This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Welkom
Programma:
- Mededelingen
- Huiswerk
- Vorige keer
- Leerdoel
- 3.4 Voor het vaderland
- Filmpje
- Opdrachten
-Afsluiting
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Wanneer was de Russische Revolutie?
A
1914
B
1916
C
1917
D
1918
Slide 4 - Quiz
Wie grepen de macht tijdens de Russische Revolutie?
A
De liberalen
B
De communisten
C
De sociaal-democraten
D
De nationalisten
Slide 5 - Quiz
De Sovjet-Unie
onder Lenin
1917-1924
Slide 6 - Slide
De Sovjet-Unie
De Sovjet-Unie is de naam voor Rusland (met een aantal andere landen) tussen 1922 en 1991, toen het land een communistische dictatuur was.
Een sovjet is een raad van boeren, arbeiders en soldaten.
Het bestuur van Sovjet-Unie zou in handen van deze sovjets moeten zijn...
Slide 7 - Slide
1918-1921
Oorlogscommunisme (1)
Doel: steden en leger voorzien van voedsel en wapens.
Nationaliseren spoorwegen, handel en industrie
Boeren moeten productie afstaan aan de staat -> ontevreden boeren, daling productie -> oogst in beslag genomen -> hongersnood
Slide 8 - Slide
1918-1921
Oorlogscommunisme (2)
Werkplicht: staken betekende doodstraf.
Privéondernemingen werden illegaal.
Gevolg: daling productie, hongersnoden.
Slide 9 - Slide
De Sovjet-Unie
onder Stalin
1924-1953
Slide 10 - Slide
Planeconomie, vijfjarenplannen
Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een planeconomie.
Dit betekende dat de staat besliste wat én hoe er moest worden geproduceerd.
Hiermee wilde Stalin laten zien dat de Sovjet-Unie een machtiger land was dan de kapitalistische landen met hun vrije markt-economie.
Slide 11 - Slide
Collectivisatie
De landbouw moest veranderen om alle monden te voeden.
Tientallen kleine zelfstandige boerderijen werden samengevoegd (collectivisatie) tot één groot boerenbedrijf, een kolchoz.
De boerengezinnen werkten en woonden daar met elkaar.
De grond, het vee, de gereedschappen, de oogst: alles was van iedereen.
Slide 12 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je het volgende uitleggen:
- Je kunt uitleggen hoe de Sovjet-Unie er onder leiding van Stalin uitziet.
Slide 13 - Slide
Verheerlijking van
arbeiders en boeren
De Sovjet-Unie is een land van arbeiders en boeren, dit zijn de helden van het land!
Overigens leek dit in propaganda veel mooier dan de realiteit was...
Slide 14 - Slide
Showprocessen
Tegenstanders worden (meestal) vals beschuldigd en worden in een oneerlijke rechtszaak tot zware straffen veroordeeld.
Bij dit soort showprocessen (onder Lenin én Stalin) stond de uitkomst al vast voordat de rechtszaak was begonnen: schuldig!
Slide 15 - Slide
De Grote Terreur
Stalin zag overal tegenstanders(paranoide), vooral in mensen die een belangrijke rol in het bestuur of leger hadden.
Tussen 1934 en 1938 laat Stalin rond de 1 miljoen 'tegenstanders' oppakken en veroordelen.
De Sovjet-Unie wordt zo 'gezuiverd'.
Slide 16 - Slide
Goelag
Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een Goelag, een strafkamp.
In deze 'opvoedingskampen' moesten de gevangenen, onder zeer zware omstandigheden, dwangarbeid verrichten.
Iedereen die werd aangegeven bij de geheime politie kon ook familie zijn werd zonder proces gevangengezet.
Slide 17 - Slide
Persoonsverheerlijking
Om het volk te laten zien dat hij de beste leider voor het beste volk, in het beste land was, liet Stalin zich graag afbeelden als een geweldige leider: een vader voor het volk.
Dit heet persoonsverheerlijking (overal beelden, portretten van Stalin)
Slide 18 - Slide
Stalinisme liep samen met de verheerlijking van de persoon Stalin
Het bracht ook de nodige kritiek met zich mee....
