Vitale functies 2

Vitale Functies





Ademhaling en bloeddruk 
1 / 46
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Vitale Functies





Ademhaling en bloeddruk 

Slide 1 - Slide

De vitale functies zijn belangrijk om
A
De veiligheid van de patiënt te waarborgen
B
Complicaties te kunnen voorkomen
C
inzichtelijk te maken hoe het met de patiënt gaat
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Waar let je op als verpleegkundige als je de ademhaling controleert?

Slide 5 - Open question

Observatie van de ademhaling
* frequentie
*Diepte 
* regelmatig/onregelmatig
*Bijgeluiden
* Kenmerken van kortademigheid
*Kleur (cyanose)
*Pijn




Slide 6 - Slide

Ademhalingsfrequentie
Normale ah 12-20 p/m

AH onder de 12 = Bradypneu (te langzaam)
mensen in diepe slaap
gebruik van bepaalde medicatie (morfine)
AH boven de 20 = Tachypneu (te snel)
inspanning/ emotie
verschillende aandoeningen; long/ luchtwegen, koorts, hartafwijkingen


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Pijn

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Kenmerken kortademigheid


Cyanose is een blauwe of paarse verkleuring van de huid. 

Vaak goed te zien bij lippen en tong

vingertoppen, lippen, gezicht, in ernstige gevallen de gehele huid en slijmvliezen een blauwe kleur aannemen. 




Slide 11 - Slide

Typen ademhaling

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Hevig benauwd tref je een zorgvrager aan plat liggend in bed. Wat doe je?

Slide 16 - Open question

What to do?
Indien afwijkende waarden altijd arts waarschuwen!

Altijd je patiënt rechtop zetten!
Stel gesloten vragen
Laat de zorgvrager niet praten

Probeer zelf rustig te blijven

Slide 17 - Slide

Bij onregelmatige ademhaling 1 min. tellen. 
Ademhaling niet zichtbaar: hand op borst/ buik
Anders hand 10 cm. van neus mond houden. 

Slide 18 - Slide

Saturatie
  • Gezonde mensen saturatie 96- 100 %
  • COPD/ hartfalen saturatie 92-100%
  • Lager dan 95% overleg arts
  • Lager dan 90% overwegen toedienen van zuurstof. Altijd inoverleg met de arts.

Slide 19 - Slide

Aandachtpunten saturatie meten
  • Kijk naar de zorgvrager, niet alleen naar de getallen; wat zie je?
  • Nagellak kan de meting beinvloeden
  • Door koude handen is de meting moeilijker uit te voeren (geen mooie curve)

VS

Goede curve
Slechte curve

Slide 20 - Slide

Wat meet je bij de saturatie?
A
De bloeddruk van de patient
B
Percentage zuurstof in de vinger
C
Het percentage hemoglobine gebonden met zuurstof
D
Het percentage hemoglobine gebonden met koolstofdioxide

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Variatie in bloeddruk en stroomsnelheid

Slide 23 - Slide

Systolische druk (bovendruk): druk in de slagaders als het bloed in de aorta pompen
Diastolische druk (onderdruk): druk in de slagaders als het hart zich ontspant

Slide 24 - Slide

Hoogte bloeddruk hangt af van
  • kracht waarmee hart pompt
  • elasticiteit van slagaders
  • vernauwing in de slagaders
  • verwijding of vernauwing van bloedvaten
  • hoeveelheid bloed
  • stroperigheid van bloed.  

Slide 25 - Slide

Slagaderverkalking
Door:

Stress
Roken
Cholesterol 
Hoge bloeddruk

Slide 26 - Slide

hypotensie
A
lage bloedsuiker
B
een soort nijlpaard
C
Lage hartslag
D
Een lage bloeddruk

Slide 27 - Quiz

Termen
Systolische druk

Diastolische druk

hypertensie

hypotensie

Slide 28 - Slide

Uitleg
Systole:  Bovendruk
De druk die het hart opbouwt tijdens het samenknijpen vd hartspier en het rondopompen van het bloed de slagader in.

Slide 29 - Slide

Uitleg
Diastole = onderdruk
Het hart vult zich met bloed na een hartslag. De druk in de bloedvaten daalt op dat moment. 
Rust moment hart.

Slide 30 - Slide

Hypotensie 90/60
Hypertensie 140/90

Slide 31 - Slide

Bloeddruk
Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk

Slide 32 - Slide

mm Hg en RR
Kwik

Riva Rocci = uitvinder

RR 120/80

Slide 33 - Slide

Wat zegt je bloeddruk over je gezondheid?
  • Het bloed 'drukt' tegen wanden van bloedvaten: bloeddruk
  • Bloeddruk verschilt in je lichaam

  • Hoge bloeddruk slecht op de lange termijn: beschadiging bloedvat
  • Lage bloeddruk kan zorgen voor duizeligheid en flauwvallen.

Slide 34 - Slide

Contra Indicaties RR meten
  • Wonden
  • Arm gezwollen
  • Arm verlamd
  • Okselkliertoilet
  • Infuus aanwezig.  

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Wat zijn Korotkoff tonen tijdens het bloeddruk meten?

Slide 38 - Open question

Slide 39 - Video

Verhoogt lage of hoge bloeddruk de kans op een hartinfarct?
A
lage bloeddruk
B
hoge bloeddruk

Slide 40 - Quiz

Wat voor effect heeft adrenaline op de hartslag en de bloeddruk?
A
De hartslag daalt, bloeddruk neemt toe
B
De hartslag en bloeddruk nemen toe
C
De hartslag neemt toe, bloeddruk daalt
D
De hartslag en de bloeddruk dalen

Slide 41 - Quiz

Wat is de onderdruk?
A
De bloeddruk wanneer de kamers samentrekken.
B
De bloeddruk wanneer de boezems samentrekken.
C
De bloeddruk tijdens de hartpauze.

Slide 42 - Quiz

Wat is de bovendruk?
A
De bloeddruk wanneer de kamers samentrekken.
B
De bloeddruk wanneer de boezems samentrekken.
C
De bloeddruk tijdens de hartpauze.

Slide 43 - Quiz

De bloeddruk in de slagaders is hoog
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 44 - Quiz

Heeft iemand die regelmatig eventjes duizelig wordt als hij uit bed stapt last van lage of hoge bloeddruk?
A
lage bloeddruk
B
hoge bloeddruk

Slide 45 - Quiz

Door veroudering van de bloedvaten worden deze
A
Elastischer en wordt de bloeddruk hoger
B
Elastischer en wordt de bloeddruk lager
C
Minder elastisch en wordt de bloeddruk lager
D
Minder elastisch en wordt de bloeddruk hoger

Slide 46 - Quiz