This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Thema 3 Bloedsomloop
Slide 1 - Slide
wat gaan we vandaag doen?
Voorkennis ophalen bs1 + bs2 + bs3 + bs4
uitleg bs5
Fact check bs5
opdrachten maken
Exit ticket bs5
Slide 2 - Slide
Wat is de functie van het hart?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen
D
Alle organen voorzien van zuurstof, voedingsstoffen en koolstofdioxide
Slide 3 - Quiz
kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop
Slide 4 - Drag question
Wat zou er gebeuren als wij geen urine blaas zouden hebben?
A
Zouden we niet kunnen plassen
B
Zouden we ons bloed niet kunnen filteren
C
Zouden we continu plassen
D
Zouden we langer onze plas kunnen ophouden
Slide 5 - Quiz
Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Urineleider
1
2
3
4
Slide 6 - Drag question
Het immuunsysteem
Slide 7 - Slide
Leerdoel
Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.
Slide 8 - Slide
Antigenen
Infectie: binnendringen van ziekteverwekkers (bacteriën, virussen, schimmels)
Lichaamsvreemde stoffen: antigenen
Immuunsysteem gaat aan de slag
Witte bloedcellen maken ziekteverwekkers onschadelijk door insluiten
Slide 9 - Slide
Antistoffen
Antistoffen: stoffen die gemaakt worden door witte bloedcellen
Antistoffen zitten opgelost in het bloed
Antistoffen reageren op de antigenen
Antistoffen werken specifiek: ze werken maar op één antigeen
Ziekteverwekkers worden in-actief gemaakt
Slide 10 - Slide
Immuniteit
Immuun:
Na een infectie blijft de antistof in bloed aanwezig
Je wordt niet ziek van de ziekteverwekker
Hoe kun je immuniteit opbouwen?
Natuurlijke immuniteit
Kunstmatige immuniteit
Slide 11 - Slide
Natuurlijke immuniteit
Op een natuurlijke manier
Wanneer iemand ziek is geweest
Lichaam maakt zelf antistoffen aan
Levenslange immuniteit
- Bij eerste infectie: een beetje antistoffen - Ziekteverwekkers zitten nu in geheugen van witte bloedcellen - Bij tweede infectie: sneller antistoffen + meer antistoffen
Slide 12 - Slide
Kunstmatige immuniteit
Op een kunstmatige manier
Door inenting / vaccinatie
Spuit met dode of verzwakte ziekteverwekkers (dit heet een vaccin)
Witte bloedcellen gaan nu antistoffen maken
Wanneer later de echte ziekteverwekkers binnendringen, heeft iemand al voldoende antistoffen
Voorbeeld:
Griepprik (voor mensen met zwak immuunsysteem zoals ouderen en jonge kinderen)
Coronavaccinatie
Slide 13 - Slide
Vaccinatieschema Rijksvaccinatieprogramma
Slide 14 - Slide
Allergische reactie
allergische reactie op vaccinatie
overgevoeligheid voor bepaalde stoffen
allergische reactie: rode plek, huiduitslag, branderig gevoel, jeuk of ontsteking
allergische reactie kunnen verergeren: slijmvliezen opzwellen, dikke lippen, vlekken op de huid, benauwd--> bloedvaten verwijden, daling bloeddruk: EPIPEN (adrenaline)
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Wat doet algemene afweer?
A
De algemene afweer vreet alles wat vreemd
B
De algemene afweer maakt antistoffen om ziekte verwekkers te doden
C
De algemene afweer vreet alleen virussen
D
De algemene afweer gebruikt de antistoffen om ziekte verwekkers te binden
Slide 17 - Quiz
Wat is natuurlijke immuniteit?
A
je bent gevaccineerd en hebt daardoor antistoffen tegen de ziekte.
B
Je bent ziek geweest en hebt daardoor antistoffen tegen de ziekte.
C
je bent immuun door een vaccinatie
D
je bent immuun zonder ziek geweest te zijn.
Slide 18 - Quiz
Wat is een vaccinatie?
A
het inspuiten van de ziekte verwekker
B
het inspuiten van antistoffen
C
het inspuiten van medicatie
D
het inspuiten van dode of verzwakte ziekte verwekkers
Slide 19 - Quiz
SMV
Maak SMV van 3.3 + 3.4 + 3.5
Verhaaltje
Begrippenlijst
Tekening
Woordweb
Opdrachten
Maak de opdrachten van 3.4
1,2,3 en 5
+ : 6 en 7
* : 8 en 9
Slide 20 - Slide
Agenda: Huiswerk
31 maart blok 3 (12:10 - 14:05)
SO: H3 paragraaf 1 t/m 3
Tips&Tricks + handige websites komen in SOM te staan!