Tijdens het examen moet je een tekst schrijven. Dit kan een artikel, brief of e-mail zijn. Elke schrijfopdracht wordt vooraf gegaan door een tekst die gaat over het onderwerp.
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
schrijven
Tijdens het examen moet je een tekst schrijven. Dit kan een artikel, brief of e-mail zijn. Elke schrijfopdracht wordt vooraf gegaan door een tekst die gaat over het onderwerp.
Slide 1 - Slide
Aan welke eisen moet een goede titel voldoen?
Slide 2 - Open question
Welke titel voor een artikel over verschillende soorten koekjes is goed?
A
Lekker.
B
Soorten koekjes
C
Welke soort koekjes is het lekkerst?
D
Sprits, rondo's, gevulde koeken
Slide 3 - Quiz
Welke leestekens mag je gebruiken aan het eind van de titel?
Slide 4 - Open question
Je mag geen afkortingen gebruiken in je mail, brief of artikel, n.a.v. moet je dus voluit schrijven. Wat is de juiste spelling?
Slide 5 - Open question
wat is een synoniem van: naar aanleiding van?
A
zoals
B
maar
C
daardoor
D
vanwege
Slide 6 - Quiz
Schrijf de volgende zin zonder de afkorting, gebruik daarvoor een synoniem. Ik schrijf deze brief n.a.v. een gelezen artikel.
Slide 7 - Open question
wat is de juiste aanhef?
A
Geachte mevrouw Thijssen
B
Geachte Mevrouw Thijssen,
C
Geachte mevrouw Thijssen,
D
geachte mevrouw Thijssen,
Slide 8 - Quiz
Wat is de juiste aanhef?
A
Geachte mevrouw Van Dijk,
B
Geachte Mevrouw Van Dijk,
C
Geachte mevrouw Van Dijk
D
Geachte mevrouw van Dijk,
Slide 9 - Quiz
Hoe mag je een e-mail beginnen?
A
Hallo, ik ben Jan de Groot.
B
Mijn naam is Jan de Groot.
C
mijn naam is Jan De Groot.
D
Goedendag, mijn naam is Jan de Groot.
Slide 10 - Quiz
Welk tekstdoel heeft een artikel niet?
A
informeren
B
instrueren
C
overhalen/ tot handelen aanzetten
D
mening geven
Slide 11 - Quiz
Wat is de juiste volgorde van de conventies bij een brief? 1 plaats en datum 2 betreffende 3 eigen gegevens 4. de gegevens van de ander
A
1 - 2 - 3 - 4
B
4 - 1 - 2 - 3
C
3 - 1 - 2 - 4
D
3 - 1 - 4 - 2
Slide 12 - Quiz
De eerste conventie van je brief is het blokje met je eigen gegevens. Noteer die van jezelf.
Slide 13 - Open question
Wat moet je in de inleiding van een e-mail altijd zetten?
Slide 14 - Open question
Je hebt een brief geschreven en wil iemand uitnodigen op jouw school. Schrijf een stuk tekst waarin je dat doet en aangeeft waar, wanneer en hoe laat je de persoon verwacht.
Slide 15 - Open question
Hoe sluit je een e-mail of brief netjes af?
A
Groetjes,
B
M.v.g.
C
Met vriendelijke groet,
D
Met vriendelijke groet.
Slide 16 - Quiz
Welke notatie is juist?
A
Dieren, 18-4-2023
B
Dieren, 18 April 2023
C
18 april 2023, Dieren
D
Dieren, 18 april 2023
Slide 17 - Quiz
examen 2022-3 schrijfopdracht
Lees de situatieschets aandachtig door. Markeer de belangrijke zinnen die jij voor je schrijfopdracht wil gaan gebruiken. 10 minuten, klaar beantwoord de volgende vraag en schrijf alvast de inleiding.