T5 B9 HV

B9 Dominante en Recessieve allelen
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 52 t/m 53
timer
4:00
Kennen/Kunnen
  • Je kent de begrippen: Homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief
  • Je kunt uitleggen welke impact dominante en recessieve genen hebben op het fenotype
  • Je kunt afleiden of een allel recessief/dominant is in een voorbeeld
  • Je kunt genotypes met verschillende genen kort opschrijven
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

B9 Dominante en Recessieve allelen
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 52 t/m 53
timer
4:00
Kennen/Kunnen
  • Je kent de begrippen: Homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief
  • Je kunt uitleggen welke impact dominante en recessieve genen hebben op het fenotype
  • Je kunt afleiden of een allel recessief/dominant is in een voorbeeld
  • Je kunt genotypes met verschillende genen kort opschrijven

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen
  • Verschillende allelen in het genotype
  • Tijd voor hw
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Wat klopt over genen en allelen?
A
een gen zit in het DNA een allel op een chromosoom
B
een gen is een eigenschap een allel is een variant van de eigenschap
C
allel en gen zijn synoniemen van elkaar
D
een allel is een eigenschap een gen is een variant van de eigenschap

Slide 3 - Quiz

Geef een voorbeeld van een gen

Slide 4 - Open question

Mensen hebben altijd 2 allelen van een bepaald gen. Wat is een reden dat deze twee allelen niet altijd hetzelfde zijn?

Slide 5 - Open question

Homo- & heterozygoot
Homo = hetzelfde              hetero = verschillend
Homozygoot > beide allelen van één eigenschap hetzelfde 
Heterozygoot > beide allelen van één eigenschap verschillend

Slide 6 - Slide

Dominant en recessief
  • Allelen zijn dominant of recessief
  • Dominant is 'sterker' dan recessief
  • Heterozygoot genotype > Dominant allel zichtbaar in fenotype

Slide 7 - Slide

Bloemen van de bonenplant kunnen roze of wit zijn.
Plant 1 heeft witte bloemen en is heterozygoot
Plant 2 heeft roze bloemen en is homozygoot
Welke bloemkleur is recessief?
A
Wit
B
Roze
C
Dat kun je niet weten met deze informatie

Slide 8 - Quiz

Bij katten komen de vachtkleuren zwart en rood voor. Zwart is dominant.
Wat geldt voor het genotype van een zwarte kat?
A
Altijd homozygoot
B
Altijd heterozygoot
C
Homozygoot of heterozygoot

Slide 9 - Quiz

Bij katten komen de vachtkleuren zwart en rood voor. Zwart is dominant.
Wat geldt voor het genotype van een rode kat?
A
Altijd homozygoot
B
Altijd heterozygoot
C
Homozygoot of heterozygoot

Slide 10 - Quiz

Gensymbolen
Allelen worden vaak afgekort met letters.
  • Allelen van hetzelfde gen krijgen dezelfde letter
  • Dominant = hoofdletter,  Recessief = kleine letter
  • AA = homozygoot dominant
  • aa = homozygoot recessief
  • Aa = heterozygoot

Slide 11 - Slide

Bij mensen is rood haar dominant over blond haar. Een jongen is heterozygoot voor deze eigenschap. Wat is zijn genotype en haarkleur?
A
AA en rood haar
B
aa en zwart haar
C
Aa en rood haar
D
Aa en zwart haar

Slide 12 - Quiz

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 52, 53
  • Maken Opdr. 29, 30 blz. 35

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
6:00

Slide 13 - Slide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 52, 53
  • Maken Opdr. 29, 30 blz. 35

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 14 - Slide