1HK 5.5 Gezond bewegen

Sporten
  • Het skelet
  • Botten
  • Beenverbindingen
  • Spieren
  • Gezond bewegen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Sporten
  • Het skelet
  • Botten
  • Beenverbindingen
  • Spieren
  • Gezond bewegen

Slide 1 - Slide


Startopdracht
  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes.
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Oortjes doe je uit
  4. Je jas hang je over je stoel
  5. Pak je boek + pen
  6. Stop met praten als de les begint

timer
5:00

Slide 2 - Slide

Begintaak
Leg uit waarom elke skeletspier een
andere spier met een tegengestelde
werking nodig heeft. 

Slide 3 - Slide

Begintaak antwoord
Leg uit waarom elke skeletspier een
andere spier met een tegengestelde
werking nodig heeft. 

Een spier kan alleen maar samentrekken en 
wordt dan korter en dikker. Daardoor kan een 
spier maar één beweging maken. 
Er is een andere spier nodig om de 
tegengestelde beweging te maken.

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat spieren sterker worden door training.
  • Je kunt uitleggen dat lichaamsbeweging goed is voor je gezondheid. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Spieren trainen
  • Ongebruikte spieren worden dunner en zwakker.
  • Als je beweegt en sport train je je spieren en worden ze dikker en kunnen ze meer kracht uitoefenen.

Slide 7 - Slide

Conditie
Als je meer beweegt bouw je lichamelijke conditie op. Je kan dan langer en sneller bewegen.
Beweging is niet alleen goed voor je spieren maar zorgt ook voor ontspanning.

Slide 8 - Slide

Coördinatie
  • Coördinatie betekent dat alle spieren in het lichaam tegelijkertijd goed worden aangestuurd.
  • Door bewegen verbeter je je coördinatie. Door te trainen kan je sneller reageren.

Slide 9 - Slide

Motorisch geheugen
Wanneer je bewegingen veel herhaalt zal je lichaam deze onthouden (motorisch geheugen). Na een tijdje kun je deze beweging uitvoeren zonder na te denken (geautomatiseerde beweging).

Voorbeeld: fietsen.

Slide 10 - Slide

Spierpijn
Als je ongetraind gaat sporten, kun je spierpijn krijgen en heb je sneller kans op een blessure.

Spierpijn --> afvalstoffen
Spierpijn en blessures voorkomen:
- Warming-up
- Rekoefeningen
- Cooling-down

Slide 11 - Slide

Wat is een blessure?

Een blessure is een beschadiging aan botten, spieren en gewrichten.


Slide 12 - Slide

Warming up!

Slide 13 - Slide

Warming-up
Een warming-up doe je om de spieren in je lichaam voor te bereiden op inspanning.

Hiermee verklein je de kans op spierblessures
Door je spieren te laten bewegen stroomt er bloed door je spieren en je spieren worden warm. 

Slide 14 - Slide

Coolingdown
Er stroomt dan voldoende bloed door de spieren om alle afvalstoffen af te voeren

• Rek- en strekoefeningen
• Om spierpijn te voorkomen 
• Rustig rondjes lopen 


Aan het einde van het sporten doe je een coolingdown

Slide 15 - Slide

RSI (repetitive strain injury)
Bij RSI ontstaan klachten door continu een beweging te herhalen.
Hierbij ontstaat er irritatie in de pezen of gewricht.

Voorbeelden zijn:
muisarm
sms duim


Slide 16 - Slide

Lezen en maken

Maken: samenhang 
(blz 44)




Slide 17 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat spieren sterker worden door bewegen en sporten.
  • Je kunt uitleggen dat lichaamsbeweging goed is voor je gezondheid. 

Slide 18 - Slide

Welke blessure heb jij wel eens gehad?

Slide 19 - Open question

Hoe wordt spierpijn ook al weer veroorzaakt?

Slide 20 - Open question

spierpijn krijg je als je inspanning doet die je niet gewend bent.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

RSI komt voor wanneer....
A
Wanneer je te lang verkeerd zit.
B
Je vaak op dezelfde manier je spieren belast.
C
Je te vaak sport.

Slide 22 - Quiz

Sporten zorgt ervoor dat je spieren sterker worden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Door voldoende te bewegen zorg je ervoor dat je een goede coördinatie krijgt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Video

Aan de slag met: 
Basisstof 6 en 7
- eerst informatie lezen.

-  Daarna maak je alle opdrachten, behalve de + opdrachten. 





Slide 26 - Slide