Tekstverbanden en signaalwoorden Nieuw Nederlands 7e editie H2

Goedemorgen H2!
Planning van vandaag:
- Lekker lezen in je leesboek
- Lesdoelen
- Uitleg tekstverbanden en signaalwoorden
- Aan de slag met opdrachten
- Afronden

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Goedemorgen H2!
Planning van vandaag:
- Lekker lezen in je leesboek
- Lesdoelen
- Uitleg tekstverbanden en signaalwoorden
- Aan de slag met opdrachten
- Afronden

Slide 1 - Slide

Lesdoel
- Ik kan tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.

Slide 2 - Slide

TEKSTVERBANDEN

Tekstverbanden zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's met elkaar samenhangen.

Slide 3 - Slide

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Slide 4 - Slide

SOORTEN TEKSTVERBANDEN

- chronologisch verband

- concluderend verband

- opsommend verband

- tegenstellend verband

- toelichtend verband

- doel-middelverband

- oorzakelijk verband

- redengevend verband

- samenvattend verband

- vergelijkend verband


Slide 5 - Slide


Tekstverbanden
(oefenen)

Slide 6 - Slide

Stof paragraaf 2 (herhaling)

Slide 7 - Slide

Pieter heeft de hele dag hard gewerkt en daarna nog een zware tennispartij gespeeld. Hij zal dus wel moe zijn.
A
chronologisch verband
B
concluderend verband
C
opsommend verband
D
tegenstellend verband

Slide 8 - Quiz

Zij moet eerst haar zere oor aan de dokter laten zien, daarna mag ze een pijnstiller innemen.
A
chronologisch verband
B
concluderend verband
C
opsommend verband
D
toelichtend verband

Slide 9 - Quiz

Marco is een natuurtalent in balsporten zoals voetbal, tennis en golf.
A
toelichtend verband
B
chronologisch verband
C
concluderend verband
D
tegenstellend verband

Slide 10 - Quiz

Mevrouw Verschoor geniet van goede muziek, verder is zij een filmliefhebber.
A
chronologisch verband
B
concluderend verband
C
opsommend verband
D
tegenstellend verband

Slide 11 - Quiz

Het zou vandaag mooi weer worden, maar het regent pijpenstelen.
A
Concluderend verband
B
toelichtend verband
C
tegenstellend verband
D
chronologisch verband

Slide 12 - Quiz

Stof paragraaf 3

Slide 13 - Slide

"Er brak brand uit in het stadion, waardoor de wedstrijd niet kon doorgaan."
A
doel-middelverband
B
oorzakelijk verband
C
redengevend verband
D
samenvattend verband

Slide 14 - Quiz

"Om de eindronde te bereiken zullen we de komende twee wedstrijden echt moeten winnen."
A
doel-middelverband
B
oorzakelijk verband
C
redengevend verband
D
samenvattend verband

Slide 15 - Quiz

Omdat het glad is, loop ik heel voorzichtig naar school.
A
doel-middelverband
B
oorzakelijk verband
C
redengevend verband
D
samenvattend verband

Slide 16 - Quiz

Al met al was het een leuke eerste schooldag.
A
doel-middelverband
B
vergelijkend verband
C
redengevend verband
D
samenvattend verband

Slide 17 - Quiz

"In vergelijking met vorig jaar zijn de temperaturen in de Alpen nu een stuk hoger."
A
doel-middelverband
B
oorzakelijk verband
C
vergelijkend verband
D
samenvattend verband

Slide 18 - Quiz

Zet de signaalwoorden bij het juiste tekstverband. 
Toelichtend
Opsommend
Bijvoorbeeld
Zoals
Verder
Ook

Slide 19 - Drag question

Ga lekker aan de slag, zie de planning.

Slide 20 - Open question