- De + het: bepaald lidwoord
De lidwoorden de en het zijn bepaalde lidwoorden. Je gebruikt ze als je een bepaald zelfstandig naamwoord gebruikt:
de jongen, het plan, de fiets, het meisje.
Het lidwoord een is een onbepaald lidwoord. Je gebruik het als niet vaststaat welke jongen, welk plan, welke fiets of welk meisje je bedoelt:
een jongen, een plan, een fiets, een meisje.