H3.4 De WIC en Suriname

Opdrachten 58, 59, 61, 62, 63 + 65
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Opdrachten 58, 59, 61, 62, 63 + 65

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Leervraag 3.4
De WIC (West-Indische Compagnie) hield zich bezig met kaapvaart en kreeg kaperbrieven van de Staten-Generaal, die hen het recht gaven om Spaanse en Portugese schepen vol goud, zilver, koffie en suiker uit Amerika te kapen.
De Slavenhandel ontstond omdat, via het slavenfort El Mina op de Afrikaanse westkust, slaven door de WIC naar Midden- en Zuid-Amerika werden gebracht. Daar werden ze dan aan het werk gezet op plantages. Het vervoer over de Atlantische Oceaan noemt men de ‘trans-Atlantische slavenhandel'.


1/2

Slide 4 - Slide

Leervraag [Trans-Atlantische slavenhandel]
Trans-Atlantsiche slavenhandel
Deze handel vond plaats in een driehoek: van Europa, via Afrika naar Amerika en weer terug naar Europa - de Atlantische Driehoeks handel. 
Het aandeel van de WIC in de totale trans-Atlantische slavenhandel was ongeveer 5 procent.


2/2

Slide 5 - Slide

Huiswerk
H3.4 De WIC en Suriname
lees de paragraaf
maken opdrachten 58, 59, 62 , 63 + 66

Slide 6 - Slide

Opdracht-58
Wat is het verschil tussen zeeroverij en kaapvaart?
  • Kaapvaart gebeurt met officiële kaperbrieven van je regering/Staten-Generaal. Die geven je het recht handelsschepen van de vijand te veroveren. 
  • Zeeroverij is niet legaal en strafbaar.

Slide 7 - Slide

Opdracht-59
Nieuw Amsterdam lijkt heel erg op een Hollandse stad. Aan welke elementen zie je dat?
  • De huisjes met Nederlandse gevels, de grachten met ophaalbruggen, de kerk die boven alles uitsteekt en de molen.

Slide 8 - Slide

Nieuw-Amsterdam
Manhattan

Slide 9 - Slide

Nieuw Nederland (1612-1674)

Slide 10 - Slide

Opdracht-61
Geef twee redenen waarom de Nederlandse kolonie in Brazilië mislukte. Welk van die twee gold ook voor het mislukken van Nieuw Amsterdam?
Reden 1 Nederlanders wilden niet emigreren.
Reden 2 In Brazilië moesten de katholieke Portugese kolonisten niets van de protestantse Nederlanders hebben.
Reden 1 gold ook voor Nieuw Amsterdam.


Slide 11 - Slide

Opdracht-62
Wat leerden de Hollanders in Brazilië kennen?
  • Slaven uit Afrika, internationale slavenhandel en slavenplantages.



Slide 12 - Slide

Opdracht-63
Welke rol speelden Afrikaanse koningen en Afrikaanse slavenhandelaars in de slavenhandel?
  • Ze maakten krijgsgevangenen en hielden die zelf als slaaf aan het hof of verkochten hen door. Afrikaanse slavenhandelaars verkochten slaven aan de kust aan Europese slavenhandelaren.


Slide 13 - Slide

Opdracht-65
Wat was de rol van de ambtenaren van de WIC in fort El Mina in de slavenhandel?
  • De ambtenaren kochten slaven op en hielden die gevangen tot er een schip van de WIC was om hen naar Amerika te vervoeren.



Slide 14 - Slide

Gevolg:

De Atlantische driehoekshandel of 
Trans-Atlantische slavenhandel

Slide 15 - Slide

Huiswerk
3.4 De WIC en Suriname
lezen blz. 62 t/m 66
Maken opdrachten 72, 73, 75 t/m 78

Slide 16 - Slide

Opdracht-72
Geef een eigen uitleg van het begrip wereldeconomie.
  • Stelsel van handels- en financiële relaties dat de hele wereld omspant.
Het geheel van economische betrekkingen tussen de landen van de wereld. 

Slide 17 - Slide

Opdracht-73
Wat hield de Acte van Navigatie in en waarom was die voor de Republiek zo onvoordelig?
  • Alle in- en uitvoer in Engeland moest door Engelse schepen worden gedaan of door schepen uit het land van herkomst. Dat was onvoordelig voor de Republiek omdat wij de vrachtvaarders van de wereld waren.

Slide 18 - Slide

Opdracht-75
Wat werd op deze plantage verbouwd en op welke manier maakten slaven er een handelsproduct van?
  • Suikerriet, ze maalden dat om er suiker van de maken. De slaven kapten het suikerriet, brachten het naar de molen en zorgden dat het gemalen werd. De paarden liepen in een tredmolen om de suiker te malen.

Slide 19 - Slide

Opdracht-76
Wat is de boodschap van de gouverneur en tot wie richt hij zich eigenlijk?
  • De dag van de vrijheid, die al aangekondigd was, is aangebroken, 1 juli 1863. Hij richt zich tot de vrijgelaten slaven.


Slide 20 - Slide

Opdracht-77
Wie werden gecompenseerd voor hun verlies en wie kregen geen schadevergoeding?
  • De plantage-eigenaren en eigenaren van de slaven kregen een compensatie (= vergoeding), de slaven kregen niets.



Slide 21 - Slide

Opdracht-78
Geef hier een verklaring voor.
De verklaring hiervoor is 
  • dat de slavenhouders hun kapitaal verloren en daarvoor kregen ze een schadevergoeding. Slaven bezaten niets dus hoefden ook geen compensatie.




Slide 22 - Slide

Proefwerkweek 2
H2.5 en 2.6
H3.2, 3.3 en 3.4

Slide 23 - Slide