Disk thema 21 les 3

1 / 41
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Heb je weleens heimwee gehad?
Nee, wat is dat?
Ja, heel vervelend.

Slide 2 - Poll

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat betekent heet?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Ken je een ander woord voor het brein?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat is de horizon?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat betekent ideaal?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Wat kun je zeggen als je het eens bent met iemand?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Wat betekent informeren?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Wat is het tegenovergestelde van uitspugen?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Wat doe je om je huid te beschermen tegen de zon?

Slide 26 - Mind map

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Wat is het tegenovergestelde van uitstappen?

Slide 29 - Open question

Slide 30 - Slide

Wat is de horizon?

Slide 31 - Open question

Wat betekent informeren?
A
Informatie geven
B
Informatie opvragen
C
Informatie schreeuwen
D
Informatie opslaan

Slide 32 - Quiz

Wat betekent innemen?
A
Bijten
B
Spugen
C
Slikken
D
Afpakken

Slide 33 - Quiz

Maak een zin met het werkwoord 'instappen'. (Denk aan de hoofdletters. en leestekens)

Slide 34 - Open question

In welke zin wordt het woord 'ideaal' goed gebruikt.
A
De zon schijnt, het is ideaal weer om te gaan zwemmen.
B
Wat doe jij raar, jij bent echt ideaal!
C
Ik heb veel honger, dus ik ga even een ideaal eten.
D
Het is echt ideaal om te gaan sporten als je je been gebroken hebt.

Slide 35 - Quiz

Wat is een ander woord voor 'inderdaad'?
A
Niet waar
B
Grappig
C
Oneens
D
Dat klopt.

Slide 36 - Quiz

Wat doen je hersenen?
A
Regelen dat je kan voelen.
B
Regelen dat je kunt bewegen.
C
Regelen dat je kan ademen.
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 37 - Quiz

Ik wil niet verbranden in de zon, wat kan ik doen?

Slide 38 - Open question

In de zomer is het vaak ...
...heet.
...koud.

Slide 39 - Poll

Wat betekent heimwee?
A
Graag op vakantie gaan.
B
Graag naar school gaan.
C
Graag naar huis willen.
D
Graag naar de supermarkt gaan.

Slide 40 - Quiz

Goed gedaan!

Slide 41 - Slide