3.4 Voor het vaderland 2022

Welkom
Programma:
- Mededelingen
- Huiswerk
- Vorige keer
- Leerdoel
- 3.4 Voor het vaderland
- Filmpje
- Opdrachten
-Afsluiting
1 / 35
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom
Programma:
- Mededelingen
- Huiswerk
- Vorige keer
- Leerdoel
- 3.4 Voor het vaderland
- Filmpje
- Opdrachten
-Afsluiting

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wanneer was de Russische Revolutie?
A
1914
B
1916
C
1917
D
1918

Slide 4 - Quiz

Wie grepen de macht tijdens de Russische Revolutie?
A
De liberalen
B
De communisten
C
De sociaal-democraten
D
De nationalisten

Slide 5 - Quiz


De Sovjet-Unie 
onder Lenin
1917-1924

Slide 6 - Slide


De Sovjet-Unie



De Sovjet-Unie is de naam voor Rusland (met een aantal andere landen) tussen 1922 en 1991, toen het land een communistische dictatuur was.

Een sovjet is een raad van boeren, arbeiders en soldaten.
Het bestuur van Sovjet-Unie zou in handen van deze sovjets moeten zijn...

Slide 7 - Slide

1918-1921
Oorlogscommunisme (1)


Doel: steden en leger voorzien van voedsel en wapens. 
  • Nationaliseren spoorwegen,  handel en industrie
  • Boeren moeten productie afstaan aan de staat -> ontevreden boeren, daling productie -> oogst in beslag genomen  -> hongersnood 



Slide 8 - Slide

1918-1921
Oorlogscommunisme (2)


  • Werkplicht: staken betekende doodstraf.
  • Privéondernemingen werden illegaal. 

Gevolg: daling productie, hongersnoden.



Slide 9 - Slide


De Sovjet-Unie 
onder Stalin
1924-1953

Slide 10 - Slide

Planeconomie, vijfjarenplannen

  • Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een planeconomie.
  • Dit betekende dat de staat besliste wat én hoe er moest worden geproduceerd.

  • Hiermee wilde Stalin laten zien dat de Sovjet-Unie een machtiger land was dan de kapitalistische landen met hun vrije markt-economie.

Slide 11 - Slide

Collectivisatie
  • De landbouw moest veranderen om alle monden te voeden. 
  • Tientallen kleine zelfstandige boerderijen werden samengevoegd (collectivisatie) tot één groot boerenbedrijf, een kolchoz

  • De boerengezinnen werkten en woonden daar met elkaar. 
  • De grond, het vee, de gereedschappen, de oogst: alles was van iedereen. 


Slide 12 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je het volgende uitleggen:

- Je kunt uitleggen hoe de Sovjet-Unie er onder leiding van Stalin uitziet.

Slide 13 - Slide


Verheerlijking van
arbeiders en boeren




  • De Sovjet-Unie is een land van arbeiders en boeren, dit zijn de helden van het
     land!
  • Overigens leek dit in propaganda veel mooier dan de realiteit was...

Slide 14 - Slide


Showprocessen


  • Tegenstanders worden (meestal) vals beschuldigd en worden in een
     oneerlijke rechtszaak tot zware straffen veroordeeld.

  • Bij dit soort showprocessen (onder Lenin én Stalin) stond de uitkomst al vast
     voordat de rechtszaak was begonnen: schuldig!

Slide 15 - Slide

De Grote Terreur

  • Stalin zag overal tegenstanders (paranoide), vooral in mensen die een
     belangrijke rol in het bestuur of leger hadden.
  • Tussen 1934 en 1938 laat Stalin rond de 1 miljoen 'tegenstanders' oppakken en
     veroordelen.
  • De Sovjet-Unie wordt zo 'gezuiverd'.

Slide 16 - Slide


Goelag

Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een Goelag, een strafkamp.
  • In deze 'opvoedingskampen' moesten de gevangenen, onder zeer zware omstandigheden, dwangarbeid verrichten.
  • Iedereen die werd aangegeven bij de geheime politie kon ook familie zijn
     werd   zonder proces gevangengezet.


