H 8.2 Eenheden van lengte

Wat gaan we deze les doen?


- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
1 / 15
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we deze les doen?


- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 1 - Slide

Terugblik
Ik weet wat eenheden zijn. 
Ik ken de afkortingen van de meest voorkomende eenheden. 
Ik ken de waarden van de woorden: kilo = 1000, hecto = 100, deca = 10, deci = 0.1, centi = 0.01, milli = 0.001. 
Ik weet wat grootheden en eenheden zijn. 
Ik kan grootheden en eenheden aan elkaar koppelen. 

Slide 2 - Slide

Welke eenheden horen bij de grootheid lengte?
Gebruik afkortingen.

Slide 3 - Open question

Welke eenheden horen bij de grootheid gewicht?
Gebruik afkortingen.

Slide 4 - Open question

Welke waarde hoort bij
kilo?
A
1000
B
100
C
10
D
0,1

Slide 5 - Quiz

Welke waarde hoort bij
hecto?
A
1000
B
100
C
10
D
0,1

Slide 6 - Quiz

Welke waarde hoort bij
deci?
A
1000
B
100
C
10
D
0,1

Slide 7 - Quiz

Welke waarde hoort bij
milli?
A
0,1
B
0,01
C
0,001
D
0,0001

Slide 8 - Quiz

Doelen van deze les
- Ik ken de eenheden van lengte.
- Ik kan de eenheden van lengte omrekenen. 
- Ik kan met de eenheden van lengte, in een contextsom,     
   rekenen. 
- Ik kan omtrek uitrekenen en hier de juiste lengte-eenheid       aan koppelen. 
- Ik ken de Engelse lengte-eenheden mile, yard, foot, inch. 

Slide 9 - Slide

Eenheden van lengte (blz. 78)

Slide 10 - Slide

Opdracht 15 (blz. 82)


 









aantal
240









aantal







a. 5 km = ... m
b. 3 m = ... cm
c. 4 dm = ... cm
d. 3000 cm = ... m
e. 7000 m = ... km
f. 8000 mm = ... cm

Slide 11 - Slide

Opdracht 18 (blz. 83)
Clayton heeft een fietscomputer.
Thuis staat de computer op 247,2 km.
Als hij op school komt, staat de computer op 259,7 km.

18. Hoe ver woont Clayton van school?

 









aantal
240









aantal







Slide 12 - Slide

Opdracht 19 en 20 (blz. 83)
Clayton maakt een omweg als hij naar huis fietst. 
Hij fietst 4,3 km meer


19. Wat is de afstand die hij nu fietst?
20. Schrijf de nieuwe stand op van de fietscomputer.

 









aantal
240









aantal







Slide 13 - Slide

Opgaven maken
 
H 8.2
Opdrachten
14, 16, 17, 22, 23, 24

Kopie: 21, 22

Slide 14 - Slide

Huiswerk

H 8.2
Opdrachten
14, 16, 17, 22, 23, 24

Kopie: 21, 22
timer
20:00

Slide 15 - Slide