If you're done before the timer goes off you can do exercise 13, 14 + 15.
Page
Exercise
52
4 + 5
53
6, 7 + 8
54
9
timer
15:00
Slide 10 - Slide
Exercise 4
A
1. een advertentie voor Ultimate Frisbee-trainingen
2. een uitleg over de geschiedenis van Ultimate Frisbee en hoe je moet spelen.
3. een persoonlijk verhaal van een Ultimate Frisbee-speler.
B. Ultimate Frisbee
Slide 11 - Slide
Exercise 5
1. true
2. false
3. true
4. true
5. false
6. false
7. true
Slide 12 - Slide
Exercise 5
1. op de poster staat mixed competition
2. op de poster staat no-contact
3. op dinsdag en donderdag
4. twee teams van zeven
5. er is geen scheidsrechter (referee)
6. voetbal "wasn't really my game" en ultimate "I loved it"
7. "We did win in the end"
Slide 13 - Slide
Exercise 6
1. Hoe is Ultimate Frisbee rond 1950 ontstaan?
2. Wat is het voordeel van een plastic frisbee?
3. Hoe kun je scoren bij Ultimate Frisbee? Leg uit.
4. Hoe speel je Ultimate Frisbee? Leg uit in minimaal drie zinnen.
Slide 14 - Slide
Exercise 6
1. Studenten gooiden de metalen borden waarop de taarten lagen, naar elkaar.
2. Hij is makkelijker te vangen. (Hij was niet lichter!)
3. Je kunt scoren door de frisbee te vangen in de eindzone.
4. Je gooit de frisbee naar elkaar, in de richting van de eindzone. Als je hem vangt, mag je niet meer lopen, maar moet je gooien. Als je hem niet vangt, mag de tegenpartij hem pakken.
Slide 15 - Slide
Exercise 7
1. difficult
2. decide
3. immediately
Slide 16 - Slide
Exercise 8
1. a player
2. a frisbee
3. the frisbee
4. a frisbee
5. player
Slide 17 - Slide
Exercise 9
Fill in.
Slide 18 - Slide
Exercise 9
1. catch
2. invent
3. lighter
4. score a goal
5. twice
6. referee
7. throw
8. immediately
9. difficult
Slide 19 - Slide
Page 90 - Lesson 1: Reading
Exercise 1 + 2
Answer the questions.
timer
3:30
Slide 20 - Slide
Page 91
A: Holiday in New Zealand
B: Read this before you go
Slide 21 - Slide
Let's get to work!
I
If you're done before the timer goes off you can do exercise 13 + 14.
Page
Exercise
92
3, 4 + 5
93
6, 7 + 8
94
9
timer
15:00
Slide 22 - Slide
Exercise 3
Wat voor soort teksten zijn het?
Slide 23 - Slide
Exercise 4
Wat is het onderwerp van deze teksten?
Slide 24 - Slide
Exercise 5a
1. kajakken
2. bungeejumpen
3. parachutespringen
b
1. op internet: www.adventurenz.co.nz
2. op hun Facebookpagina
Slide 25 - Slide
Exercise 6
1. Waarom is de titel Read this before you gooooooo?
2. Is bungejumpen gevaarlijk? Leg je antwoord uit.
3. Waar kun je nagaan of de bungeejumporganisatie gediplomeerd is?
4. Op welke twee dingen moet je letten met je kleding?