar heeft moeite met rekenen.
Op welke manier kun je Saar als onderwijsassistent zo goed mogelijk helpen bij haar ontwikkeling?

Slide 33 - Open question

In je werk wordt van jou als pedagogisch werker een professionele beroepshouding verwacht.

Wat is een professional?

Slide 34 - Open question

Bedenk in vijf minuten zo veel mogelijk woorden die bij je opkomen bij het onderwerp ‘professionele beroepshouding’.

Slide 35 - Mind map

Van een pedagogisch werker worden vooral vaardigheden op het gebied van communicatie verwacht, want in een groep is veel interactie. Wat zijn interactievaardigheden?
A
Vaardigheden die kinderen moeten beheersen voordat ze naar de basisschool gaan
B
Toetsen die kinderen moeten maken om zo hun niveau te kunnen bepalen
C
Vaardigheden die mensen gebruiken in de omgang met elkaar
D
Het goede antwoord staat er niet tussen

Slide 36 - Quiz

Verdiepende opdracht 
In de kinderopvang  maken kinderen deel uit van een groep. Jij maakt als volwassene in je werk en privé ook deel uit van verschillende soorten groepen en zult in je toekomstige beroep groepen gaan begeleiden.

Maak de opdrachten.

  • Maak een woordcirkel van de verschillende soorten groepen waar je deel van uitmaakt.
  • Kies willekeurig drie groepen. Welke rol speel jij als groepslid in elk van die groepen?
  • Wat heb je nodig om je in een groep veilig en prettig te voelen?
  • Welke leerkracht of andere pedagogisch professional heeft op jou in je jeugd de meeste indruk gemaakt? Leg uit waarom je je juist diegene nog steeds herinnert.
  • Schets een beeld van jouw sterke kanten als begeleider van een groep. Beschrijf die in steekwoorden.
  • Wissel met een studiegenoot de steekwoorden uit. In hoeverre herkennen jullie van elkaar het geschetste beeld? Welke aanvullingen kunnen jullie elkaar geven?
  • Welke eigenschappen moet je nog ontwikkelen om groepen op een goede manier te kunnen begeleiden?







Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide