H3 Sparen en lenen

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

H3 Sparen en lenen

Zelftoets

Instructie

• Schrijf je berekening uit op papier
• Geef alleen je antwoord op in LessonUp
• Rond bedragen af op 2 decimalen, tenzij je uitkomst een rond bedrag is 
• Rond percentages af op 1 decimaal, tenzij je uitkomst een rond percentage is
• Gebruik in je antwoord € of % tekens en schrijf 1.000 (met een punt)

Ik heb €700 op de bank met 1,5% rente
hoeveel is de rente na 1 jaar?

Bereken de enkelvoudige rente voor 8 maanden. Het spaarbedrag is € 4.000,- met 1,1% rente per jaar

Jort heeft op 1 april een bedrag van € 4.000 op zijn spaarrekening gezet tegen 3% enkelvoudig per jaar.

Bereken de rente die Jort aan het einde van het jaar van zijn bank ontvangt.

Ik zet € 600 op mijn spaarrekening. De rente bedraagt 2%. Bereken de rente in euro's.

Simone heeft op 31 december een bedrag van € 2.500 op haar spaarrekening staan. Dit is 10% hoger dan het bedrag wat zij op 1 januari op haar rekening had staan.

Bereken het saldo van haar spaarrekening op 1 januari.

Je hebt € 2.800 op je spaarrekening. Op 1 oktober stort je €200 erbij. Je ontvangt 1,6% rente. Hoeveel rente heb je ontvangen

Samira heeft een erfenis ontvangen van € 25.000. Ze wil dit bedrag reserveren voor haar pensioen. Haar bank biedt haar een deposito aan. Deze geeft een rente van 0,5% rente per maand samengesteld.

Bereken het opgebouwd bedrag na 10 jaar.

Thijs heeft op 1 januari 2016 een bedrag € 1.100 gestort op zijn spaarrekening. Deze rekening gaf een rente van 4% samengesteld per jaar. Op 1 januari 2019 heeft Thijs een bedrag van € 500 opgenomen van zijn rekening. Op deze datum wijzigde de bank de rente ook naar 2% samengesteld per jaar.

Bereken welk bedrag aan het eind van 2020 op de spaarrekening van Thijs staat.

ING Bank verhoogt de rente op de internetspaarrekening van 2% naar 3% op jaarbasis.

Met hoeveel procent is de rente gestegen?

Stel je loon wordt verhoogd van €70 euro naar €120. Met hoeveel procent is je loon gestegen?

Laila en Dean kopen een huis. Om dit huis te kunnen kopen sluiten zij een hypotheek af. Het geleende bedrag van € 240.000 zullen zij in 30 jaar met gelijke bedrag per jaar aflossen. De rente bedraagt 5% op jaarbasis en betalen ze eens per jaar achteraf

Bereken welk bedrag zij aan het einde van het eerste jaar moeten betalen aan de bank (let op rente en aflossing)

Laila en Dean kopen een huis. Om dit huis te kunnen kopen sluiten zij een hypotheek af. Het geleende bedrag van € 240.000 zullen zij in 30 jaar met gelijke bedrag per jaar aflossen. De rente bedraagt 5% op jaarbasis en betalen ze eens per jaar achteraf

Bereken de hoogte van de schuld die Laila en Dean aan het begin van het vijfde jaar nog hebben

Laila en Dean kopen een huis. Om dit huis te kunnen kopen sluiten zij een hypotheek af. Het geleende bedrag van € 240.000 zullen zij in 30 jaar met gelijke bedrag per jaar aflossen. De rente bedraagt 5% op jaarbasis en betalen ze eens per jaar achteraf

Bereken het rentebedrag dat zij aan het einde van het vijfde jaar aan de bank moeten betalen

Joris heeft een spaarbedrag van € 4.000 en Sanne heeft een spaarbedrag van € 3.400 . Aan het einde van het jaar ontvangt Joris € 80 rente en Sanne ontvangt € 73 rente.

Wie heeft relatief de hoogste rente ontvangen?

1. Joris
2. Sanne

Welke formules moet je kennen

Uitrekenen procentuele deel --> Deel/geheel * 100%

Uitrekenen procentuele verandering --> (nieuw-oud)/oud*100%

Groeifactor --> Rentepercentage/100+1 

Samengestelde interest --> begin bedrag*groeifactor^ aantal periode

Rente= eind saldo - begin saldo

Aflossing per periode= totaal geleend bedrag/aantal periode terug betalen

Kredietkosten (bij koop op afbetaling) = (bedrag*aantal periode) - geleend bedrag

Weet ook hoe je rente berekent wanneer: je tussentijd opneemt/rente wijzigt? Tip: maak een tijdslijn

3. €700 * 1,5%  700*1,5/100=€10,50

4. €4.000*1,1%*8 maanden  €4.000*1,1/100=€44 per jaar  €44/12*8=€29,33

5. €4.000*3/100=120 per jaar  April=4e maand dus nog 9 maanden over. 120/12*9=€90

6. €2.500 --> 110% (want 10% hoger). 2.500/110*100=€2.272,73

7. €2.800 t/m sept = 9 maanden. €2.800+€200=€3000 = nog 3 maanden

€2.800*1,6/100/12*9+€3.0000*1,6/100/12*3=€45,60

8. Groeifactor=0,05%--> 1,005. €25.000*1,005^120 (namelijk 12 maanden*10 jaar) =€45.484,92

9. 3 jaar lang €1.100*1,04^3=€1.237,35 (op 1 januari 2019 voor opname)

€500 opnemen  €737,35*1,02^2=€767,14 (eind 2020)

10. (N-O)/O*100  (3-2)/2*100=50%

11. (N-O)/O*100  (120-70)/70*100=71,4%

12. Rente= €240.000*0,05=€12.000

Aflossing= €240.000/30 jaar=€8.000

Rente + Aflossing = €20.000

13. Begin vijfde jaar = 4 jaar afgelost. 4*8.000=€32.000 afgelost. €240.000-=€32.000=€208.000

14. Lening is dan €208.000*0,05=€10.400

15. Sanne  €73/€3.400*100= 2,1% > €80/€4.000*100=2%