Goederen- en dienstenstroom

THEMA 2
goederen- en dienstenmarkt
1 / 31
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

THEMA 2
goederen- en dienstenmarkt

Slide 1 - Slide

Weekend
  • op café
  • op restaurant
  • naar de cinema
  • naar het zwembad
  • ... 

Slide 2 - Slide

behoeften

Slide 3 - Slide

Economische behoefte
Niet-economische behoefte
= kun je bevredigen door goederen of diensten te kopen.
= kun je niet bevredigen door iets te kopen.

Slide 4 - Drag question

vriendschap
A
economische behoefte
B
niet economische behoefte

Slide 5 - Quiz

vakantie aan zee op hotel
A
economische behoefte
B
niet-economische behoefte

Slide 6 - Quiz

soorten behoeften
  1. levensnoodzakelijke behoeften
  2. niet-levensnoodzakelijke behoeften
  3. luxebehoeften

Slide 7 - Slide

eten
A
levensnoodzakelijke behoeften
B
niet-noodzakelijke behoeften
C
luxebehoeften

Slide 8 - Quiz

liefde
A
levensnoodzakelijke behoeften
B
niet-noodzakelijke behoeften
C
luxebehoeften

Slide 9 - Quiz

uitgaan
A
levensnoodzakelijke behoeften
B
niet-noodzakelijke behoeften
C
luxebehoeften

Slide 10 - Quiz

op vakantie in NY
A
levensnoodzakelijke behoeften
B
niet-noodzakelijke behoeften
C
luxebehoeften

Slide 11 - Quiz

primaire behoeften
secundaire behoeften
Tertiaire behoeften
luxebehoeften
levensnoodzakelijke behoeften
niet-noodzakelijke behoeften

Slide 12 - Drag question

Wat zijn goederen?
+ voorbeeld

Slide 13 - Mind map

Wat zijn diensten?
+ voorbeeld

Slide 14 - Mind map

Producten
= goederen en diensten

Slide 15 - Slide

goederen
gebruiksgoederen versus verbruiksgoederen

Slide 16 - Slide

Is een zak chips een gebruiksgoed?
Ja
Nee

Slide 17 - Poll

Is voetbalschoenen een gebruiksgoed?
Ja
Nee

Slide 18 - Poll

brood
A
individuele goederen
B
collectieve goederen

Slide 19 - Quiz

sporthal
A
individuele goederen
B
collectieve goederen

Slide 20 - Quiz

individuele goederen
= Het product dat jij koopt, kan niemand anders kopen.

Slide 21 - Slide

collectieve goederen
of publieke goederen
= Dit zijn producten die zowel door jou als door anderen gebruikt kunnen worden.

Slide 22 - Slide

Weekend
  • op café
  • op restaurant
  • naar de cinema
  • naar het zwembad
  • ... 

Slide 23 - Slide

Kan je altijd al je behoeften bevredigen ?


JA/NEE

Slide 24 - Slide

schaarste 
= je kan niet aan al je behoeften voldoen

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Wat is het verschil tussen welvaart en welzijn?

Slide 27 - Open question

Vraagcurve

Slide 28 - Slide

Wat zijn factoren die de vraag beïnvloeden?

Slide 29 - Mind map

inkomen van de consument daalt, wat zal er gebeuren met de vraag?
A
toenemen
B
afnemen

Slide 30 - Quiz

De prijs van een complementair goed neemt af, wat zal er gebeuren met de vraag?
A
toenemen
B
afnemen

Slide 31 - Quiz