5.5 Energiegebruik

Energiegebruik
Hoofdstuk 5
Paragraaf 5
HAVO VWO 2 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
W&TMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Energiegebruik
Hoofdstuk 5
Paragraaf 5
HAVO VWO 2 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1. Ik kan met de begrippen serie- en parallelschakelingen uitleggen hoe een botsautootje werkt.
2. Ik kan het begrip ‘vermogen’ in eigen woorden uitleggen.
3. Ik kan in eigen woorden uitleggen wat een kilowattuurmeter is.
4. Ik kan in verschillende situaties het energieverbruik berekenen.
Energieverbruik = vermogen x tijd 
E = P x t
5. Ik kan in verschillende situaties de kosten van het energieverbruik berekenen.
Kosten energieverbruik = energieverbruik x kWh-prijs 
€ = E x €0,23 (actueel)
6. Ik kan in eigen woorden uitleggen wat een dubbeltariefmeter is.

Slide 2 - Slide

Schrijf hier de eerder geleerde formules op.

Slide 3 - Open question

Een botsauto
  • Een botsauto gebruikt een schakeling om in beweging te komen.
  • In deze schakeling is een schakelaar gezet. Het pedaal. Het pedaal staat open tot je hem met je voet indrukt. De stroomkring zal dan sluiten.
  • De stroom zal door de elektromotoren via de metalen wielen en de stalen vloer terug naar de spanningsbron gaan. Op deze manier zal de botsauto rijden.
  • De botsauto zal ook snel weer stoppen, wanneer je jouw voet van het pedaal afhaalt. De motor is in serie geschakeld met de motor. Als er geen stroom door de pedaal gaat, komt er ook geen stroom door de motor.
  • Jij zult hierdoor gaan stoppen. Andere botsauto's blijven rijden. Zij hebben een eigen stroomkring, maar zijn wel parallel op dezelfde spanningsbron aangesloten. 

Slide 4 - Slide

Teken in jouw schrift de stroomkring van één botsauto.

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Energieverbruik
  • Het energieverbruik heeft te maken met het soort apparaat en de tijd dat het apparaat aanstaat. 
  • Een elektrische kachel gebruikt bijvoorbeeld meer energie dan een klok, wanneer die dezelfde tijd aanstaat.
  • Hoe meer energie een apparaat gebruikt, hoe meer elektronen door het apparaat moeten. De stroomsterkte is dus groter
  • Je zou ook meer spanning over het apparaat kunnen zetten. Dan heeft je de elektronen meer energie mee.

Slide 7 - Slide

Vermogen
De hoeveelheid elektrische energie die een apparaat per seconde gebruikt is het vermogen van een apparaat. 
De eenheid van vermogen is Watt (W)

Ken je hem nog?
P = U x I?

Slide 8 - Slide

Op een plaatje van een boormachine staat 230V/1,6A. Bereken het vermogen van de boormachine.

Slide 9 - Open question

Energieverbruik 
Het energieverbruik meet je met een kilowattuurmeter. 
De meters geeft het energieverbruik in kilowattuur (kWh) aan.

De meeste gezinnen in Nederland gebruiken ongeveer 3500 kWh per jaar. 
Ga eens uitzoeken hoeveel kWh jullie per dag verbruiken?

Slide 10 - Slide

Energieverbruik
Het energieverbruik van apparaten kun je berekenen door: 

Energieverbruik = vermogen x tijd
E = P x t
kWh = kW x h

Je hebt dus het vermogen en de tijd dat het apparaat aanstaat nodig.

Slide 11 - Slide

Een iPad staat gemiddeld 8 uur per dag aan.
Een iPad heeft een vermogen van 12 W. Bereken het energieverbruik van de iPad.

Slide 12 - Open question

Energiekosten
Per jaar moet je één keer de meterstand doorgegeven. 
Een energiebedrijf berekent wat je moet betalen. 
1 kWh kost tussen de 0,20 en 0,25 euro

Je hoeft niet alles in een keer te betalen. Iedere huishouden betaald per maand een voorschot. Na een jaar komt er een eindafrekening.

Slide 13 - Slide

Energiekosten berekenen
Kosten = Energieverbruik x Prijs
Kosten = E x 0,22
Kosten = P x t x 0,22

Slide 14 - Slide

Een computer van 200W staat 6 uren aan. Bereken de kosten van het energieverbruik.

Slide 15 - Open question

Dubbeltarief
  • Veel huishoudens hebben een dubbeltarief. 
  • Dubbeltarief betekent, dat dat het energiebedrijf een dag en een nacht tarief gebruiken (piek- en een daltarief).

  • Je hebt dan 2 meters. De meters werken beide op een ander tijdstip. 
  • 's avonds en 's nachts betaal je minder voor elektrische stroom dan overdag. 
  • De tijdstippen, waarop de tarieven ingaan, hangen af van de regio waarin je woont. 

  • Door goed na te denken wanneer je apparaten aanzet, hoef je minder te betalen.


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Huiswerk
Hoofdstuk 5
Paragraaf 5
Maken opdracht 
2 t/m 24

Slide 18 - Slide