Quiz woordenschat/lezen

Quiz lezen en woordenschat
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1,2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Quiz lezen en woordenschat

Slide 1 - Slide

Doelen
  • Ik kan uitleggen wat het doel van een tekst is.
  • Ik kan uitleggen wat het doel van een afbeelding bij een tekst is.
  • Ik ken de betekenis van de woorden van blok 5.
  • Ik ken de voorvoegsels en achtervoegsels (blok 5).
  • Ik weet waar ik een woord kan zoeken in het woordenboek.
  • Ik ken woorden met meerdere betekenissen.

Slide 2 - Slide

Lezen 

Slide 3 - Slide

Wat is het doel van
een krantenbericht of een verslag van een sportwedstrijd?
A
informatie geven
B
amuseren
C
mening geven
D
iets leren of uitleggen

Slide 4 - Quiz

Wat is het doel van een gebruiksaanwijzing?
A
informatie geven
B
amuseren
C
mening geven
D
iets leren of uitleggen

Slide 5 - Quiz

Wat is het doel van een review of bespreking van een film of app?
A
informatie geven
B
amuseren
C
mening geven
D
iets leren of uitleggen

Slide 6 - Quiz

Wat is het doel van
verhaal of strip?
A
informatie geven
B
amuseren
C
mening geven
D
iets leren of uitleggen

Slide 7 - Quiz

Wat is het doel van een recept?
A
informatie geven
B
amuseren
C
mening geven
D
iets leren of uitleggen

Slide 8 - Quiz

Wat is het doel van deze tekst?
A
informatie geven
B
amuseren
C
mening geven
D
iets leren of uitleggen

Slide 9 - Quiz

Wat betekent het voorvoegsel
on-? (Bijv. onnodig)
A
Niet
B
Opnieuw
C
Met veel
D
Zonder

Slide 10 - Quiz

Wat betekent het achtervoegsel
-loos? (Bijv. nutteloos)
A
Niet
B
Opnieuw
C
Met veel
D
Zonder

Slide 11 - Quiz

Waar kun je het woord ‘reis’ vinden in het woordenboek?
Bij....
A
Het hele werkwoord
B
Het enkelvoud van het woord
C
De korte vorm van het woord

Slide 12 - Quiz

Waar kun je het woord ‘panden’ vinden in het woordenboek?
Bij....
A
Het hele werkwoord
B
Het enkelvoud van het woord
C
De korte vorm van het woord

Slide 13 - Quiz

Waar kun je het woord ‘gerechtjes’ vinden in het woordenboek?
Bij....?
A
Het hele werkwoord
B
Het enkelvoud van het woord
C
De korte vorm van het woord

Slide 14 - Quiz

Waar kun je het woord ‘loop’ vinden in het woordenboek?
Bij....
A
Het hele werkwoord
B
Het enkelvoud van het woord
C
De korte vorm van het woord

Slide 15 - Quiz

Waar kun je het woord ‘forse' vinden in het woordenboek?
Bij....
A
Het hele werkwoord
B
Het enkelvoud van het woord
C
De korte vorm van het woord

Slide 16 - Quiz

Wat is het doel van de afbeelding?
A
de tekst leuker maken
B
extra informatie geven

Slide 17 - Quiz

Wat is het doel van de afbeelding?
A
de tekst leuker maken
B
extra informatie geven

Slide 18 - Quiz

Waar zoek je het woord 'paarse' in het woordenboek? Bij het woord...

Slide 19 - Open question

Waar zoek je het woord 'zit' in het woordenboek? Bij het woord...

Slide 20 - Open question

Sleep de juiste betekenissen naar elkaar toe.
mateloos
advies
nauwelijks
onderling
bijna geen, bijna niet
heel erg
raad
met elkaar, samen

Slide 21 - Drag question

VRAGEN?

Slide 22 - Slide