7.4 Reflexen en het autonome zenuwstelsel

Thema 7 Regeling
Les
  • §7.3 Het zenuwstelsel afronden
  • §7.4 Reflexen en het autonome zenuwstelsel



Huiswerk
Opdracht 37 van §7.3
Opdracht 40 en 47 van §7.4

1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 7 Regeling
Les
  • §7.3 Het zenuwstelsel afronden
  • §7.4 Reflexen en het autonome zenuwstelsel



Huiswerk
Opdracht 37 van §7.3
Opdracht 40 en 47 van §7.4

Slide 1 - Slide

§7.3 Het zenuwstelsel
  • Je kunt de bouw en signaalverwerking van de verschillende typen neuronen beschrijven. 
  • Je kunt de bouw, functies en werking van de verschillende delen van het zenuwstelsel beschrijven.

ruggenmerg, gemengde zenuwen, spinaal ganglion, witte stof, grijze stof

Slide 2 - Slide

In de hersenen ligt de grijze stof aan de buitenkant, witte stof binnenin.
In het ruggenmerg ligt de grijze stof binnenin en de witte stof aan de buitenkant!
Centrale zenuwstelsel

Slide 3 - Slide

Bouw van neuronen
Witte stof: 
Uitlopers (isolerend laagje zorgt voor witte kleur)

Grijze stof: 

Schakelcellen en cellichaam van bewegingszenuwcellen


Slide 4 - Slide

Het ruggenmerg
De grijze stof ligt in het midden van het ruggenmerg. Hier liggen de cellichamen van de schakelcellen en van de bewegingszenuwcellen.
In de witte stof liggen veel uitlopers van zenuwcellen (vooral schakelcellen). De witte stof is myeline.
In deze verdikkingen liggen de cellichamen van de gevoelszenuwcellen. We noemen het ruggenmergszenuwknopen.

Slide 5 - Slide

Bouw ruggenmerg
Aan de rugzijde (dorsaal) komen de
sensorische neuronen binnen. De celkernen ervan liggen nog buiten
het ruggenmerg in de spinale ganglia (enkelvoud: ganglion).
= verdikking van sensorische zenuw)

Slide 6 - Slide

§7.4 Reflexen en het autonome zenuwstelsel

  • Je kunt de functie van reflexen en een reflexboog beschrijven.
  • Je kunt de werking van het autonome zenuwstelsel beschrijven. 

reflexboog, autonome zenuwstelsel, orthosympatisch zenuwstelsel, parasympathisch zenuwstelsel

Slide 7 - Slide

Reflexen
Vaste, snelle, onbewuste reactie op een bepaalde prikkel (Binas tabel 88K)

Reflexboog: 
  • Hoofd en hals = hersenstam
  • Romp en ledematen = ruggenmerg
  • Later pas impulsen bij grote hersenen = bewustwording


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide


Organen gekoppeld via nervus vages


Parasympatisch zenuwstelsel

Slide 10 - Slide


Organen gekoppeld via de grensstrengen.
Orthosympatisch zenuwstelsel

Slide 11 - Slide

Aan de slag!
Maak opdracht 37, 40 en 47 van §7.3 en §7.4

Slide 12 - Slide

Hersenbloeding
Een oom van Jennifer heeft een hersenbloeding gehad in de motorische schors van de linkerhersenhelft. Dit gebied activeert de beenspieren. De hersenbloeding heeft geleid tot een uitval van dit centrum. 

Hij komt per ongeluk met z’n rechterbeen tegen een heet voorwerp.
Leg uit of hij: 
- Dit voelt?
- Zijn been met een reflex kan wegtrekken? 
- Zijn been via een bewuste beweging kan wegtrekken? 

Slide 13 - Slide

§7.4 Reflexen en het autonome zenuwstelsel

  • Je kunt de functie van reflexen en een reflexboog beschrijven.
  • Je kunt de werking van het autonome zenuwstelsel beschrijven. 

reflexboog, autonome zenuwstelsel, orthosympatisch zenuwstelsel, parasympathisch zenuwstelsel

Slide 14 - Slide

Thema 7 Regeling
Les
  • §7.3 Het zenuwstelsel afronden
  • §7.4 Reflexen en het autonome zenuwstelsel



Huiswerk
Opdracht 37 van §7.3
Opdracht 40 en 47 van §7.4

Slide 15 - Slide