REK, relatie percentage en breuk

percentages uitrekenen
Bij het rekenexamen in periode 5 (of 6) zit er geen procentknop op de rekenmachine.
Jullie moeten dus oefenen om percentages zelf uit te rekenen.

formule
getal : 100 x aantal procenten = percentage
bijv.
63% van 300
300 : 100 x 63 = 189
1 / 25
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

percentages uitrekenen
Bij het rekenexamen in periode 5 (of 6) zit er geen procentknop op de rekenmachine.
Jullie moeten dus oefenen om percentages zelf uit te rekenen.

formule
getal : 100 x aantal procenten = percentage
bijv.
63% van 300
300 : 100 x 63 = 189

Slide 1 - Slide

de relatie tussen percentages en breuken
voorbeeld van een percentage     50 %
voorbeeld van een breuk             1/2

bij een percentage past altijd een breuk met honderdste
voorbeelden
  6 %  =   6/100
18 %  = 18/100
25 %  = 25/100    >>>

Slide 2 - Slide

breuken ver-eenvoud-igen
eenvoudig         - simpel, makkelijk
vereenvoudigen - makkelijker te begrijpen maken

De afspraak is dat breuken altijd zo ver mogelijk vereenvoudigd moeten worden.
breuk vereenvoudigen: 
je deelt de bovenkant door een getal
je deelt de onderkant door hetzelfde getal als de bovenkant   >>>

Slide 3 - Slide

een breuk vereenvoudigen:
-je deelt de bovenkant door een getal
 je deelt de onderkant door hetzelfde getal als de bovenkant
-je kan eerst proberen of je door 2 kunt delen
als dat niet kan deel je door 3, of door 5 of door 7 of ...                                                                                                  4/12
                                                                         boven:2
                                                                         onder:2  2/6
                                                                         boven:2 
                                                                         onder:2  1/3

Slide 4 - Slide

Als je de tafels goed beheerst, kun je soms in één grote stap vereenvoudigen.
een breuk vereenvoudigen:
je deelt de bovenkant door een getal
je deelt de onderkant door hetzelfde getal als de bovenkant                                                                                     4/12
                                                                         boven:4
                                                                         onder:4 
                                                                                      1/3

Slide 5 - Slide

breuken vereenvoudigen
Er mogen geen komma's in de breuk komen!
Je moet dus zoeken naar een getal waarmee je zowel de bovenkant als de onderkant kunt delen.

breuk
bovenkant
onderkant
vereenvoudigde breuk
2/4
2 : 2 =1
4 : 2 = 2
1/2
6/10
6 : 2 = 3
10 : 2 = 5
3/5
8/20
8 : 2 = 4    4 : 2   = 2
20 : 2 = 10    10 : 2 = 5
4/10     2/5
6/9
6 : 3 = 2
9 : 3 = 3
2/3
50/70
50 : 10 = 5
70 : 10 = 7
5/7
25/100
25 : 25 = 1
100 : 25 = 4
1/4

Slide 6 - Slide

de relatie tussen een percentage en een breuk
De meest gebruikte percentages en breuken
kun je opzoeken op je rekenkaart.

Daarna kun je gaan rekenen 
met andere percentages en breuken.

1/8 = ..... %

Slide 7 - Slide

de relatie tussen een percentage en een breuk
De meest gebruikte percentages en breuken
kun je opzoeken op je rekenkaart.

Daarna kun je gaan rekenen 
met andere percentages en breuken.

1/8 = 12,5 %
3/8 = 3 x 1/8 = 3 x 12,5 % = ..... %

Slide 8 - Slide

de relatie tussen een percentage en een breuk
De meest gebruikte percentages en breuken
kun je opzoeken op je rekenkaart.

Daarna kun je gaan rekenen 
met andere percentages en breuken.

1/8 = 12,5 %
3/8 = 3 x 1/8 = 3 x 12,5 % = 37,5 %

Slide 9 - Slide

Welk percentage hoort bij 3/4 ?

timer
1:00
A
4:3 = 1,3333
B
3 x 25% = 75%
C
3:4= 0,75
D
4:3x100= 13,33%

Slide 10 - Quiz

de relatie tussen een percentage en een breuk
De meest gebruikte percentages en breuken
kun je opzoeken op je rekenkaart.

Daarna kun je gaan rekenen 
met andere percentages en breuken.

1/100 = 1 %
34/100 = 34 x 1/100 = 34 x 1 % = 34 %

Slide 11 - Slide

Welk percentage hoort bij de breuk 56/100?

timer
1:00
A
56x1%= 56%
B
56:100=0,56%
C
56:100x10=5,6%
D
56:100x100=56

Slide 12 - Quiz

andersom
Welke breuk hoort bij 63 % ?

timer
1:00
A
63:100=0,63
B
63x100=6300%
C
100:63=1,5873/100
D
63/100

Slide 13 - Quiz

de relatie tussen een percentage en een breuk
De meest gebruikte percentages en breuken
kun je opzoeken op je rekenkaart.

Daarna kun je gaan rekenen 
met andere percentages en breuken.

1/10 = 10 %
3/10 = 3 x 1/10 = 3 x 10 % = 30 %

Slide 14 - Slide

4/5 is hoeveel procent?

timer
1:00
A
4:5= 0,8
B
4:5x100= 80
C
4 x 1/5 = 80%
D
5:4= 1,25 %

Slide 15 - Quiz

andersom
Welke breuk hoort bij 60% ?

timer
1:00
A
6/10
B
3/5
C
30/50
D
60/100

Slide 16 - Quiz

het gebruik van breuken en percentages
- het gaat altijd om een deel van iets.
Soms reken je makkelijker met een breuk (delen door), 
soms reken je makkelijker met een percentage. 
(gedeeld door 100 x ...)
voorbeelden
- 7/10 van € 330,00                         330,00:10x7   = € 231,00
is hetzelfde als 70% van € 330,00     330,00:100x70= € 231,00
- 25 % van 400 studenten                400 : 100 x 25 = 100 stn
is hetzelfde als 1/4 van 400 studenten          400 : 4 = 100 stn

Slide 17 - Slide

20% korting van € 500,00
Welk deel is de korting?


timer
1:00
A
€ 20,00
B
€ 100,00
C
20/100
D
1/5

Slide 18 - Quiz

1/4 deel korting van € 500,00
Hoeveel procent moet je betalen?

timer
1:00
A
75 %
B
25 %
C
3/4
D
€ 375,00

Slide 19 - Quiz

de relatie breuk en percentage
Maak de volgende sleepvraag zonder je rekenkaart.

Slide 20 - Slide

Wat hoort bij elkaar? Sleep de breuk naar het bijbehorende percentage.
50%
25%
10 %
20%
100%
1/2
1/4
1/10
1/5
1/1

Slide 21 - Drag question

Reken uit zonder de procentknop op de RM te gebruiken.
                          formule 
                          percentage = getal : 100 x aantal procenten

Slide 22 - Slide

87% van 1900 studenten

timer
0:30
A
87
B
1653
C
1653 studenten
D
16,53 studenten

Slide 23 - Quiz

85% van 1901 studenten

timer
0:30
A
1615,85 studenten
B
16,1585 studenten
C
161585 studenten
D
1616 studenten

Slide 24 - Quiz

huiswerk voor 23-06-'23
Maak alles af van het hoofdstuk procenten in ffRekenen.

Veel succes bij de voorbereiding van de toets!

Slide 25 - Slide