Samenvatting Geluid

Samenvatting Geluid
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Samenvatting Geluid

Slide 1 - Slide

Let op
Tijdens de quiz vragen heb je ongeveer 10 seconden of 20 seconden de tijd om te antwoorden

Slide 2 - Slide

Geluid is een trilling
Aantal trillingen per seconde is de frequentie (f)
Eenheid is de Hz (Herz)

Hoe hoger de frequentie, hoe hoger de toon

De tijd voor 1 trilling is de Trillingstijd (T)
Eenheid is de s (seconde)

Omrekenen:
T = 1/f         en         f = 1/T

Slide 3 - Slide

Voorbeeld
De trillingstijd is 0,004 s: wat is de frequentie?

1:   Bereken de frequentie (in Hz)
2:   f = 1 / T
3:   T = 0,004 s
4:   f = 1/0,004 = 250 Hz
5:   de frequentie = 250 Hz

Slide 4 - Slide

Welke formule gebruik je om de Trillingstijd te berekenen?
A
f = 1/T
B
T = 1/f

Slide 5 - Quiz

Wat is de eenheid die hoort bij frequentie
A
dB
B
Hz
C
s
D
m

Slide 6 - Quiz

Wat is de Trillingstijd van een toon als de frequentie 10 Hz bedraagt
A
10 s
B
1 s
C
0,1 s
D
0,01 s

Slide 7 - Quiz

Wat is ongeveer de frequentie als de trillingstijd van een toon 0.004 s bedraagt
A
2,5 Hz
B
25 Hz
C
250 Hz
D
2500 Hz

Slide 8 - Quiz

Amplitude
De amplitude is hoe hard een toon klinkt 
De eenheid van geluidsvolume is dB (decibel)

De luidheid of geluidsniveau geeft aan hoe hard het voor je oren is
Die eenheid wordt ook wel gemeten in dB(A)

Slide 9 - Slide

Amplitude
Hoe harder de toon, hoe groter de amplitude

Als je verder van een geluidsbron gaat staan, neemt de amplitude af (wordt kleiner), de frequentie blijft het zelfde

Met andere woorden je hoort dezelfde toon, deze klinkt zachter

Slide 10 - Slide

Welke toon klinkt het hoogst
A
Rood
B
Groen
C
Blauw
D
Alle even hoog

Slide 11 - Quiz

Welke toon klinkt het hards
A
Rood
B
Groen
C
Blauw
D
Alle even hard

Slide 12 - Quiz

Geluid horen
Nodig:

Geluidsbron (muziekinstrument, stem etc.)
Tussen stof  (lucht, water, staal etc)
Ontvanger (oren, microfoon)

Slide 13 - Slide

Geluidssnelheid
trillingen worden doorgegeven van deeltje naar deeltje

deeltjes dicht  op elkaar (vast stof) geven snel trillingen door
deeltjes iets van elkaar (vloeistof) geven langzamer de trillingen door
deeltjes ver van elkaar (gas) geven traag de trillingen door

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Geluidssnelheid
Met die gegevens kan je afstanden e.d. berekenen

Als je 2 van de 3 gegevens weet
kan je de laatste uitrekenen

Slide 16 - Slide

Voorbeeld
de snelheid van geluid in lucht is 343 m/s.
Als een donderklap op 5 kilometer afstand gebeurt, na hoeveel 
seconden hoor je de donder

1 de tijd voor je de klap hoort
2: t = s/V
3:  s = 5 km = 5000 meter, V = 343 m/s
4: t = 5000/343 = 14,6 s
5: je hoort de klap na ongeveer 15 seconden

Slide 17 - Slide

De snelheid van geluid in zeewater is 1510 m/s. De bodem ligt op 151 meter diepte. Hoelang duurt het voor een signaal de bodem bereikt
A
10 s
B
1 s
C
0,1 s
D
0,01 s

Slide 18 - Quiz

De snelheid van geluid in zeewater is 1510 m/s. De bodem ligt op 151 meter diepte. Hoelang duurt het voor een signaal vanaf de bodem een boot kan bereiken
A
10 s
B
1 s
C
0,1 s
D
0,01 s

Slide 19 - Quiz

Echo
In de vorige opgaven moest je eerst weergeven hoelang het duurde van boot naar bodem
en daarna van bodem naar boot

Bij echo locatie (sonar) wordt de afstand dus 2 x afgelegd.

