This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Nectar Hoofdstuk 1
Onderzoek je binnenste
§ 1 Ontdek je binnenste
Slide 1 - Slide
Wat betekenen de kleuren in LessonUp?
Blauw: terugblik/ oefenvragen
Groen: aantekeningen
Rood: maakwerk
Slide 2 - Slide
Leerdoelen:
je kan uitleggen hoe je lichaam er van binnen uit ziet.
Je kan uitleggen wat cellen, organen, orgaanstelsels en organismen zijn.
je kan uitleggen uit welke delen organen zijn opgebouwd
Slide 3 - Slide
Waaruit bestaan organismen?
- organisme
- orgaanstelsel
- orgaan
- cel
Slide 4 - Slide
Leerdoel: Je kunt de verschillende orgaanstelsels benoemen
Bloedvatenstelsel
Skelet/ Beenderstelsel
Zenuwstelsel
functie
Vervoeren van bloed door het lichaam
functie
Vorm en stevigheid voor het lichaam.
Bescherming en aanhechting van pezen.
functie
Communicatie tussen organen en aansturing door de hersenen
Slide 5 - Slide
waaruit bestaat je lichaam?
het hele lichaam bestaat uit organen
Veel organen zitten in je lichaam, maar ook van buiten
Elk orgaan heeft een eigen taak (functie)
Slide 6 - Slide
Cellen
Er zijn verschillende soorten cellen.
Slide 7 - Slide
Organisme: alles dat leeft!
Slide 8 - Slide
Inzoomen: orgaanstelsel (een organisme bestaat uit orgaanstelsels)
Slide 9 - Slide
Nog verder inzoomen: Orgaan, (Orgaanstelsels bestaan uit organen)
Slide 10 - Slide
Nog verder inzoomen: Weefsels, (Organen betaan uit weefsels)
Slide 11 - Slide
Nog verder inzoomen: cellen, (Weefsels bestaan uit cellen)
Slide 12 - Slide
Aan het werk
Maak opdracht 1 t/m 7 op blz.9
Slide 13 - Slide
Les 2
Slide 14 - Slide
Zet op volgorde van groot naar klein
groot
klein
organenstelsel
cel
organisme
orgaan
Slide 15 - Drag question
Welke stelsels zie je?
A
bloedvatenstelsel zenuwstelsel
B
bottenstelsel zenuwstelsel
C
verteringsstelsel spierstelsel
D
je ziet alleen organen, geen stelsels
Slide 16 - Quiz
De lever hoort bij
A
bottenstelsel
B
zenuwstelsel
C
bloedvatenstelsel
D
verteringsstelsel
Slide 17 - Quiz
nummer 5
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag
Slide 18 - Quiz
Bij welk stelsel hoort dit orgaan
A
Uitscheidingsstelsel
B
Spijsverteringsstelsel
C
Bloedvatenstelsel
D
Ademhalingsstelsel
Slide 19 - Quiz
nummer 2
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag
Slide 20 - Quiz
Aan de slag
practicum organen in je lichaam
Slide 21 - Slide
Les 3
Slide 22 - Slide
Orgaan
Organisme
Orgaanstelsel
Slide 23 - Drag question
Opdracht:
Sleep de organen naar de juiste plek in de torso.
Slide 24 - Drag question
Organismen
cel
Organenstelsel
orgaan
Slide 25 - Drag question
Hierboven zie je een torso zoals in het biologielokaal. Een aantal organen zijn ernaast neergelegd. Sleep de namen van de organen naar het juiste orgaan.
Nier
Longen
Lever
Luchtpijp
Dunne darm
Slide 26 - Drag question
Leerdoelen:
je kan uitleggen hoe je lichaam er van binnen uit ziet.
Je kan uitleggen wat cellen, organen, orgaanstelsels en organismen zijn.
je kan uitleggen uit welke delen organen zijn opgebouwd
Slide 27 - Slide
Cellen
Cellen zijn bouwstenen van organismen.
Alles wat leeft bestaat uit cellen.
Er zijn veel verschillende type cellen. Ook al verschilt hun vorm, de bouw van cellen is grotendeels gelijk.
Het lichaam van een mens bestaat uit wel 30 biljoen cellen.
Slide 28 - Slide
Cellen
Je lichaam bestaat uit miljarden cellen.
Deze werken allemaal samen om je lichaam te laten werken