Oefentoets 1 voeding en vertering leerjaar 4 VMBO-T

Toets voeding en vertering 
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Toets voeding en vertering 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is de functie van mineralen?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Beschermende stof
D
Reserverstof

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Bij welk nummer komen darmvlokken en darmplooien voor?
A
2
B
9
C
13
D
7

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet onderdeel nummer 3?
A
Maag
B
Alvleesklier
C
Dunne darm
D
Dikke darm

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet onderdeel 8?
A
Dikke darm
B
12-vingerige darm
C
Galblaas
D
Dunne darm

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Donny zegt: Gal is een enzym.
Ben zegt: Gal verteert vetten.
Wie heeft gelijk?
A
Donny
B
Ben
C
Allebei
D
Geen van beiden

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

De alvleesklier wordt aangegeven met letter ...?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

De lever wordt aangegeven met letter...?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

In een klas hangt een poster die het verteringsstelsel als een fabriek voorstelt (zie de afbeelding).
Het deel dat aangegeven wordt met letter P stelt een klier voor.
Geef de naam van deze klier.

A
Alvleesklier
B
Galblaas
C
Dunne darmsap klier
D
Speekselklier

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet onderdeel 3
A
Maag
B
Dunne darm
C
12-vingerige darm
D
Endeldarm

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet onderdeel A?
A
Luchtpijp
B
Slokdarm
C
Maag
D
Endeldarm

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welk nummer van de schijf van 5 bevat veel vitaminen
A
3
B
1
C
4
D
5

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet onderdeel 13?
A
Slokdarm
B
Poortader
C
Darmvlok
D
Endeldarm

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions


De voeding van deze Afrikaanse hardlopers verschilt niet veel van die van andere Oost-Afrikanen. Net als die eten ze veel groente en fruit, weinig vlees of vis en veel graanproducten.

Vooral voedingsmiddelen met veel zetmeel leveren energie voor het hardlopen. Welke van de genoemde voedingsmiddelen bevatten vooral veel zetmeel?

A
Graanproducten
B
Vlees
C
Groente en fruit
D
Vis

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

In informatie 3 is het verteringskanaal van een paard afgebeeld.
Welke twee cijfers geven delen aan waarin volgens de informatie veel microorganismen leven?

A
2+3
B
4+5
C
3+5
D
7+8

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Door micro-organismen afgebroken koolhydraten worden in het bloed opgenomen en naar de lever gevoerd.

Hoe heet het bloedvat waardoor deze stoffen vanuit het verteringsstelsel naar de lever worden gevoerd?

A
Darmader
B
Darmslagader
C
Poortader
D
Onderste holle ader

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

De maag van een koe bestaat uit verschillende delen. De overige delen van het verteringskanaal hebben dezelfde namen als bij de mens.
In de tekst staat dat methaan het verteringskanaal van de koe verlaat via boeren en winden.
Passeert dit gas dan de endeldarm? En passeert dit gas dan de slokdarm?

A
Alleen endeldarm
B
Alleen slokdarm
C
Beiden
D
Geen van beiden

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Hepatitis A is een infectieziekte die veroorzaakt wordt door een virus. Via ontlasting van besmette personen kan het virus in voedsel terechtkomen.
Na het eten van besmet voedsel komt het virus via het darmkanaal in het bloed. Met het bloed komt het virus in de lever terecht. Een leverontsteking kan het gevolg zijn.

Hoe heet het bloedvat dat bloed rechtstreeks van de dunne darm naar de lever voert?

Slide 18 - Open question

let op hoofdletters niet gevoelig 
In een proefopstelling staan 4 reageerbuizen. Buis 1 en 2 staan bij 37 graden Celsius. Buis 3 en 4 bij 20 graden Celsius.
De buizen bevatten het volgende:
1: zetmeeloplossing + maagsap
2: zetmeeloplossing + speeksel
3: zetmeeloplossing + maagsap
4: zetmeeloplossing + speeksel
Welke buis zal na een tijdje het minste zetmeel bevatten?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Terwijl het voedsel door het verteringskanaal gaat, worden er onder andere enzymen aan toegevoegd. In de afbeelding is een aantal delen van het verteringskanaal met letters aangegeven.
Geef de letters van de twee delen van het verteringskanaal waarin enzymen aan het voedsel worden toegevoegd
A
A en B
B
A, B en C
C
B en C
D
C en D

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Naast enzymen wordt er ook gal aan het voedsel toegevoegd.

In welk deel van het verteringskanaal wordt gal aan het voedsel toegevoegd?

A
Dunne Darm
B
Endeldarm
C
Maag
D
12-vingerige darm

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heten de verteringsklieren die speeksel maken ?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Een schapenmaag bestaat uit vier delen.
In welk deel van een schapenmaag bevinden zich verteringsklieren?

A
Pens
B
Lebmaag
C
Boekmaag
D
Netmaag

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Veel koolsoorten bevatten vezels. Koolhydraten in die vezels worden door menselijke enzymen in het verteringskanaal niet verteerd. Bacteriën in het verteringskanaal breken deze onverteerbare koolhydraten wel af.

In welk deel van het verteringskanaal komen veel bacteriën voor die onverteerbare resten afbreken?
A
Dunne Darm
B
Dikke Darm
C
Endeldarm
D
Maag

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Je slikt per ongeluk een airpod in. Welke weg legt deze airpod af van mond tot kont Noem de verschillende onderdelen en ook de spijsverteringssappen.

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Wat is de functie van de lever in de spijsvertering?
A
Gal verwijderen
B
Gal maken
C
Gal opslaan
D
Gal verteren

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Welke darm heeft geen functie in je lichaam?
A
Dikke darm
B
Dunne darm
C
Blinde darm
D
Slokdarm

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Darmvlokken spelen een rol bij de opname van het grootste deel van de verteerde voedingsstoffen.
In welk deel van het verteringsstelsel bevinden zich darmvlokken?
A
in de slokdarm
B
in de maag
C
in de dunne darm
D
in de dikke darm

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Welke bewering over de darmperistaltiek is juist?
A
De darmperistaltiek duwt het voedsel door de darmvlokken heen
B
De darmperistaltiek mengt het voedsel met verteringssappen
C
Voedingsvezels verminderen de darmperistaltiek

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

1. Het maagportier = kringspier die de maag afsluit
2. Darmplooien en darmvlokken vergroten het oppervlak van de dikke darm
A
1 waar 2 nietwaar
B
1 niet waar 2 waar
C
Beide waar
D
Beide nietwaar

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Je leest hier een aantal beweringen:
I Door de dikke darm worden vetten opgenomen.
II In de dikke darm zitten darmvlokken.
III In de dikke darm leven bacteriën.

Welke bewering is/welke beweringen zijn onjuist?

A
I en II zijn onjuist.
B
III is onjuist.
C
I, II en III zijn onjuist.
D
I is onjuist

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

In het gebit van een zeehond zitten snijtanden en scherpe kiezen. Ook heeft hij grote hoektanden. Bij welke groep dieren hoort een zeehond?
A
Alleseters
B
Vleeseters
C
Plantenetesr

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wij als mens zijn:
A
Vleeseters
B
Planteneters
C
Alleseters

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions


A
De alvleesklier
B
De lever
C
De maag
D
De speekselklier

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Welk nummer wijst de 12-vingerige darm aan?

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Wat is de juiste volgorde van onderstaande organen in de verteringsroute?
Dunne darm, maag, 12-vingerige darm, dikke darm, slokdarm, Mondholte, endeldarm, anus

Slide 36 - Open question

This item has no instructions