USA

• Wiskunde
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Welkom!

- Jas aan de kapstok

- Telefoon in de bak

- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten.

Rekenen Projectweek

Blok 1

Vrijdag 14 februari 2025

Check in

- Wie is er wel/ niet?

- Hoe zit je er bij vandaag?

- Verwachtingen

- Wat gaan we doen?

Verwachtingen

Je hebt een pen/potlood bij je, zodat je kunt schrijven.

Tijdens de les

- Luister je stil mee naar de instructie

- Doe je actief mee met de les

- Hebben we respect voor elkaar

- Mag je fouten maken en vragen stellen

Projectweek USA

Wat gaan we doen?

- Projectweek instructie

- Aan de slag!

- Afsluiting

Voorkennis

Maak opdracht 1 en 2 op je werkblad.

Doel van deze les

Ik weet

- wat een wisselkoers is

- hoe ik euro's kan omrekenen naar Amerikaanse dollars

Ik kan

- euro's omrekenen naar Amerikaanse dollars

- een vakantie naar Amerika plannen

Instructie

Maak opdracht 1 van het werkblad.

Zoek op internet naar de verschillende munten en biljetten en schrijf deze op.

Instructie

💵Kennismaken met Amerikaanse dollars.

In Amerika betalen mensen met Amerikaanse dollars ($) en centen (¢). 

De munten en biljetten zien er anders uit dan in Nederland.

📌 Wist je dat?

1 dollar = 100 cent

In Amerika gebruiken ze biljetten van $1, $5, $10, $20, $50 en $100.

De munten zijn: 1 cent (penny), 5 cent (nickel), 10 cent (dime), 25 cent (quarter), 50 cent (half dollar) en 1 dollar.

Zoek een afbeelding van Amerikaanse dollars.

1 Amerikaanse dollar is evenveel waard als 1 euro.

Waar

Niet waar

Instructie

💰 Wat is wisselkoers?

De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse munt in jouw eigen geld.

Bijvoorbeeld

1 Amerikaanse dollar ($1) is ongeveer 0,90 euro (€0,90).

Dat betekent dat als je $10 wilt kopen, je €9,00 moet betalen.

📌 Wisselkoersen veranderen elke dag. Soms wordt de dollar duurder, soms goedkoper.

🔽 Voorbeeld:

Als de wisselkoers verandert naar $1 = €0,95, dan kost $10 ineens €9,50!

www.google.com

Aan de slag!

Kijk mee op het werkblad.

Afsluiting

- We bespreken de verschillende opties op het werkblad.

Waar gaan jullie heen?

Welk hotel hebben jullie uitgezocht?

Wat wil je graag gaan doen?