LES 6 12.2 Gezonde voeding

Welkom
Telefoon weg
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Telefoon weg
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

Slide 1 - Slide

Wat kom je tegen aan verleidingen? Plekken waar je wel eens eten koopt / zou kunnen kopen op weg naar school/huis?

Slide 2 - Slide

hoe vaak per dag maak jij een beslissing over wel/niet iets gaan eten per dag?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

voedingsstoffen
voedingsmiddelen = eten en drinken

daarin zitten de 6 categorien voedingsstoffen die je lichaam voor allerlei doeleinden gebruikt
leren!

Slide 8 - Slide

Functies van Voedingsstoffen
  1. Brandstof  - Koolhydraten, Vetten, Eiwitten (in nood)
  2. Bouwstof   - Koolhydraten, Vetten, Eiwitten, Mineralen, Water
  3. Hulpstof     - Vitaminen

Reservestof: voedingsstof die opgeslagen wordt

Vezels: géén voedingsstof! bevorderen darmperistaltiek
Leren!

Slide 9 - Slide

mineralen
Ander woord voor mineralen is zouten

Mineraal                            Toepassing
IJzer (Fe)                           (rode bloedcellen)
Calcium (Ca)                     (skelet)            
Fosfor (P)                          (ATP)
Kalium (K)                          (zenuwstelsel)
Natrium (Na)                      (zenuwstelsel)
Chloor (Cl)                         (zenuwstelsel)
Jodium (I)                           (hormoonstelsel)
Leren!

Slide 10 - Slide

Veel vitamines zijn hulpstoffen voor de stofwisseling.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz


Bekijk de afbeelding hiernaast.
Deze aandoening wordt veroorzaakt door een jodiumdeficiëntie.

a: Wat is jodium voor een voedingstof?
b: Zoek op wat er bedacht is zodat deze aandoening niet meer of minder voorkomt.

Slide 12 - Open question

Vitamine C kan niet door het menselijk lichaam geproduceerd worden.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Welk mineraal zit in DNA?

Slide 14 - Open question

In één van de vakken van de schijf van vijf horen producten als pasta, aardappel, rijst en brood.

Welke voedingsstoffen zitten vooral in deze producten?
Noteer de hoofdletter van je antwoord.


A
Eiwitten en mineralen
B
Vetten en vitaminen
C
Vitaminen en voedingsvezels
D
Vitaminen en zetmeel

Slide 15 - Quiz

12.2 Leerdoel

Je kunt uitleggen wat er kan gebeuren bij een tekort of een overmaat aan voedingsstoffen gebeurt

Slide 16 - Slide

De ADH geeft aan hoeveel je van een bepaalde vitamine of mineraal nodig hebt.
Waar staat ADH voor?
A
algemene daadwerkelijke hoeveelheid
B
algemene dagelijkse hoeveelheid
C
aanbevolen daadwerkelijke hoeveelheid
D
aanbevolen dagelijkse hoeveelheid

Slide 17 - Quiz

gezonde voeding
= als je alle voedingsstoffen binnen krijgt waar je lichaam behoeft aan heeft, in de juiste verhouding!

ADH = aanbevolen dagelijkse hoeveelheid


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Van welke voedingsstof is er sprake bij een gebrek aan deze plaatjes?

Slide 20 - Slide

Van welk voedingsstof is er sprake van een gebrek in plaatjes 1, 2 en 3 op de vorige slide?

Slide 21 - Open question

Gebreksziekte:   
ontstaat door een langdurig gebrek aan bepaalde mineralen of vitaminen. Dan kom je dus voor een langere tijd niet aan de ADH.                      


gebrek aan vitamine A1:
- (nacht)blindheid        
- troebel hoornvlies








Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Welke voedingsstof kregen deze zeelui te weinig binnen? Wat was hun oplossing?

Slide 24 - Open question



De Engelse ziekte ontstaat bij een gebrek aan vitamine D en daarom krijgen kinderen tot de leeftijd van 4 jaar het advies om dagelijks 10 mg vitamine D te slikken. Ook gesluierde vrouwen (vrouwen die geheel bedekt zijn) en oude mensen die alleen binnen zitten krijgen het advies extra vitamine D te slikken.

Waarom krijgen gesluierde vrouwen het advies om extra vitamine D te slikken? (I,2p)

Slide 25 - Open question

Te veel voedingsstoffen

Slide 26 - Slide

Je krijgt overgewicht wanneer de hoeveelheid energie opgenomen in de voeding
(1) minder/evenveel/meer is dan de hoeveelheid energie die je nodig hebt voor je dagelijkse activiteiten. Vaak is daarbij een hoge inname van (2) suiker/zout/eiwitten een grote oorzaak.
Je kunt afvallen door de hoeveelheid energie opgenomen in de voeding (3) minder/evenveel/meer te maken dan de hoeveelheid energie die je nodig hebt voor je dagelijkse activiteiten.

Noteer bij elk nummer het juiste woord om het verhaal kloppend te maken (R)

Slide 27 - Open question

Verwerkingsvragen
- Maak de opdrachten bij basiskennisvragen 12.2 

- Maak een samenvatting of begrippenlijst van 12.2

Klaar? --> Maak de toetsvragen bij 12.2

Slide 28 - Slide

Deze les:

- Terugblik vorige les
- Uitleg 12.2
- Zelfstandig werken
Na deze les kun je vertellen of je 12.1 goed begrijpt en heb je uitleg gekregen over 12.2 waardoor je deze zelfstandig kan doorwerken.

Slide 29 - Slide