Hielprik neonaten

Hielprik
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hielprik

Slide 1 - Slide

Hoe wordt de hielprik ook wel genoemd?
A
Neonatale screening
B
PKU
C
CHT-prik
D
gehoortest

Slide 2 - Quiz

Inhoud
  1. Wat is de hielprik? 
  2. Waarop wordt getest
  3. Werkwijze hielprik
  4. Specifieke aandachtspunten
  5. Info over de gehoortest bij babies

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Is de hielprik een voorbehouden handeling?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Waarom is de hielprik een voorbehouden handeling?

Slide 6 - Open question

voorbehouden handeling: 
https://www.rivm.nl/publicaties/beleidskader-pre-en-neonatale-screeningen
Het Beleidskader Pre- en Neonatale Screeningen geeft een overzicht van de wettelijke en beleidsmatige kaders voor vijf screeningen die tijdens de zwangerschap en kort na de geboorte preventief worden aangeboden. Deze kaders zijn door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) vastgesteld. Er zijn drie screeningen voor het ongeboren kind: op het syndroom van down, op enkele infectieziekten zoals hiv, en lichamelijke afwijkingen. De screeningen vlak na de geboorte betreffen het gehoor van het kind en de hielprik. Het RIVM voert sinds 2006 de regie op de bevolkingsonderzoeken en bewaakt vanuit die rol de kwaliteit, bereikbaarheid en betaalbaarheid ervan. Het beleidskader is een instrument om de regie te voeren. De uitvoering ligt bij de uitvoeringsorganisaties. Het beleidskader beschrijft eveneens hoe partijen samenwerken die betrokken zijn bij de voorbereiding van, besluitvorming over en uitvoering van de pre- en neonatale screeningen. Voor een goede kwaliteit van de screening is het immers van belang dat alle logistieke en inhoudelijke processen goed op elkaar aansluiten. Vooral de 'overgang' van een uitslag van een bevolkingsonderzoek naar een diagnose en behandeling is een belangrijke stap, waarvoor partijen binnen het bevolkingsonderzoek en de zorg gezamenlijk verantwoordelijk zijn. Daarnaast worden de kaders weergegeven die relevant zijn voor de nadere uitwerking van de draaiboeken van de screeningen. Deze draaiboeken zijn vooral gericht op de wijze waarop de screeningen worden uitgevoerd. Het beleidskader zal regelmatig worden getoetst en indien nodig aangepast aan de actualiteit.

Slide 7 - Slide

De hielprik
  1. Het afnemen van enkele druppels bloed uit de hiel van een zuigeling.
  2. Na 72 uur, uiterlijk na 168 uur na de geboorte                             (ideaal is na 72 uur volgens het RIVM).
  3. De hielprik is vrijwillig. Vooraf wordt om toestemming gevraagd aan ouder(s) / verzorgers

Slide 8 - Slide

Waarom een hielprik? 
  1. Vroegtijdig opsporen van ernstige, zeldzame maar behandelbare  aandoeningen.
  2. Het bloed wordt onderzocht op  31 ziektes.
  3. Bij deze ziektes hebben interventies en behandelingen direct na de geboorte grote voordelen. 
  4. Dit zijn behandelingen zoals het geven van een geneesmiddel of een dieet


Slide 9 - Slide

Om welke ziekten gaat het?
o.a. gaat het om de volgende ziekten;
  • Een aantal stofwisselingsziekten (bijv. phenylketonurie)
  • Een ziekte van de schildklier
  • Een ziekte van de bijnier
  • Erfelijke vorm van bloedarmoede (sikkelcelziekte)
  • Taaislijmziekte (CF: cystic fibrosis)


Slide 10 - Slide

Uitslag

Uitslag goed;  geen bericht (na 5 weken)
Uitslag niet goed;  huisarts zoekt contact

Slide 11 - Slide

Waarom wordt er in de hiel geprikt?

Slide 12 - Open question

Waarom de hiel?
  1. De vinger van een baby is nog te klein voor een vingerprik.
  2. Er zitten haarvaatjes in de hiel. Gemakkelijk en veilig om op deze wijze voldoende bloed te halen voor de hielprikkaart
  3. Er hoeft geen bloedvat aangeprikt te worden.

