SSM - 8/11 - H2 Vroeger - Lezen - les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 3

Welkom

• Telefoon op stil in de (telefoon)tas;
• Meld je alvast aan voor deze LessonUp (code onderin).

• Geen telefoons.
  
• Gebruik je iPad alleen als dat nodig is.
  
• Als de docent aan het woord is, is de rest van de klas stil.
  
• Als een klasgenoot aan het woord is,
  is de rest van de klas stil.
  
• Kortom, we luisteren naar elkaar en weten wanneer we mogen praten.

De regels tijdens de lessen Nederlands

Check-In
Hoe voel je je op dit moment?

😒🙁😐🙂😃

Dagopening

Dagopening Week van de respect:

Waar zouden we meer respect voor moeten hebben?

Aan het einde van de les:

- weet ik wat tekstdoelen zijn;

- weet ik welke tekstsoorten passen bij de tekstdoelen.

Programma             45 minuten

Dagopening

Doelen

Startopdracht

Instructie

Toepassen

Check-out

 5 minuten

 5 minuten

10 minuten

10 minuten 

10 minuten

 5 minuten

Startopdracht

Welke tekstdoelen ken je?

Welke tekstsoorten ken je?

Wat?	Hoofdstuk 2: Vroeger (blz. 40-41) Lezen Startopdracht
Hoe?	in tweetallen.
Hulp	Steek je vinger op als je iets niet begrijpt. We maken de opdrachten samen, dus zorg dat je bij blijft.
Tijd	Vijf minuten.
Klaar?	Lees de theorie.

Startopdracht (2tallen)

Programma

Startopdracht

Instructie

Toepassen

Check-out

Instructie 

Instructie

Tekstdoelen

Wat: De schrijver wil iets bereiken met de tekst, hij heeft een doel.

Programma

Instructie

Toepassen

Check-out

In stilte

Tekstdoel	De schrijver wil...	Tekstsoort
Informeren	... dat je iets te weten komt.	nieuwsbericht, artikel in krant of tijdschrift, schoolboektekst
Overtuigen	... dat je dezelfde mening als de schrijver krijgt.	reactie op een website/Insta of ingezonden brief
Instrueren	... uitleggen hoe je iets moet doen.	recept, handleiding, gebruiksaanwijzing
Acitiveren	... dat je iets gaat doen.	reclametekst of advertentie
Adviseren	... je raadt geven.	folder (van bijv. de apotheek).
Amuseren	... je vermaken.	strip, mop, cabarettekst, verhaal.

Instructie

Publiek

Wat: Om het tekstdoel te bereiken, moet de schrijver rekening houden met de groep voor wie hij schrijft, het publiek. 

Hoe: Aan het onderwerp, de bron, de lay-out en het taalgebruik kun je zien voor welk publiek de tekst bedoeld is.

Programma

Instructie

Toepassen

Check-out

In stilte

Bekijk afbeelding 1

Vraag 1: Wat is het doel van deze afbeelding?

1. amuseren
2. informeren
3. instrueren
4. adviseren

Vraag 2: Voor welk publiek is afbeelding 1?

1. kinderen
2. jongeren
3. volwassenen

Bekijk afbeelding 2

Vraag 3: Wat is het doel van deze afbeelding?

1. amuseren
2. informeren
3. instrueren
4. adviseren

Vraag 4: Voor welk publiek is afbeelding 2?

1. kinderen
2. jongeren
3. ouderen

Bekijk afbeelding 3

Vraag 5: Wat is het doel van deze afbeelding?

1. amuseren
2. informeren
3. instrueren
4. adviseren

Vraag 5: Voor welk publiek is afbeelding 3?

1. kinderen van de basisschool
2. kinderen van de middelbare school

Bekijk afbeelding 4

Vraag 7: Wat is het doel van deze afbeelding?

1. amuseren
2. informeren
3. instrueren
4. adviseren

Vraag 8: Voor welk publiek is afbeelding 4?

1. obers
2. hobbykoks

Toepassen

Wat?	Hoofdstuk 2: Vroeger (blz. 50-51) Lezen Opdracht 2
Hoe?	in je schrift.
Hulp	Steek je vinger op als je iets niet begrijpt.
Tijd	10 minuten.
Klaar?	Maak een start met opdracht 2, 3 4. Extra uitdaging? Maak de steropdracht!

Opdracht (individueel)

Programma

Toepassen

Check-out

Evaluatie

Welke tekstdoelen ken je?

Welke tekstsoorten ken je?

Doelen bereikt?

Aan het einde van de les:

- weet ik wat tekstdoelen zijn;

- weet ik welke tekstsoorten passen bij de tekstdoelen.

Programma

Check-out

Volgende les

Hoofdstuk 2 - Lezen:

- oefenen met de stof 

- verlengde instructie