H1 LEZEN VmboT- Havo Brugklas 9 dec

LEZEN
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

LEZEN

Slide 1 - Slide

Wat doen we deze les?

  • We leren wat het onderwerp van een tekst is
  • We leren het verschil tussen titels en tussenkopjes 
  • We leren het verschil tussen een onderwerp en een deelonderwerp

Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 1 LEZEN


Slide 3 - Slide

Elke tekst gaat ergens over

Het onderwerp van de tekst is:

Datgene waar de tekst over gaat in één of een paar woorden.
Let op: het is nooit een zin!



oriënterend lezen
je bekijkt:

de titel, de tussenkopjes, illustraties, anders gedrukte woorden en je leest de eerste alinea

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

In het middenstuk/ kern krijg je de meeste informatie over het onderwerp van de tekst.

De verschillende aspecten (kanten, delen) van het onderwerp worden in dit deel uitgewerkt.

Slide 6 - Slide

Stel je hebt een tekst met als onderwerp:

Films
deelonderwerpen:

actiefilms, griezelfilms, sciencefiction film

Slide 7 - Slide

  • Om te bepalen wat de deelonderwerpen zijn, kun je het beste de eerste en laatste zin van elke alinea lezen.

  • Je weet dan namelijk welke kanten van het onderwerp worden besproken. 

  • Dit noemen we globaal lezen.

Slide 8 - Slide

  • Soms bestaat een deelonderwerp uit één alinea. Soms gaan meer alinea's over hetzelfde deelonderwerp. 

  • Vaak zet de schrijver dan een tussenkopje boven die alinea's.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Waarom is iemand links- of rechtshandig?
Ik ga een tekst voorlezen.
Ik ga hem voorlezen zoals ik het in mijn hoofd doe. 
Ik ga hem hardop voorlezen. 
Ik wil dat jullie opschrijven wat jullie mij horen doen. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Opdracht
Werk in tweetallen en beantwoord de volgende vragen, schrijf ze op, we gaan ze klassikaal behandelen:
1) wat is de titel van de tekst?
2) heeft de tekst tussenkopjes? Zo ja, welke?
3) wat is het middenstuk/ de kern van de tekst?
4) benoem het onderwerp van de tekst
5) welke moeilijke woorden ben je tegengekomen?

Je krijgt hier 15 minuten de tijd voor.

 

Slide 13 - Slide