This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Le programme d'aujourd'hui:
Vandaag: Herhalen stof, aangeven wat nog oefenen
1. M.O
2 . Uitleg: Herhalen van METTRE en WW-ER
3. Maken: opdr. 8A t/m 8 C
Slide 1 - Slide
LEERDOELEN:
- WW- mettre kunnen vervoegen
in de présent en de passé composé
-WW- ER
-Opdrachten maken
Slide 2 - Slide
Werkwoorden op ER
Uitleg
https://youtu.be/XmuxBTz5bmE
Slide 3 - Slide
Grammaire I: t.t. van regelmatige ww op -er
De uitgangen:
je regarde = ik kijk tu regardes = jij kijkt il/elle/on regarde = hij/zij/men kijkt nous regardons = wij kijken vous regardez = jullie kijken/ u kijkt ils/elles regardent = zij kijken
Slide 4 - Slide
Maak de passé composé van mettre af: dus..
J'ai ... - ik heb gelegd Tu .. ... Il ... ... Vous
Slide 5 - Open question
Werkwoord Mettre
Uitleg
https://youtu.be/XmuxBTz5bmE
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
stopwatch
00:00
Zet hieronder het onderwerp (je, tu, etc) begin met ik, dan jij, hij, zij, men, wij, jullie/u, zij
Zet hieronder de persoonsvorm van mettre in de présent, zo dat deze hoort bij het juiste onderwerp. Bijv. je mets
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils/elles
mets
mets
met
met
met
mettons
mettez
mettent
Slide 9 - Drag question
Wat is: hij heeft gezet
timer
1:00000
A
elle met
B
il a mis
C
ils ont mis
D
il met
Slide 10 - Quiz
Wat is: jullie hebben gelegd
timer
1:00
A
ils ont mis
B
nous avons mis
C
vous avez mis
D
vous mettez
Slide 11 - Quiz
Wat is: zij hebben gelegd
timer
1:00
A
elles ont mis
B
elle a mis
C
il a mis
D
ils ont mis
Slide 12 - Quiz
wat is: Ik leg
timer
1:00
A
j'ai mis
B
tu as mis
C
tu mets
D
je mets
Slide 13 - Quiz
Grammaire I: t.t. van regelmatige ww op -er
Onregelmatige ww Regelmatige ww Veranderen van vorm Er is een regel bijv. - être = zijn - (bijna) alle ww eindigen op - avoir = hebben -er bijv. (regarder, chercher, aimer, etc.)
Slide 14 - Slide
Welke Franse werkwoorden op -er ken ik al?
Slide 15 - Mind map
Grammaire I: t.t. van regelmatige ww op -er
Hoe vervoeg ik werkwoorden op -er? 1. Pak het hele werkwoord BV: regarder
2. Haal -er van het werkwoord af, de stam blijft over BV: regard
3. Plak de goede uitgang erachter
Slide 16 - Slide
WERKWOORD OP -ER
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Hoe maak je passé composé bij regelmatige ww op -er?