5.2 Reactievergelijkingen opstellen

§5.2 Reactievergelijkingen opstellen
1 / 48
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

§5.2 Reactievergelijkingen opstellen

Slide 1 - Slide

Deze les 
  • In stilte de paragraaf doorlezen 
  • Leerdoelen 5.2 bij langs 
  • Opgaven maken 

Slide 2 - Slide

Wat nu doen
  • 5 minuten in STILTE 
  • Lees 5.2 
  • Al klaar daarmee?                                                                                       Maak opgaven van 5.2
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de systematische naamgeving gebruiken om een naam of molecuulformule van een stof te noteren.
  • Je kunt de reactievergelijking van een verbrandingsreactie opstellen.
  • Je kunt een reactievergelijking opstellen op basis van een omschrijving.

Slide 4 - Slide

Het periodiek systeem

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Systematische naamgeving
Zo´n 100 jaar geleden bedachten wetenschappers een systeem om alle stoffen een naam konden geven. 

Een andere term voor systematische naam is rationele naam


Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.2 Reactievergelijkingen opstellen

Slide 7 - Slide

Systematische naamgeving
  • De systematische naam voor H2O is waterstofmonoxide
  • De naam water is de stof wij wij in het dagelijks leven gebruiken. 
  • Wij noemen dit de triviale naam




Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.2 Reactievergelijkingen opstellen

Slide 8 - Slide

Systematische naamgeving
  • De systematische naam voor H2O is waterstofmonoxide
  • De naam water is de stof wij wij in het dagelijks leven gebruiken. 
  • Wij noemen dit de triviale naam




Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.2 Reactievergelijkingen opstellen

Slide 9 - Slide

Triviale naam
In spreektaal gebruiken we triviale namen zoals:
  • Water
  • Alcohol
  • Ammoniak
  • Roest

Slide 10 - Slide

Systematische naamgeving
Wereldwijde afspraak: 
Systematische naamgeving  = rationele naam


Slide 11 - Slide

Wat is een verbinding?
A
Molecuul dat bestaat uit één atoomsoort
B
Molecuul dat bestaat uit verschillende atoomsoorten

Slide 12 - Quiz

Naamgeving verbindingen
Molecuul-formule
Triviale naam
Systematische naam
H2O
Water
Diwaterstofmonoxide
NaCl
Keukenzout
Natriumchloride

Slide 13 - Slide

Systematische naamgeving

Slide 14 - Slide

Systematische naamgeving
  • In een molecuul staan verschillende atomen en hoe vaak ze voorkomen. 
  • P2O5: difosforpentaoxide 

Slide 15 - Slide

Systematische naamgeving
  • In een molecuul staan verschillende atomen en hoe vaak ze voorkomen. 
  • P2O5: difosforpentaoxide 
  • 1e element (P): gewone naam
  • 2e element (O): zie tabel

Slide 16 - Slide

Er zijn verschillende telwoorden
Getal
Telwoord
1
mono
2
di
3
tri
4
tetra
5
penta

Slide 17 - Slide

We kennen verschillende uitgangen
Laatste element in de formule
uitgang
O
oxide
Cl
chloride
S
sulfide
F
fluoride
I
jodide
P
fosfide

Slide 18 - Slide

Systematisch naamgeving

Slide 19 - Slide

Welke regels gelden er?
  • Bij metaaloxiden geef je een naam zonder telwoorden  
  • Bijvoorbeeld  Na2O = natriumoxide


Slide 20 - Slide

Welke regels gelden er?
  • Het telwoord komt voor de naam van het element (difosfor en niet fosfordi)
  • Het telwoord mono laten we weg voor het eerste element 


Slide 21 - Slide

Welke regels gelden er?
  • CO: koolstofmono-oxide  
  • Het telwoord 'mono' hoeft dus niet bij het eerste element 

Slide 22 - Slide

Systematische naamgeving: CCl4
Stap 1: noteer de cijfers uit de formule met het juiste telwoord  (1 = mono en 4 = tetra)
Stap 2: noteer de symbolen en noteer de naam erachter 
(C = koolstof en Cl = chloride)
Stap 3: zet de telwoorden en de namen in de juiste volgorde achter elkaar
(koolstoftetrachloride)