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Molotov-Ribbentrop Pact augustus 1939
Hitler en Stalin zijn elkaars politieke vijanden
Hitler wil er echter zeker van zijn dat de Sovjet-Unie geen oorlog tegen hem gaat beginnen, als Duitsland Polen aanvalt.
Na Duitse inval Polen wordt het land verdeeld onder Duitsland en Sovjet-Unie
Ze sluiten een niet-aanvalsverdrag.
Slide 21 - Slide
Totalitaire samenleving
Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een totalitaire samenleving
In een totalitaire samenleving is het individu onbelangrijk, de staat bepaalt.
Slide 22 - Slide
Acht kenmerken totalitaire staat:
1) Landsbelang staat boven individu 2) De leider is allesoverheersend
3) Eenpartijstelsel, geen parlementaire democratie
4) Massamedia:propagandaen censuur (controle op inhoud) 5) Jeugd wordt geïndoctrineerd (moeten naar jeugdkampen)
6) Veel (leger)parades (militairisme)
7) IJzeren handhaving van de orde door geheime politie (terreur)
8) Onderdanen leven in permanente angst, zo oppositie uitsluiten (Goelags)
Slide 23 - Slide
NEP is een voorbeeld van...
A
Privatisering (eigen bezit)
B
Collectivisatie (eigendom van staat)
Slide 24 - Quiz
Wat hoort NIET bij de planeconomie van Stalin?
A
vijfjarenplan
B
NEP
C
collectivisatie van de landbouw
D
industrialisatie
Slide 25 - Quiz
Welke bewering is waar?
A
Voor de Russische revolutie had Lenin als Tsaar alle macht.
B
Na de Russische revolutie waren alle mensen gelijk aan elkaar door het communisme.
Slide 26 - Quiz
Stelling: Lenin organiseerde de Oktoberrevolutie.
A
Juist
B
Fout
Slide 27 - Quiz
Kies de juist volgorde
A
Lenin, Stalin, Nicolaas II
B
Nicolaas II, Lenin, Stalin
C
Stalin, Lenin, Nicolaas II
D
Nicolaas II, Stalin, Lenin
Slide 28 - Quiz
Het opstellen van vijfjarenplannen hoort bij...
A
nieuwe economische politiek
B
de planeconomie
C
collectivisatie
D
zuiveringen
Slide 29 - Quiz
Welke begrippen horen bij de bron?
A
censuur en totalitair
B
censuur en zuivering
C
collectivisatie en totalitair
D
collectivisatie en zuivering
Slide 30 - Quiz
Welk begrip past het beste bij de afbeelding?
A
Collectivisatie
B
Stalinisme
C
Planeconomie
D
Dwangarbeider
Slide 31 - Quiz
Welk kenmerk van Stalinisme?
A
persoonsverheerlijking
B
zuiveringen
C
censuur
D
indoctrinatie
Slide 32 - Quiz
Zelfstandig werken
Havo
Wat? Maken opdrachten paragraaf 4
Werkboek pagina: 48 t/m 50 Tekstboek pagina: 58 t/m 61 Opdracht: 3, 4, 5, 7, 9, 10, 13 Hoe? In stilte! (Zs) Hoe lang? Rest van de les. Hulp? Je mag de docent vragen stellen. Klaar? Lezen paragraaf 5 en 6
Slide 33 - Slide
Zelfstandig werken
VWO
Wat? Maken opdrachten paragraaf 4
Werkboek pagina: 54 t/m 56
Tekstboek pagina: 66 t/m 69
Opdracht: 3, 4, 5, 7, 9, 10, 13
Hoe lang? Rest van de les. Hulp? Je mag de docent vragen stellen. Klaar? Lezen 4.1
Slide 34 - Slide
Visie Marxisme: De communistische revolutie wordt door de arbeidersklasse geleid.
Visie Leninisme: De communistische revolutie wordt door de partij geleid.
Visie Stalinisme: Communisme met één man als leider (Stalin zelf).