H12 Dieren en planten - paragraaf 12.2 ademhalen

12.2 Ademhalen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

12.2 Ademhalen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Je kunt beschrijven hoe insecten ademhalen 
- Je kunt beschrijven hoe vissen ademhalen 
- Je kunt uitleggen hoe planten ademhalen en zuurstof maken

Slide 2 - Slide

Introduceer de leerdoelen en benoem dat deze aan het eind van de les bereikt zullen worden
Wat weet je al over de ademhaling van insecten, vissen en planten?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Ademhaling van insecten
Insecten ademen door kleine gaatjes in hun lichaam, genaamd stigma. Deze spigma's zijn verbonden met buisjes, tracheeën genaamd, die zuurstof naar de cellen in hun lichaam brengen en koolstofdioxide naar buiten.

Slide 4 - Slide

Vertel kort over de ademhaling van insecten en laat eventueel een afbeelding zien
Ademhaling van vissen
Vissen ademen door middel van kieuwen. De kieuwen nemen zuurstof op uit het water en geven koolstofdioxide af. Aan de buitenkant van de kiew zit een kieuwdeksel, die beschermd de kiewen.

Slide 5 - Slide

Leg uit hoe de ademhaling van vissen werkt en laat eventueel een afbeelding zien
Ademhaling van vissen
Een kiew bestaat uit kieuwplaatjes. In een kieuwplaatje zitten veel bloedvaatjes.
Zuurstof gaat vanuit het water naar het bloed in de kiewplaatjes.
Koolstofdioxide gaat vanuit het bloed naar het water.

Slide 6 - Slide

Leg uit hoe de ademhaling van vissen werkt en laat eventueel een afbeelding zien
Ademhaling van planten
Planten ademen door middel van kleine openingen in hun bladeren, huidmondjes genaamd. Tijdens de fotosynthese nemen ze koolstofdioxide op en produceren ze zuurstof.

Slide 7 - Slide

Vertel kort over de ademhaling van planten en leg uit hoe fotosynthese werkt
Functie van ademhaling
De functie van ademhaling is om zuurstof op te nemen en koolstofdioxide af te geven. Dit is belangrijk voor de energiehuishouding van het lichaam.

Slide 8 - Slide

Benadruk de functie van ademhaling en waarom het belangrijk is
Hoe ademen planten?
A
Door hun neus
B
Door middel van huidmondjes in hun bladeren
C
Door middel van kieuwen
D
Door kleine gaatjes in hun lichaam genaamd stigma

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van ademhaling?
A
Voedsel opnemen en afvalstoffen afgeven
B
Lucht zuiveren
C
Water opnemen en koolstofdioxide afgeven
D
Zuurstof opnemen en koolstofdioxide afgeven

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoe ademen vissen?
A
Door kleine gaatjes in hun lichaam genaamd stigma
B
Door huidmondjes in hun bladeren
C
Door hun neus
D
Door middel van kieuwen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn tracheeën?
A
Kleine openingen in bladeren
B
Buisjes die zuurstof naar de cellen brengen
C
Kieuwplaatjes in een kiew
D
Een type insecten

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hoe ademen insecten?
A
Door huidmondjes in hun bladeren
B
Door kleine gaatjes in hun lichaam genaamd stigma
C
Door middel van kieuwen
D
Door hun neus

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Samenvatting
Insecten ademen door spiracles en tracheeën, vissen ademen door kieuwen en planten ademen door stomata. Ademhaling is belangrijk voor de energiehuishouding van het lichaam.

Slide 14 - Slide

Herhaal kort de belangrijkste punten van de les
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 15 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 16 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.