What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
In Aktion
Lebensretter
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Lebensretter
Slide 1 - Slide
nach links
nach rechts
geradeaus
bei der Ampel
der Kreisverkehr
die Ecke
die Straße
gegenüber
die erste Staße
die zweite Straße
Sie laufen
u loopt
de tweede straat
de eerste straat
tegenover
de straat
de hoek
de rotonde
bij het stoplicht
rechtdoor
naar rechts
naar links
Slide 2 - Drag question
Erdkunde
Biologie
Mathe
Kunst
Sport
Slide 3 - Drag question
Wie alt (bent u)?
(Hij is) 13 Jahre alt.
Wo (ben jij) geboren?
(Ik ben) in Berlin geboren.
(Het is) eine schöne Stadt.
sind Sie
er ist
bist du
ich bin
es ist
Slide 4 - Drag question
Was passt zusammen? - Kombiniere.
Sport machen
ins Kino gehen
Schlagzeug spielen
Musik hören
Slide 5 - Drag question
Sleep de Duitse woorden naar de juiste kleuren.
gelb
blau
schwarz
grau
rot
grün
weiß
orange
pink
braun
Slide 6 - Drag question
=
Welke bal hoort bij welke sport?
Baseball
Basketball
Tennis
Volleyball
Football
Rugby
Slide 7 - Drag question
timer
0:30
Chemie gefällt mir.
Wie findest du Leichtathletik?
Machst du viel Sport?
Ich bin in der achten Klasse.
Schule macht mir Spaß.
Scheikunde bevalt me goed.
Hoe vind je atletiek?
Ik zit in de tweede klas.
Doe je veel aan sport?
Ik vind school heel leuk.
Slide 8 - Drag question
mein Sport
ich schwimme
ich
fechte
ich laufe Schlittschuh
ich
rudere
Slide 9 - Drag question
Leerdoelen
- We doen een quiz over de grammatica en de woorden
- We bereiden een Duits gesprekje voor
Slide 10 - Slide
Wat betekent "Krankenhaus"?
A
ziekenhuis
B
ziekenbroeder
C
zuster
D
ambulance
Slide 11 - Quiz
Wat betekent "der Verletzte"?
A
de zieke
B
het ziekenhuis
C
de gewonde
D
de sporter
Slide 12 - Quiz
Wat betekent : "die Polizei"
A
Brand!
B
de brandweer
C
de politie
D
de diefstal
Slide 13 - Quiz
Wat betekent : die Hilfe?
A
het vrijwilligerswerk
B
de hulp
C
een actie starten
D
aangifte doen
Slide 14 - Quiz
Wat is : der Verein?
A
de excursie
B
de vereniging
C
het identiteitsbewijs
D
het verbod
Slide 15 - Quiz
Wat betekent: die Nachrichten
A
het nieuws
B
de vereniging
C
de meningen
D
de naam
Slide 16 - Quiz
Wat betekent : mit dem Mann
A
met een man
B
met de man
C
met je man
D
met de mannen
Slide 17 - Quiz
Waarom gaat het in de derde naamval?
A
het onderwerp
B
het lijdend voorwerp
C
het meewerkend voorwerp
Slide 18 - Quiz
Waarom gaat het in de vierde naamval?
A
het onderwerp
B
het lijdend voorwerp
C
het meewerkend voorwerp
Slide 19 - Quiz
Ich sehe den Mann.
In welke naamval staat : den Mann
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 20 - Quiz
Ich gebe dem Mann Geld.
In welke naamval staat : dem Mann?
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 21 - Quiz
EIN-Gruppe
m
v
o
mv
1
ein
Mann
eine Frau
ein
Kind
keine Kinder
3
einem Mann
einer Frau
einem Kind
keinen Kinder
n
4
einen Mann
eine Frau
ein
Kind
keine Kinder
Slide 22 - Slide
Bij de meeste vakjes is er
geen verschil
tussen de uitgang in de der-Gruppe of de ein-Gruppe.
Alleen
1e nv mannelijk
en
1e/4e nv onzijdig
is in de der-Gruppe
anders
dan de ein-Gruppe!
der-Gruppe:
dies... manch...
welch... jed...
solch... all...
der-Gruppe: bepalende lidwoorden
M
V
O
MV
1e
der / ein
di
e
/ ein
e
das / ein
di
e
/ kein
e
4e
de
n
/ eine
n
di
e
/ ein
e
das / ein
di
e
/ kein
e
uitleg
Slide 23 - Slide
Bij de meeste vakjes is er
geen verschil
tussen de uitgang in de der-Gruppe of de ein-Gruppe.
Alleen
1e nv mannelijk
en
1e/4e nv onzijdig
is de der-Gruppe
anders
dan de ein-Gruppe!
der-Gruppe:
dies... - deze manch... - sommige
welch... - welke jed... - elke
solch... - zulke all... - alle
der-Gruppe
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e
/
+er
di
e
/ ein
e
+e
das / ein
+e / +es
di
e
/ kein
e
+en
3e
de
m
/ eine
m
+en
de
r
/ eine
r
+en
de
m
/ eine
m
+en
de
n
/ keine
n
+en
4e
de
n
/ eine
n
+en
di
e
/ ein
e
+e
das / ein
+e
/
+es
di
e
/ kein
e
+en
uitleg
Slide 24 - Slide
3e of 4e naamval?
Ich höre
das Kind.
Ich sehe
den Hund
.
Wir geben
dem Kind
Geld.
Ich zeige (= laat zien)
dem Mann
meine Note.
Slide 25 - Slide
Je bereidt met één klasgenoot een gesprek voor in het Duits met als thema : Hilfe!
Slide 26 - Slide
Minimale eisen:
Met één of twee klasgenoten
Minimaal 2 minuten.
Mag een soort toneelstukje zijn of een interview....
Telt mee als onderdeel van het mondeling!
Slide 27 - Slide
More lessons like this
Naamvallen: Der- und Ein-Gruppe
5 days ago
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Naamvallen: Der- und Ein-Gruppe
June 2024
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Naamvallen: Der- und Ein-Gruppe
February 2022
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
V2 A2C
March 2021
- Lesson with
11 slides
Deutsch
Secondary Education
Naamvallen: Der- und Ein-Gruppe
8 days ago
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Naamvallen: der-Gruppe
8 days ago
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
3H - Naamvallen- Ontleden HIJ HEM AAN HEM
May 2024
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
V2 K3 Heute
January 2021
- Lesson with
14 slides
Deutsch
Secondary Education