Pathologie: Ontsteking en afweer

Pathologie
Ontsteking 
 en 
afweer
1 / 40
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Pathologie
Ontsteking 
 en 
afweer

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inhoud
Ontstekingen: 
- ontstaan ontsteking
- verloop
- symptomen
- genezing
Afweer:
Afweerlinie
- Natuurlijke en kunstmatige immuniteit
- Vaccinatie
Casussen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Je kan uitleggen waarom een nuttige lichaamsreactie is op weefselbeschadiging.
Je kunt het verschil benoemen tussen een infectie en een ontsteking.
Je kan de verschijnselen van een ontsteking opnoemen.
Je kan uitleggen welke fasen van genezing van een ontsteking er zijn.
Je kan het verschil uitleggen tussen een directe- en indirecte afweerreactie.
Je kan uitleggen wat het eerste, tweede en derde afweersysteem doet.
Je kan uitleggen wat natuurlijke en kunstmatige immuniteit is.
Je kan vertellen wat een vaccinatie doet in het lichaam als afweer. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Ontstekingen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is een ontsteking?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

De ontsteking is een poging van het lichaam om ....
A
uit te rusten
B
zich te verdedigen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Verschil tussen een ontsteking en infectie
Er is sprake van een infectie wanneer een ziekteverwekker het lichaam binnendringt en zich vermenigvuldigt. Een ontsteking ontstaat als gevolg van een reactie op lichaamsvreemde stoffen of een weefselbeschadiging.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

Wanneer een ontstoken nagelriem langdurig onbehandeld blijft, kan deze zich uitbreiden tot fijt. Fijt is een ernstige ontsteking waarbij ook onderliggende botten en pezen kunnen worden aangedaan. 
Plaatselijke ontstekingsvormen
Infiltraat
beginnend, rode, warme zwelling​, kan volledig verdwijnen ​
Abces met pus​
- dood weefsel​ met dode en levende bacteriën​
- dode leukocyten (witte bloedcellen)  

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Ontstekingsreactie
Eerst plaatselijk, daarna verspreiding. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Algemene ontstekingsverschijnselen
Als ons lichaam de ontsteking niet plaatselijk kan houden​, dan:

  • Gevoel van ziek zijn “malaise”​
  • Verminderde eetlust​
  • Koorts ​
  • Vermeerdering witte bloedcellen




Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Uitgebreide ontstekingsverschijnselen
Uiteindelijk: ​

  • Lymfevatontsteking (lyfangitis) ​
  • Bloedvergiftiging (sepsis) ​
bacteriën vermenigvuldigen in 
bloedbaan ​


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Afweer van het lichaam
Het menselijk lichaam kan op verschillende manieren reageren op het binnendringen van een lichaamsvreemde stof of ziekteverwekker :

- een directe afweer 
- een indirecte afweerreactie.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Specifieke afweer
- Eén type antistof werkt maar op één type antigeen.

- Antigen: Eiwitten op een cel (signaaleiwit).

- Antistof: Herkennen antigen en maken 
ziekteverwekker onschadelijk.

- Immuun: Bij een mogelijke 2e infectie maakt 
   afweersysteem bijna direct antistoffen. Je wordt dan vaak ook niet ziek.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Directe afweer
Eerste afweerlinie
Tweede afweerline

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Directe  afweer
De directe afweerreactie treedt vrijwel direct op en kenmerkt zich door een ontstekingsreactie met pijn, warmte, roodheid en zwelling. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

1e Huid en slijmvliezen
2e Maagzuur
3e Afweersysteem
4e Milt en zwezerik

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

1e Huid en slijmvliezen
Wat produceert je huid en slijmvliezen zodat ze bacteriën tegen kunnen houden?
  1. Talg
  2. Dode huidcellen
  3. Zweetklieren
  4. Goede bacteriën

Slide 25 - Slide

1. Talg = vetachtige stof = waterafstotend = ziektekiemen blijven minder aan huid plakken
2. Dode huidcellen raak je kwijt met ziektekiemen erbij
3. zweetklieren maken huid lichtzuur en kunnen bacterien niet tegen
4. goede bacterien verdringen ziektekiemen
maagzuur
Maagzuur dood bacteriën

Maar ook:
Darmen 
Luchtwegen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

2e Afweersysteem
Bestaat uit afweercellen 

Afweercellen worden aangemaakt in beenmerg, milt en lymfeknopen

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Tweede afweerlinie
Hierbij spelen bepaalde witte bloedcellen, de granulocyten, een belangrijke rol. De granulocyten proberen vreemde indringers, zoals bacteriën, door middel van fagocytose te vernietigen om zo de schade te beperken. Het weefsel reageert op die plaats met een ontsteking.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

3e afweersysteem
specifieke afweer: speciale witte bloedcellen

Zijn er alleen voor 1 taak

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Hoe werkt een vaccin nu eigenlijk?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Natuurlijke en kunstmatige immuniteit

Natuurlijke immuniteit:
- Lichaam maakt zelf antistoffen tegen binnengedrongen ziekteverwekkers.
- Deel witte bloedcellen onthouden gemaakte antistof (geheugencel, immuun) 

Kunstmatige immuniteit: 
- Actieve immuniteit: inbrengen verzwakte ziekteverwekker (vaccineren). Lichaam maakt zelf           antistof (geheugencel onthoudt antistof, immuun)

- Passieve immuniteit: Antistoffen worden ingebracht (serum). Lichaam maakt zelf 
   geen antistoffen en onthouden de antistoffen ook niet (tijdelijke immuniteit)

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

In de praktijk wordt passieve vaccinatie alleen overwogen als direct een bescherming nodig is, bijvoorbeeld bij de behandeling van een beet door een giftige slang, of na een mogelijke infectie met hondsdolheid na een beet door een hond.

Slide 33 - Video

This item has no instructions

Opdracht:
In de volgende 5 dia's vind je korte casussen. Bij de casussen staan allerlei vragen.
Zoek de antwoorden op deze vragen op/uit en bespreek de antwoorden na. 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Verdiepende informatie afweer
Zie filmpje van Juf Danielle op de volgende dia. 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Video

This item has no instructions