Klas 2A OOH, Spelling, 3.5 Voltooid deelwoord

3.5 Spelling
- Voltooid deelwoord
- Hoofdletters: eigennamen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

3.5 Spelling
- Voltooid deelwoord
- Hoofdletters: eigennamen

Slide 1 - Slide

Straks kan je..
Je kunt het voltooid deelwoord spellen 

Slide 2 - Slide

Voltooid deelwoord
Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-.
Een voltooid deelwoord eindigt op: 
-d (regelmatig)
-t (regelmatig)
-en (onregelmatig)

Let op!
In een zin met een voltooid deelwoord 
staat er altijd een persoonsvorm van 
hebben, zijn of worden.

Slide 3 - Slide

Splitsbare werkwoorden
Bij splitsbare werkwoorden komt er -ge- tussen de twee delen.

Hij maakt het uit met haar.      -> Hij heeft het uitgemaakt.
Marijke lost de puzzel op.        -> Marijke heeft de puzzel opgelost
De docent kijkt de toets na.    -> De docent heeft de toets nagekeken.

Slide 4 - Slide

Vul het voltooid deelwoord in.
Gisteren hebben wij de hele avond ...(dansen)

Slide 5 - Open question

Vul het voltooid deelwoord in.
Ik heb wel 10 minuten ...(fietsen)

Slide 6 - Open question

Voltooid deelwoord:

halen

Slide 7 - Open question

Voltooid deelwoord:

branden

Slide 8 - Open question

Voltooid deelwoord:

lost op

Slide 9 - Open question

Voltooid deelwoord:

snijden

Slide 10 - Open question

Wat is in de volgende zin het voltooid deelwoord?

Zijn vader heeft hem verhuisd afgelopen weekend.

Slide 11 - Open question

Wat vind je nog lastig?

Slide 12 - Open question

Nu kan je..
Een voltooid deelwoord spellen 

Slide 13 - Slide