debatteren - week 4

debatteren 
week 4 - les 1
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

debatteren 
week 4 - les 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

vandaag:
Bespreken opdracht coverwork
Herhalen: welke argumenten moet je gebruiken?
drogredenen: uitleg + opdrachten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

doelen:
Je weet wat een drogreden is.
Je kunt verschillende soorten drogredenen noemen.
Je kunt soorten drogredenen herkennen en gebruiken.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Bespreken opdracht coverwork

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Herhalen: welke argumenten moet je gebruiken?

Wat zijn sterke argumenten? 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

drogredenen: uitleg + opdrachten
Een drogreden is geen sterk argument, want bij een drogreden klopt er iets niet in de argumentatie. De argumentatie lijkt goed, maar klopt niet.
Mensen die drogredenen gebruiken, willen je manipuleren.
Door op drogredenen te letten, kun je zwakke argumentatie ontdekken.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

soorten drogredenen
1. overhaaste generalisatie

voorbeeld:
Zie je wat dat blonde meisje geantwoord heeft? Zie je wel, alle blonde meisjes zijn dom.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

2.  Cirkelredenering

voorbeeld: 
Ik vind het pretpark heel leuk, want alles wat je er kunt doen is leuk.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

3. persoonlijke aanval

voorbeeld:
Jij weet helemaal niks over gezond eten. Jij bent zelf veel te zwaar!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

4. Het ontduiken van bewijslast

voorbeeld:
Natuurlijk moeten we meer bewegen, geef me één goede reden om dit niet te doen?!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

5. Het bespelen van publiek

voorbeeld:
U bent natuurlijk allemaal slim genoeg om mijn standpunt te begrijpen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

6. Onjuist beroep op autoriteit

voorbeeld:

De economie is alleen nog te redden als de Nederlandse staat eigenaar wordt van alle banken. Gordon zei dit gisteren nog op tv!

Slide 12 - Slide

oefeningen:
https://www.cambiumned.nl/lezen-schrijven-en-spreken/spreken/
kopiëren plakken
opdracht 1
Welke drogreden herken je? Leg uit waarom.
1. Het is waar, want ik heb het op Twitter gelezen.
2. Dat weet iedereen. Ik hoef dat toch niet uit te leggen?
3. Ik ben de directeur, omdat ik het voor het zeggen heb.
4. Wat weet jij nou van politiek?
5. Hij heeft een onvoldoende dus de hele klas zal ook een slecht punt hebben.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

opdracht 2
De klas verdelen we in twee delen --> 1 groep voor, 1 groep tegen. Bereid in je groep argumenten voor of tegen de stelling voor.
Let op: je moet drogredenen gebruiken!
10 - 15 min voorbereiden
Daarna: argumenten beluisteren. Welke drogredenen worden er gebruikt?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Stelling:
Voetbalsupporters die geweld gebruiken moeten een levenslang stadionverbod krijgen.

Tijdens het luisteren: noteer welke drogredenen de groep gebruikt. Naderhand klassikaal bespreken.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

debatteren 
week 4 - les 2

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

vandaag:
Herhalen vorige les
Hoe bouw je een argument op?
opdrachten 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

doelen:
Je weet hoe je een argumentatie moet opbouwen.
Je kunt een argumentatie opbouwen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

herhalen vorige les
Welke drogredenen zijn er?
Waarom is het belangrijk om op drogredenen te letten?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hoe bouw je een argument op?
Je gebruikt wanneer je schrijft of spreekt het AUB-model.
Argument: je noemt een één zin wat je argument is.
Uitleg: geef uitleg waarom je argument klopt. Geef hier je subargumenten.
Bewijs: waarop baseer je je argument? Noem een autoriteit, onderzoek, feiten of een voorbeeld

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

voorbeeldje
Stelling: Schoolkantines moeten alleen gezond eten verkopen.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

voorbeeldje - tegenargument + weerlegging
Stelling: Het OV moet niet gratis worden in Nederland.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

voorbeeldje:
Stelling: De Efteling is het leukste pretpark van Nederland.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

opdracht 1 (10 min, in groepjes)
Vul het model verder in (je mag internet gebruiken!):
Stelling: Het is beter als leerlingen op school in hun schrift schrijven en niet op hun laptop.
A: Dat leidt tot betere leerprestaties.
U:....
B:.....

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

opdracht 2
Werk in je groepje.
Je krijgt een stelling. Beslis of jullie vóór of tegen zijn.
Bedenk samen sterke argumenten en bouw die op volgens AUB. Je mag internet gebruiken.
uiteindelijk (vandaag of volgende les) bespreken.
Gebruik steekwoorden/bulletpoints. Je hoeft geen hele zinnen te gebruiken. Je hoeft ze uiteindelijk alleen te vertellen.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

stelling:
Het telefoonverbod op de ISE is een goed idee.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

bespreken opdracht 
Eind van de les/begin volgende les: argumenten delen met de rest van de klas.
Zijn de argumenten sterk en goed opgebouwd? 
Worden er drogredenen gebruikt?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

debatteren 
week 4 - les 3

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

vandaag:
Indien nodig: bespreken opdracht vorige les
Schrijfopdracht

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

doel:
Je kunt een argumentatie opbouwen in een tekst.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

bespreken opdracht 
Eind van de les/begin volgende les: argumenten delen met de rest van de klas.
Zijn de argumenten sterk en goed opgebouwd? 
Worden er drogredenen gebruikt?

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

voor we aan de slag gaan...
Welke signaalwoorden kun je gebruiken als je meerdere argumenten geeft?
Welke signaalwoorden kun je gebruiken om een reden aan te geven?
Want/omdat

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Schrijfopdracht - 30 min.
Stelling: ouders moeten hun kinderen verbieden energiedrankjes te drinken.
Sommige duo's  voor, andere duo's tegen
Bedenk minstens 2  mogelijk argumenten en schrijf die op volgens het AUB-model. Werk ze netjes uit op papier. Gebruik de signaalwoorden. Je mag internet gebruiken (bron, info/voorbeeld).

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

vervolg opdracht..
In je duo.
Lees de tekst en vul het feedbackformulier in.
ongeveer 20 minuten
Daarna kun je de feedback bekijken
klassikaal: bespreken (gegeven & gekregen feedback)

Slide 34 - Slide

This item has no instructions