Fundamenten deel 2 (Take care)

Fundamenten deel 2 (Take care)
1 / 32
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Fundamenten deel 2 (Take care)

Slide 1 - Slide

Les indirecte zorg
maandag 7-10-2024

Slide 2 - Slide

Benodigdheden les

Slide 3 - Slide

Probleemstellingen. 
deel 1
2.1 Wat is gezondheid in de brede zin?
deel 2
2.2 Wat zijn de taken in de indirecte zorg?
2.3 Hoe handel je kwaliteitsbewust in de indirecte zorg?

Slide 4 - Slide

Wat zijn de taken in de indirecte zorg?
Pagina 56-66
a. Indirecte zorg
b. Basisbegrippen interieurzorg en linnenzorg
c. Interieurzorg in het algemeen
d. Linnenzorg in het algemeen 

Slide 5 - Slide

a. Indirecte zorg
Leerdoelstellingen
- Je licht het begrip 'indirecte zorg' toe binnen de gezinscontext.
- Je somt voorbeelden op van huishoudelijke taken in de indirecte zorg.
- Je benoemt het verschil tussen interieur- en linnenzorg en maaltijdzorg.

Slide 6 - Slide

a. Indirecte zorg
Maak oefening 1 A+B+C pagina 56. 

Slide 7 - Slide

a. Indirecte zorg

Slide 8 - Slide

a. Indirecte zorg
Theorie pagina 57
ADL-activiteiten: alle actie die je dagelijks standaar onderneemt.
= eten en drinken, slapen, persoonlijke hygiëne,...
--> De zorggever kan de zorgvrager helpen bij ADL-activiteiten

Directe zorg = begeleiding met fysiek contact met de zorgvrager: iemand wassen, eten geven en verzorgen
Indirecte zorg = begeleiding die je op afstand geeft aan de zorgvrager: maaltijdzorg, linnenzorg, interieurzorg, vervoer, ...
--> in een gezinscontext = alle huishoudelijke taken in een klein huishouden. 

Slide 9 - Slide

Voorbeeld van
maaltijdzorg

Slide 10 - Mind map

Voorbeeld van
linnenzorg

Slide 11 - Mind map

Voorbeeld van
interieurzorg

Slide 12 - Mind map

HUISTAAK
WELKE TAKEN DOE JE BINNEN DE INDIRECTE ZORG? (classroom)

1 ONDERZOEK
A Maak een dagboek voor een gedurende week met alle huishoudelijke taken die je thuis doet (blauw).
B Noteer de huishoudelijke taken die je gezinsleden uitvoeren in een ander kleur (groen).
C Noteer de huishoudelijke taken die een zorggever uitvoert in een ander kleur (rood).
D Maak een verdeling tussen linnenzorg, interieurzorg en maaltijdzorg.


Slide 13 - Slide

Oefenen
Stap 1: ga naar scoodle.

Stap 2: Module Fundamenten - Take care - leerlingenmateriaal - 2.2 directe en indirecte zorg - oefeningen.



Slide 14 - Slide

b. Basisbegrippen interieur- en linnenzorg.
Leerdoelstellingen
- Je herkent de verschillende soorten vuil binnen de interieur- en linnenzorg.
- Je somt de vier factoren van het reinigingsproces op.

Slide 15 - Slide

b. Basisbegrippen interieur- en linnenzorg.
Observeer pagina 58 en maak oefening 2 A+B

Vuil = stof --> bevindt zich op een plaats waar het niet hoort.
--> moet verwijderd worden
--> onderhoudsmethode
--> afhankelijk van welk soort vuil.

Slide 16 - Slide

b. Basisbegrippen interieur- en linnenzorg.
Onder de loep
maak oefening pagina 56 - 3 A+B+C

Soorten vuil:
zichtbaar vuil = droog vuil + aangekleefd vuil + sterk gehecht vuil + ingedrongen vuil
onzichtbaar vuil = niet zichtbaar met blote oog

Slide 17 - Slide

Oefenen
Stap 1: ga naar scoodle.

Stap 2: Module Fundamenten - Take care - leerlingenmateriaal - 2.2 Soorten vuil - oefeningen.



Slide 18 - Slide

b. Basisbegrippen interieur- en linnenzorg.
Sinnercirkel

Oefening 4 A+B+C+D+E
= lees een tekst online in scoodle '' sinner cirkel''
= Vul de vragen in. 

Slide 19 - Slide

b. Basisbegrippen interieur- en linnenzorg.
Sinnercirkel
Reinigen en schoonmaken hangen af van vier factoren.
Vier factoren worden voorgesteld in de Sinner-cirkel


vier factoren
- tijd
- chemie
- temperatuur
- mechanische handeling

Slide 20 - Slide

b. Basisbegrippen interieur- en linnenzorg.
Sinnercirkel
 Het aandeel van de vier factoren is niet altijd even groot.


Wasproces = reinigingsproces van linnenzorg.
Schoonmaakproces = reinigingsproces van interieurzorg.

Slide 21 - Slide

Oefenen
Stap 1: ga naar scoodle.

Stap 2: Module Fundamenten - Take care - leerlingenmateriaal - 2.2 Sinnercirkel - oefeningen.



Slide 22 - Slide

c. Interieurzorg in het algemeen
Leerdoelstellingen
- Je herkent de zes soorten ruimtes in een huis.
- Je omschrijft het belang van de onderhoudsfrequentie in interieurzorg.
- Je legt het verschil uit tussen reinigen en schoonmaken van een interieur.

Slide 23 - Slide

c. Interieurzorg in het algemeen
Observeer
Maak oefening 5 A+ B + C

Slide 24 - Slide

c. Interieurzorg in het algemeen

Slide 25 - Slide

Waarom moeten we ons huis onderhouden?

Slide 26 - Open question

c. Interieurzorg in het algemeen
1. Bezettingsgraad
1. Graad van hygiëne
2. Gebruiksdoel
3. Poetsnorm van de bewoner

Slide 27 - Slide

c. Interieurzorg in het algemeen
Hoe vaak gaan we schoonmaken?
= frequentie
--> dagelijks: om snelle vervuiling tegen te gaan.
--> periodiek: om langzaam optredend vuil tegen te gaan
                - wekelijks
                - maandelijks
                - grote schoonmaak
--> specifiek: onderhoud

Slide 28 - Slide

Geef één voorbeeld van wat dageljks wordt gereinigd of schoongemaakt.

Slide 29 - Open question

Geef één voorbeeld van wat periodiek wordt gereinigd of schoongemaakt.

Slide 30 - Open question

Geef één voorbeeld van wat specifiek wordt gereinigd of schoongemaakt.

Slide 31 - Open question

d. Linnenzorg in het algemeen
Leerdoelstellingen
- Je herkent de drie soorten textiel.
- Je omschrijft het belang van de onderhoudsfrequentie in linnenzorg.
- Je legt het verschil uit tussen wassen, drogen en kastklaar maken van textiel. 

Slide 32 - Slide