Slide 13 - Slide

Contra- indicaties
  • Na een bloedtransfusie bij de zuigeling
  • Toediening corticosteroïden
  • Als er een infuus geplaatst is
  • Oedemateuze voet
  • Infectie, ontsteking of beschadiging van de huid

Slide 14 - Slide

Nodig voor afname

  1. Lancet:                                          Hiel wordt aangeprikt met een lancet
  2. Hielprikkaart:                          Bloed wordt aangebracht op de hielprikkaart

Slide 15 - Slide

Hielprikkaart

Slide 16 - Slide

Invullen hielprikkaart
  1. De hielprikkaart dient volledig en leesbaar ingevuld te worden met een zwarte balpen
  2. De hielprikkaart moet volledig ingevuld worden in aanwezigheid van de ouder(s) en /of verzorgers.
  3. Indien ouder(s) en /of verzorgers geen toestemming geven voor ontvangen van dragerschapsinformatie sikkelcelziekte, of geen toestemming geven voor het gebruik van restantbloed voor anoniem wetenschappelijk onderzoek dan moeten ouders een paraaf zetten

Slide 17 - Slide

Prik aan de voetzoolzijde, langs de binnen- en buitenzijde

Werkwijze
hielprik

Slide 18 - Slide

Plaats de lancet op de hiel
Houd rekening met de richting van de massage (stuwing)

Slide 19 - Slide

Hoe zorg je ervoor dat er voldoende bloed komt om de test te vullen?
A
testblad met kleinere rondjes nemen
B
zelf warme handen hebben en hiel verwarmen
C
pijnstillende paste gebruiken op hiel baby
D
handschoenen dragen en geen bloedverliezen

Slide 20 - Quiz

Aandachtspunten 
  • Warme hiel om gemakkelijker bloed te verkrijgen
    (warm washandje om de hiel te verwarmen, max. 38 graden)
  • Zelf warme handen
  • Draag handschoenen
  • Geen bloeddoorstroming bevorderende of pijnstillende pasta’s of zalf gebruiken

Slide 21 - Slide

Bloedafname

Zorg dat alle rondjes goed zijn gevuld

Slide 22 - Slide

Hielprikkaart goed gevuld

Slide 23 - Slide

Hielprikkaart niet goed gevuld

Slide 24 - Slide

Hielprikkaart niet goed gevuld

Slide 25 - Slide

Hielprikkaart niet goed gevuld

Slide 26 - Slide

Nazorg
  1. Pleister dwars op wond, wondranden naar elkaar toe
  2. Hielprikkaart goed laten drogen
  3. De screener doet zelf de hielprikkaart op de post, op de dag dat de hielprik is uitgevoerd (brievenbus PostNL)
  4. Vraag aan ouders of ze de hielprikenvelop 3 maanden willen bewaren. Mocht getwijfeld worden of de hielprik is verricht, dan toont de envelop dat deze is uitgevoerd.

Slide 27 - Slide

Eerste en tweede herhaalde hielprik
  • Eerste herhaalde hielprik:  
Testvlakken op hielprikkaart onvoldoende gevuld zijn;
Te vroege afname.
  • Tweede hielprik:
Indien uitslag dubieus is.

Slide 28 - Slide

 gehoortest bij babies

Slide 29 - Slide

wat is een gevolg van slechthorendheid bij babies?
A
Het kind begrijpt geen gevaar
B
het kind leert geen woordjes zeggen
C
het kind brabbelt niet
D
andere reactie op geluid in de eerste 2 maanden

Slide 30 - Quiz

https://www.pns.nl/gehoortest-baby#039;s
De gehoortest, die ook gehoorscreening wordt genoemd, onderzoekt of uw baby goed kan horen. Hoe eerder dat gebeurt, hoe sneller de behandeling kan beginnen. De gehoortest doet geen pijn en duurt maar een paar minuten. Uw kind merkt er nauwelijks iets van en slaapt waarschijnlijk gewoon door.

Waarom de gehoortest?
Een kind dat niet goed kan horen, kan ook niet goed leren praten. Goed kunnen horen en praten is belangrijk om contact te maken met andere mensen. En om te kunnen leren. Als een kind niet goed kan horen is vaak een behandeling mogelijk. Hoe eerder de behandeling begint, hoe beter het kind kan leren praten.
Wanneer krijgt uw kind de gehoortest?
De gehoortest gebeurt meestal in de eerste week na de geboorte. Vaak tegelijk met de hielprik. Een medewerker van de jeugdgezondheidszorg komt daarvoor bij u thuis. Soms wordt er van tevoren een afspraak gemaakt, maar vaak komt de medewerker gewoon langs.
In sommige delen van Zuid-Holland en Gelderland gebeurt de gehoortest op het consultatiebureau als het kind een paar weken oud is. U krijgt dan een uitnodiging.
Lees hier als uw kind in het ziekenhuis of op de Intensive Care voor pasgeborenen (NICU(neonatale intensive care unit )) ligt.
Hoe gaat de gehoortest?
Uw kind krijgt een klein dopje in het oor. Hier komen zachte geluidjes uit. Het onderzoek doet geen pijn en duurt maar een paar minuten. De meeste kinderen slapen gewoon door tijdens de gehoortest. De gehoortest werkt het beste als uw baby rustig is en slaapt. Uw baby kan in de wieg of in uw armen blijven liggen tijdens de gehoortest. Het moet wel stil zijn in de kamer.





Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video