H/V3 leesvaardigheid betrouwbaarheid 2

Betrouwbaar?


Je leert hoe je de betrouwbaarheid van informatie kunt controleren

---> de auteur!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with text slides.

Items in this lesson

Betrouwbaar?


Je leert hoe je de betrouwbaarheid van informatie kunt controleren

---> de auteur!

Slide 1 - Slide

Programma
Vandaag over de betrouwbaarheid van info

We herhalen kort de theorie
Daarna gaan jullie aan de slag met de opdrachten

Slide 2 - Slide

4 criteria voor de betrouwbaarheidscheck
1. Waar heb je het gevonden - is de bron een kwaliteitsemedium of niet?
2. Heeft de auteur een belang of is hij neutraal?
3. Is de auteur deskundig of is het een (domme?) bekende Nederlander die beter is in wat anders?
4. Is het oud nieuws dat al lang achterhaald is of is het vers van de pers?

Slide 3 - Slide

actualiteit/
betrouwbaarheid
deskundigheid auteur
belang auteur
vindplaats
BRONNEN

Slide 4 - Slide

Opdracht
Ontwerp een vragenlijst om te beoordelen of een tekst  betrouwbaar is. Let op de eisen die gesteld worden op p. 12.

De vragenlijst ontwerp je zelfstandig
Je bespreekt je checklist in duo's.
Heb je alle 4 de criteria erin opgenomen?

Slide 5 - Slide

Deskundig?
Belang bij de kwestie? 

Slide 6 - Slide

De auteurs zijn wel deskundig, maar hebben wel een zeer duidelijk belang bij de situatie en dat maakt ze dus minder betrouwbaar.
Wat is hun belang bij deze kwestie? 

Slide 7 - Slide

Kritisch lezen, hoe dan?
  • Deskundige auteur?
  • Onpartijdigheid/ belang auteur (staat er iets over zijn opleiding/ beroep?)
  • Waar en wanneer is de tekst gepubliceerd?
  • Informatie verouderd?
  • Zijn de geïnterviewden betrouwbaar en deskundig? Komen er voor- én tegenstanders aan het woord?
  • Klopt het wat de auteur zegt? Laat hij geen belangrijke dingen weg?
  • Zijn de argumenten van de auteur sterk of kun je er makkelijk iets tegen inbrengen?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Betrouwbaarheid van de auteur (p. 18)
Deskundigheid kan voortkomen uit drie dingen. Ten eerste kan een auteur een bepaalde opleiding gedaan hebben die relevant is voor het onderwerp. Ten tweede kan een auteur deskundig zijn dankzij de werkervaring die hij heeft opgedaan. Als laatste kan een auteur een ervaringsdeskundige zijn. Dat betekent dat hij zelf heeft meegemaakt waarover hij schrijft.

Neem een onderwerp als het basisonderwijs. Een onderwijskundige heeft jarenlang geleerd over hoe je het onderwijs het beste kunt inrichten. Een docent die al twintig jaar voor de klas staat, weet dankzij zijn vele werkervaring wat in de praktijk wel of niet werkt. Ouders van schoolgaande kinderen maken het reilen en zeilen op een basisschool van dichtbij me een zijn zo ervaringsdeskundige.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Opdracht
Maak opdracht 5, 6 en 7
In duo's
Evaluatie: klassikaal 

Slide 12 - Slide

Nabespreken

Slide 13 - Slide

Nabespreken

Slide 14 - Slide

Nabespreken

Slide 15 - Slide

H 3 opdracht / huiswerk
Maak de vragen bij de tekst van les 4, vraag 5 en 6, p. 20

Slide 16 - Slide

Nabespreken

Slide 17 - Slide

Oefen de woorden in drillster
Maar maak eerst zinnen met de volgende woorden:
manifest
rendement
maximalisatie
transparant
principe
waan van de dag
finacieren
ideologie
investeerder
prijsgeven

Slide 18 - Slide

advertorial

Dit is een advertorial.

De reclameboodschap wordt verpakt in een informatief verhaaltje.

Slide 19 - Slide

In duo's
# Zoek samen op internet wat een "advertorial" is.
# Maak een powerpoint met de belangrijkste kenmerken.
# Zoek in krant/tijdschrift een voorbeeld van een advertorial.
# Maak een (digitale) poster van de tekst waarop je de kenmerken markeert en met tekstwolkjes uitlegt. 

Slide 20 - Slide

V3 Huiswerk / opdracht
Maak vraag 1 en 2 op p. 14
Noteer alle woorden uit de tekst die je niet kent

Slide 21 - Slide