Een groep studenten van een universiteit moet beslissen welk goed doel ze willen steunen met hun jaarlijkse fondsenwervingsactie. Ze hebben de keuze tussen het steunen van een lokaal daklozencentrum dat directe hulp biedt aan daklozen in de stad, of het steunen van een internationale organisatie die zich richt op het leveren van schoon drinkwater aan gemeenschappen in ontwikkelingslanden. De studenten willen een beslissing nemen die het grootste positieve effect heeft op het welzijn van mensen, dus ze overwegen het utilitarisme.