Kinderziektes: wat moet een MBO niveau 2 student weten?

• Theorie
• MBO
• Studiejaar 2

Kinderziektes

Leerdoel

Aan het einde van deze les kan jij vier verschillende kinderziektes uitleggen.

Vertel de studenten wat zij zullen leren in deze les.

Wat is het verschil tussen een bacterie en een virus?

Welke inentingen krijgen jonge kinderen?

Wat weet jij al over kinderziektes?

Wat zijn kinderziektes?

Kinderziektes zijn ziektes die vooral bij kinderen voorkomen.

Leg de definitie van kinderziektes uit.

Kinkhoest is een besmettelijke ziekte van keel, luchtpijp en neus die wordt veroorzaakt door de Bordetella pertussis bacterie. De zieke heeft heftige hoestaanvallen.

Mazelen

Mazelen is een zeer besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een virus.

Leg uit wat mazelen is, hoe het zich verspreidt en wat de symptomen zijn.

Rodehond

Rodehond is een virale infectie die gekenmerkt wordt door een rode uitslag.

Leg uit wat rodehond is, hoe het zich verspreidt en wat de symptomen zijn.

Waterpokken

Waterpokken is een zeer besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een virus.

Leg uit wat waterpokken is, hoe het zich verspreidt en wat de symptomen zijn.

Bof

Bof is een virale infectie die de speekselklieren aantast.

Leg uit wat bof is, hoe het zich verspreidt en wat de symptomen zijn.

Wist je dat?

Wist je dat mazelen ernstige complicaties kan veroorzaken?

Geef een interessant feitje om de studenten geïnteresseerd te houden.

Opdracht

Kies een van de vier kinderziektes en maak een korte presentatie waarin je uitlegt wat het is, hoe het zich verspreidt en wat de symptomen zijn.

Geef de opdracht aan de studenten en geef aan hoeveel tijd ze hiervoor krijgen.

Bedenk zo veel mogelijk redenen waarom je een kind wel of niet zou moeten inenten.​
Bedenk zo veel mogelijk redenen waarom je een kind wel of niet zou moeten inenten.​

Je mag internet gebruiken.​

Schrijf je belangrijkste reden op een a4 met zwarte stift

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.