Neem de letters a t/m d over en noteer het begrip waarmee je dit verschijnsel kunt omschrijven erachter. Bij elke letter moet een ander begrip staan.
a. Minderheden passen zich grotendeels aan de hoofdcultuur van het land aan. Ze leren bijvoorbeeld de taal van hun nieuwe land.
b. In de Verenigde Staten wonen mensen die oorspronkelijk Iers, Duits, Zweeds en Nederlands zijn. Zij zijn echter helemaal opgegaan in de Amerikaanse cultuur.
c. In veel steden wonen armere bevolkingsgroepen vaak bij elkaar in aparte wijken.
d. Vroeger hadden veel steden in Nederland speciale wijken voor Joodse mensen: de getto.