H-1 1.1 behoeften en middelen Pincode

H-1 1.1 Voor niks gaat de zon op.
Havo 4/5


Mw. Lagarde
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieSpeciaal OnderwijsLeerroute 4Leerroute 5

This lesson contains 18 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H-1 1.1 Voor niks gaat de zon op.
Havo 4/5


Mw. Lagarde

Slide 1 - Slide

Weten we dit nog?
Noem 5 verschillende valuta.

Wat is Chartaal geld?
Wat is giraal geld?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je leert vandaag:
- Je kunt uitleggen hoe schaarste ontstaat en dat en door schaarste keuzes moeten worden gemaakt.
- Je kunt de nettobaten berekenen van alternatief aanwendbare schaarse middelen en bepalen welke aanwendingsrichting gekozen wordt.

Slide 3 - Slide

Behoeften
Behoeften: Alles wat je graag wilt hebben of nodig hebt noem je op deze manier.

Primaire behoeften: Voeding, kleding en onderdak.
Secundaire behoeften:  Alle behoeften die je leven beter en prettiger maken.

Slide 4 - Slide

Waarom maak je keuzes?
Middelen: Tijd en geld. Dit is niet oneindig aanwezig.
Schaarste: Er is sprake van schaarste als er productiemiddelen moeten worden opgeofferd om het product voort te brengen. Schaarste ontstaat doordat we aan de ene kant oneindig veel behoeften hebben, maar slechts een beperkte hoeveelheid productiemiddelen hebben om in die behoeften te voorzien. Er is iets niet vanzelf.

Slide 5 - Slide

Hoe kun je in je behoeften voorzien?
Consumeren: is het kopen van producten om in je eigen behoeften te kunnen voorzien.
Diensten: zijn activiteiten waarmee in een behoeften kan worden voorzien. Bijv. een knipbeurt bij de kapper of een reparatie aan je fiets.

Goederen: Zijn tastbare producten die je kunt kopen.

Gebruiksgoederen: zijn producten die je meerdere keren kunt gebruiken, zoals een tandenborstel.
Verbruiksgoederen: Kun je maar een keer gebruiken zoals tandpasta.

Slide 6 - Slide

Welke keuzes maak je?
Alternatief aanwendbaar: Een bepaald middel gebruikt kan worden om verschillende behoeften te bevredigen. De verschillende manieren waarop je dit middel kan gebruiken noem je de aanwendingsrichting. De alternatieve aanwendbaarheid van een middel is een van de twee eisen om van een schaars middel te spreken.

Slide 7 - Slide

Zelfvoorzienend leven
Zelfvoorzienend: als je je eigen voedsel verbouwd of je eigen energie opwekt of je bent onafhankelijk van anderen ben je zelfvoorzienend.

Slide 8 - Slide

Kosten en baten
Aanwendingsrichting: Alternatief aanwendbaar betekent dat een middel gebruikt wordt om verschillende behoeften te bevredigen.

kosten en opbrengsten --> baten

Nettobaten: baten - kosten

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Opdrachten maken
Maken opdrachten 1 t/m 4.

Niet af wordt huiswerk!

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

H-1 1.2 Kiezen of delen
Havo 4/5

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt werken met een budgetlijn voor twee producten.
- Je kunt veranderingen van de budgetlijn door veranderingen van het budget en van prijzen uitleggen.
- Je kunt de budgetlijn op de arbeidsmarkt verklaren.

Slide 14 - Slide

Budget
- Tastbare middelen
- Tijd 

Tastbare middelen zijn alle goederen en geld waar iemand over beschikt, want voor dat geld kun je extra middelen kopen.

Productcombinaties: Op een vrije zaterdagochtend kun je bijv. eerst twee uur uitslapen of twee uur gaan sporten. Zo ontstaan er combinaties van middelen waar je het budget aan uitgeeft. 
Budgetlijn: Deze lijn geeft alle mogelijke productcombinaties die de maximaal kunt kopen met een bepaald budget. De budgetlijn laat zo zien welke productcombinaties binnen een budget passen en welke niet.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Opdrachten maken
1.1 --> Maken opdrachten 1 t/m 4.

1.2 --> Maken opdrachten 1 t/m 5.

Niet af wordt huiswerk!

Slide 18 - Slide