Je kunt rekenen met formules waar letters in voorkomen.
H3: ASSENSTELSEL
3.1 Gps-coördinaten
3.2 Assenstelsel
3.3 Informatie in een
assenstelsel
3.4 Woordformules
3.5 Formules met letters
3.6 Grafiek bij een formule
Slide 2 - Slide
Onderbouw
Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.
Leerdoelencheck
Terugblik
Blz 42
Het vaste bedrag is €15
Per adres krijgt Lies €0,10
15 + 0,10 ⋅ 150 = 30
Dus bij 150 adressen zijn de inkomsten €30 per week.
Slide 3 - Slide
Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.
Leerdoelencheck
Terugblik
Blz 42
Het vaste bedrag is €15
Per adres krijgt Lies €0,10
15 + 0,10 ⋅ 150 = 30
Dus bij 150 adressen zijn de inkomsten €30 per week.
Slide 4 - Slide
Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.
Leerdoelencheck
Terugblik
Blz 42
Het vaste bedrag is €15
Per adres krijgt Lies €0,10
15 + 0,10 ⋅ 150 = 30
Dus bij 150 adressen zijn de inkomsten €30 per week.
Slide 5 - Slide
Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.
Leerdoelencheck
Terugblik
Blz 42
Het vaste bedrag is €15
Per adres krijgt Lies €0,10
inkomsten = 15 + 0,10 ⋅ 150 = 30
Dus bij 150 adressen zijn de inkomsten €30 per week.
Slide 6 - Slide
Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.
Nieuwe theorie
Ted heeft een auto waar 60 liter benzine in kan. Ted tankt altijd bij de Esso waar hij €2,- per liter benzine moet betalen. Hij moet als hij tankt €5,- servicekosten betalen.
Woordformule:
kosten (€) = 5 + 2 ⋅ aantal liters benzine
Vast bedrag
Bedrag per liter
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Nieuwe theorie
Woordformule:
kosten (€) = 2 ⋅ aantal liters benzine + 5
Formule met letters:
kosten (€) = 2 ⋅ l + 5OF
kosten (€) = 5 + 2 ⋅ l
Vast bedrag
Bedrag per liter
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Nieuwe theorie
Woordformule:
kosten (€) = 2 ⋅ aantal liters benzine + 5
Formule met letters:
kosten (€) = 2 ⋅ l + 5OF
kosten (€) = 5 + 2 ⋅ l
Vast bedrag
Bedrag per liter
Slide 9 - Slide
This item has no instructions
Nieuwe theorie
Woordformule:
kosten (€) = 2 ⋅ aantal liters benzine + 5
Formule met letters:
kosten (€) = 2 ⋅ l + 5OF
kosten (€) = 5 + 2 ⋅ l
Vast bedrag
Bedrag per liter
Slide 10 - Slide
This item has no instructions
Nieuwe theorie
Formule met letters:
kosten (€) = 2 ⋅ l + 5
kosten (€) = 5 + 2 ⋅ l
Dit kunnen we korter opschrijven:
kosten (€) = 2l + 5
kosten (€) = 5 + 2l
Slide 11 - Slide
This item has no instructions
Slide 12 - Slide
This item has no instructions
Slide 13 - Slide
This item has no instructions
Huiswerk
timer
5:00
Achter de les
Voor dinsdag 12 december:
Maken:
vanaf blz 172: 43, 44, 45
(extra: 47) 48, 49, 50
Nakijken via SOM
Slide 14 - Slide
This item has no instructions
Vooruitblik
Volgende les
Leerdoelencheck §3.5
§3.6 Grafiek bij een formule
H3: ASSENSTELSEL
3.1 Gps-coördinaten
3.2 Assenstelsel
3.3 Informatie in een
assenstelsel
3.4 Woordformules
3.5 Formules met letters
3.6 Grafiek bij een formule
Slide 15 - Slide
Onderbouw
Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.