This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
De Gouden Eeuw
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen deze les?
Waarom zijn de VOC en de WIC opgericht?
Hoe werd Nederland rijk in de zeventiende eeuw?
Welke beroemde wetenschappers leefden er in de Gouden Eeuw?
Slide 2 - Slide
Welke specerijen zie je hier?
Nootmuskaat
Kaneel
Kruidnagel
Peper
Deze kruiden kwamen uit Azië. Ze werden gebruikt om het eten lekkerder te maken.
Slide 3 - Slide
Sleepvraag
Zet de volgende gebeurtenissen over het ontstaan van de VOC in de juiste volgorde. Begin met wat er als eerste was.
Slide 4 - Slide
1.
2.
3.
4.
5.
Het was gevaarlijk en duur om te handelen in Indië. De reis duurde lang en schepen konden vergaan in een storm of worden ingepikt door piraten.
Handelaren gingen samen werken in een compagnie. De winst en het verlies werd gedeeld.
De compagnieën gingen met elkaar concurreren. Ze probeerden goedkoper te zijn dan een ander. Hierdoor werden de prijzen laag en werd niemand er rijk van.
De compagnieën moet van de bestuurders van de Republiek samen werken.
Het onstaan van de Verenigde Oost-Indische Compagnie.
Slide 5 - Drag question
De VOC haalde specerijen uit Indië.
De WIC haalde cacaobonen, tabak en suiker uit Zuid-Amerika. Ze handelde ook in slaven.
Slide 6 - Slide
Stapelmarkt
Amsterdam en Antwerpen lagen precies halverwege de handelsroute tussen Noord- en Zuid-Europa.
Er werden grote pakhuizen gebouwd.
Een stad waar grote hoeveelheden producten liggen opgeslagen noemen we een stapelmarkt.
Slide 7 - Slide
Waarom werd Amsterdam de grootste stapelmarkt van Europa?
A
Veel handelaren verhuisden naar Amsterdam.
B
De Nederlanders hadden de rivier de Schelde afgesloten.
C
In Amsterdam woonden veel mensen.
D
In Amsterdam werden veel producten gemaakt.
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Schreef over geschiedenis, wetgeving en godsdienst. Belangrijkste boek over de zee. Deze was van iedereen.
Deze wetenschapper vond de telescoop en het slingerwerkuur uit.
Uitvinder van de microscoop.
Deze meneer zei; 'God is geen superwezen maar zit in de natuur en in de mens zelf.'