Slide 23 - Slide

Voorbeelden
  • Koolstofmono-oxide: CO
  • Koolstofdioxide: CO2
  • Fosfortrifluoride: PF3
  • Distikstofmono-oxide: N2O
  • Distikstoftetra-oxide: N2O4




Slide 24 - Slide

Geef de systematische naam van P2Cl5

Slide 25 - Open question

Geef de sytematische naam van N2O5

Slide 26 - Open question

Geef de molecuulformule van distikstofmonoxide

Slide 27 - Open question

Geef de molecuulformule van fosforpentabromide

Slide 28 - Open question

Wat nu doen
  • In duo's (gene naast je)
  • Maak de opgaven bij paragraaf 5.2 
  • Klaar? Nakijken: online of antwoorden staan op MagisterMe
  • Klaar met nakijken? Laten zien aan mij  

Slide 29 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de systematische naamgeving gebruiken om een naam of molecuulformule van een stof te noteren.
  • Je kunt de reactievergelijking van een verbrandingsreactie opstellen.
  • Je kunt een reactievergelijking opstellen op basis van een omschrijving.

Slide 30 - Slide

Er zijn verschillende telwoorden
Getal
Telwoord
1
mono
2
di
3
tri
4
tetra
5
penta

Slide 31 - Slide

We kennen verschillende uitgangen
Laatste element in de formule
uitgang
O
oxide
Cl
chloride
S
sulfide
F
fluoride
I
jodide
P
fosfide

Slide 32 - Slide

Systematisch naamgeving

Slide 33 - Slide

Wat moet je kunnen?
P2O5
difosforpenta-oxide

Slide 34 - Slide

LES 2 VAN 5.2. 

Slide 35 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de systematische naamgeving gebruiken om een naam of molecuulformule van een stof te noteren.
  • Je kunt de reactievergelijking van een verbrandingsreactie opstellen.
  • Je kunt een reactievergelijking opstellen op basis van een omschrijving.

Slide 36 - Slide

Verbrandingsreacties

Slide 37 - Slide

Verbrandingsreactie opstellen
-voor een verbrandingsreactie is altijd zuurstof (O2) nodig
Eindproducten vormen een oxide:

element
naam van het oxide
formule
koolstof
waterstof
zwavel

Slide 38 - Slide

Verbrandingsreactie opstellen
-voor een verbrandingsreactie is altijd zuurstof (O2) nodig
Eindproducten:

element
naam van het oxide
formule
koolstof
koolstofdioxide
CO2
waterstof
water
H2O
zwavel
zwaveldioxide
SO2

Slide 39 - Slide

Stappenplan verbrandingsreactie
Stap 1: Noteer de beginstof(fen) voor de pijl
Stap 2: Noteer O2 voor de pijl
Stap 3: Noteer de eindstoffen (oxiden) na de pijl
Stap 4: maak de reactievergelijking kloppend

Slide 40 - Slide

Reactievergelijkingen kloppend maken

Slide 41 - Slide

Geef de verbrandingsreactie van CS2

Slide 42 - Open question

Geef de verbrandingsreactie van C3H8

Slide 43 - Open question

Voorbeeldopdracht 
Bij de productie van ijzer in een hoogoven reageert ijzeroxide (Fe2O3) met koolstof. De reactieproducten zijn ijzer en koolstofmonoxide.

Slide 44 - Slide

Bij de productie van ijzer in een hoogoven reageert ijzeroxide (Fe2O3) met koolstof. De reactieproducten zijn ijzer en koolstofmonoxide.

Slide 45 - Open question

Om kaliumhydroxide (KOH) te maken moet je KO2 mengen met water. Bij deze reactie ontstaat ook zuurstof.
Noteer het reactieschema in woorden van deze reactie.

Slide 46 - Open question

Wat nu doen
  • Maak de verdere opgaven bij paragraaf 5.2

Slide 47 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de systematische naamgeving gebruiken om een naam of molecuulformule van een stof te noteren.
  • Je kunt de reactievergelijking van een verbrandingsreactie opstellen.
  • Je kunt een reactievergelijking opstellen op basis van een omschrijving.

Slide 48 - Slide