Slide 20 - Slide

Echolocatie of sonar
Een boot of een boei zend een geluidsignaal uit.

Dat wordt weerkaatst op de bodem 

Het geluidsignaal wordt weer opgevangen

De weg wordt dus 2 x afgelegd

Slide 21 - Slide

De geluidsnelheid in zeewater is 1510 m/s
De bodem lig op 302 meter diepte

Hoelang duurt het voor een sonar actie om het geluid terug te ontvangen
A
0,2 s
B
0,4 s
C
0,8 s
D
1 s

Slide 22 - Quiz

De temperatuur is van invloed op de voortplantingssnelheid van geluid

Wat is die snelheid als een bliksem-ontlading op 6,5 kilometer afstand na 20 seconden een hoorbare knal geeft
A
343 m/s
B
325 m/s
C
130 m/s
D
650 m/s

Slide 23 - Quiz

Gehoorgrens
De mens kan niet alle 
tonen horen.
Alleen de tonen met 
een frequentie van 20 - 20 000 Hz

Daarboven is ultrasoon
(supra geluid)

Slide 24 - Slide

Geluid met een trillingstijd
van 4 * 10^-5 (0,000 04 s) is

A
Infrasoon
B
Hoorbaar
C
Ultrasoon

Slide 25 - Quiz

Geluid met een trillingstijd
van 0,1 s is
A
Infrasoon
B
Hoorbaar
C
Ultrasoon

Slide 26 - Quiz

Een microfoon zorgt altijd voor
A
Gelijkspanning
B
Wisselspanning
C
Hoge weerstand
D
Krachtstroom

Slide 27 - Quiz

Wat is geluidshinder?
  • Hinder van geluid op verschillende manieren.
  • Oplossing kan op volgende plaatsen worden doorgevoerd:
  • Bij de bron.
  • Bij de ontvanger.
  • Tussen bron en ontvanger. *
  • geluidsisolatie aanbrengen.

Slide 28 - Slide

Geluidshinder
Te lang bloot staan aan harde geluiden is schadelijk voor de gezondheid:

Depressie, stress, slecht gehoor, doofheid

Harde geluiden zijn z.g. sluipmoordernaars
de schadelijke verschijnselen komen zeer geleidelijk

Slide 29 - Slide

Geluidsisolatie
Om harde geluiden tegen te gaan kan men 
  • Harde materialen plaatsen. Deze weerkaatsen geluid
  • Hele zachte materialen plaatsen. Deze absorberen geluid

Ook gebruik van andere asfalt kan geluid reduceren

Slide 30 - Slide

Geluidsisolatie
  • Kan op 2 manieren: Absorberen of wegkaatsen 
  • Bij absorberen gebruik je een stof als rubber die het geluid uitdooft.
  • Bij wegkaatsen gebruik je geluidsschermen die de richting van het geluid veranderd.

Slide 31 - Slide

Geluidsisolatie

Slide 32 - Slide

Geluidssterkte
Geluidssterkte wordt gemeten in decibel (dB)

Verdubbeling van geluid levert een toename van 3 dB

1 auto geeft bijvoorbeeld 75 db
2 gelijk soortige auto's wordt dan 78 dB

Slide 33 - Slide

1 straaljager op 1500 m hoogte produceert een geluid van 85 dB
8 straaljagers, van hetzelfde type,tegelijk op 1500 m hoogte produceren:
A
82 dB
B
88 dB
C
91 dB
D
94dB

Slide 34 - Quiz