Klas 3 Kapitel 3 herhaling (vz/pers vnw 3e naamval + gebiedende wijs)

De gebiedende wijs
Imperativ
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

De gebiedende wijs
Imperativ

Slide 1 - Slide

Der Imperativ (gebiedende wijs)

Slide 2 - Slide

Hoe maak je in het Nederlands de gebiedende wijs?
Noem ook een voorbeeld.

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Video

Gebiedende wijs du-vorm (enkelvoud) van "denken"
A
denkt
B
denken Sie
C
denk
D
denkst

Slide 5 - Quiz

Gebiedende wijs Sie-vorm (beleefdheidsvorm) van machen
A
macht
B
macht Sie
C
machen
D
machen Sie

Slide 6 - Quiz

Gebiedende wijs ihr-vorm (meervoud) van tragen
A
trägt
B
tragt
C
trage

Slide 7 - Quiz

Gebiedende wijs du-vorm (enkelvoud) van sprechen
A
sprech
B
sprechst
C
sprich
D
sprichst

Slide 8 - Quiz

Gebiedende wijs ihr-vorm (meervoud) van gewinnen
A
gewinnt
B
gewinnen
C
gewinn
D
gewonnt

Slide 9 - Quiz

Gebiedende wijs du-vorm (enkelvoud) van reden

A
redet
B
reden
C
rede
D
red

Slide 10 - Quiz

Gebiedende wijs Sie-vorm (beleefdheidsvorm) sein
A
sei Sie!
B
sind Sie!
C
seien Sie!
D
Seid Sie!

Slide 11 - Quiz

De gebiedende wijs is
A
makkelijk
B
goed te doen
C
moeilijk
D
geen idee, ik moet nog beginnen met leren

Slide 12 - Quiz