Slide 17 - Slide


Persoonsverheerlijking


  • Om het volk te laten zien dat hij de beste leider voor het beste volk, in het
     beste land was, liet Stalin zich graag afbeelden als een geweldige leider:
     een vader voor het volk.
  • Dit heet persoonsverheerlijking (overal beelden, portretten van Stalin)

Slide 18 - Slide

Stalinisme liep samen met de verheerlijking van de persoon Stalin
Het bracht ook de nodige kritiek met zich mee....

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Molotov-Ribbentrop Pact
augustus 1939



  • Hitler en Stalin zijn elkaars politieke vijanden
  • Hitler wil er echter zeker van zijn dat de Sovjet-Unie geen oorlog tegen hem  gaat beginnen, als Duitsland Polen aanvalt.
  • Na Duitse inval Polen wordt het land verdeeld onder Duitsland en Sovjet-Unie
  • Ze  sluiten een niet-aanvalsverdrag.

Slide 21 - Slide


Totalitaire samenleving

  • Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een totalitaire samenleving
  • In een totalitaire samenleving is het individu onbelangrijk, de staat bepaalt.


Slide 22 - Slide

Acht kenmerken totalitaire staat:

1)  Landsbelang staat boven individu
2) De leider is allesoverheersend
3) Eenpartijstelsel, geen parlementaire democratie
4) Massamedia: propaganda en
     censuur (controle op inhoud)
5) Jeugd wordt geïndoctrineerd 
     (moeten naar jeugdkampen)

6) Veel (leger)parades (militairisme)
7) IJzeren handhaving van de orde door geheime politie (terreur)
8) Onderdanen leven in permanente angst, zo oppositie uitsluiten (Goelags)


Slide 23 - Slide

NEP is een voorbeeld van...
A
Privatisering (eigen bezit)
B
Collectivisatie (eigendom van staat)

Slide 24 - Quiz

Wat hoort NIET bij de planeconomie van Stalin?
A
vijfjarenplan
B
NEP
C
collectivisatie van de landbouw
D
industrialisatie

Slide 25 - Quiz

Welke bewering is waar?
A
Voor de Russische revolutie had Lenin als Tsaar alle macht.
B
Na de Russische revolutie waren alle mensen gelijk aan elkaar door het communisme.

Slide 26 - Quiz


Stelling: Lenin organiseerde de Oktoberrevolutie.
A
Juist
B
Fout

Slide 27 - Quiz

Kies de juist volgorde
A
Lenin, Stalin, Nicolaas II
B
Nicolaas II, Lenin, Stalin
C
Stalin, Lenin, Nicolaas II
D
Nicolaas II, Stalin, Lenin

Slide 28 - Quiz

Het opstellen van vijfjarenplannen hoort bij...
A
nieuwe economische politiek
B
de planeconomie
C
collectivisatie
D
zuiveringen

Slide 29 - Quiz


Welke begrippen horen bij de bron?
A
censuur en totalitair
B
censuur en zuivering
C
collectivisatie en totalitair
D
collectivisatie en zuivering

Slide 30 - Quiz

Welk begrip past het beste bij de afbeelding?
A
Collectivisatie
B
Stalinisme
C
Planeconomie
D
Dwangarbeider

Slide 31 - Quiz

Welk kenmerk van Stalinisme?
A
persoonsverheerlijking
B
zuiveringen
C
censuur
D
indoctrinatie

Slide 32 - Quiz

Zelfstandig werken
Havo
Wat? Maken opdrachten paragraaf 4
Werkboek pagina:  48 t/m 50
Tekstboek pagina:  58 t/m 61
Opdracht:  3, 4, 5, 7, 9, 10, 13
Hoe? In stilte! (Zs)
Hoe lang? Rest van de les.
Hulp? Je mag de docent vragen stellen.
Klaar?  Lezen paragraaf 5 en 6

Slide 33 - Slide

Zelfstandig werken
VWO
Wat? Maken opdrachten paragraaf 4
Werkboek pagina: 54 t/m 56
Tekstboek pagina: 66 t/m 69
Opdracht: 3, 4, 5, 7, 9, 10, 13
Hoe lang? Rest van de les.
Hulp? Je mag de docent vragen stellen.
Klaar? Lezen 4.1

Slide 34 - Slide

Visie Marxisme:
De communistische revolutie wordt door de arbeidersklasse geleid.

Visie Leninisme:

De communistische revolutie wordt door de partij geleid.

Visie Stalinisme:
Communisme met één man als leider (Stalin zelf).

Slide 35 - Slide