H1.1 les 5 dichtheid - omrekenen eenheden

H1 Stoffen en materialen
Les 5 Dichtheid - omrekenen eenheden

NOVA 3H H1.1
Materiaal- en stofeigenschappen
Leg klaar:
pen
rekenmachine
oefenblad
1 / 32
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1 Stoffen en materialen
Les 5 Dichtheid - omrekenen eenheden

NOVA 3H H1.1
Materiaal- en stofeigenschappen
Leg klaar:
pen
rekenmachine
oefenblad

Slide 1 - Slide

Na afloop van deze les
kun je de eenheden van massa omrekenen
kun je de eenheden van volume omrekenen
kun je rekenen met de formule van dichtheid

Slide 2 - Slide

Deze les
  • uitleg: eenheden omrekenen
  • oefenblad maken (individueel): rekenen met de formule van dichtheid
  • oefenblad nakijken
  • uitleg: wat moet je nu kunnen van H1.1 en H1.2?

Slide 3 - Slide

metriek stelsel massa
Massa:
Dit rijtje leerde je op de basisschool
Bij scheikunde gebruiken we meestal maar 3 eenheden

Slide 4 - Slide

metriek stelsel massa
Massa:
De omrekenfactor tussen de eenheden van massa is bij scheikunde dus altijd x1000 of :1000

Slide 5 - Slide

100 g = ... kg
A
0,01 kg
B
10 kg
C
0,1 kg
D
1000 kg

Slide 6 - Quiz

540 mg = ... g
A
540 000 g
B
54 g
C
5400 g
D
0,54 g

Slide 7 - Quiz

metriek stelsel volume / inhoud
volume:
Ook van dit rijtje gebruiken we bij scheikunde maar 3 eenheden. Hoe groot is dus de omrekenfactor?

Slide 8 - Slide

1 L = ... dm³
A
0,1 dm³
B
1 dm³
C
10 dm³
D
100 dm³

Slide 9 - Quiz

500 ml = ... cm³
A
50
B
0,5
C
500
D
5000

Slide 10 - Quiz

530 cm³ = ... dm³
A
0,53 dm³
B
5,3 dm³
C
53 dm³
D
5300 dm³

Slide 11 - Quiz

ONTHOUD:
NOTEER & LEER
1 cm3 = 1 mL (milliliter)
1 dm3 = 1 L   (liter)
 

Slide 12 - Slide

Bij het omrekenen van massa geldt:
als de eenheid kleiner wordt, wordt het getal groter (x1000)
als de eenheid groter wordt, wordt het getal kleiner (:1000)

dit geldt ook voor het omrekenen van volume
NOTEER & LEER

Slide 13 - Slide

Bij het omrekenen van volume geldt:
als de eenheid kleiner wordt, wordt het getal groter (x1000)
als de eenheid groter wordt, wordt het getal kleiner (:1000)


NOTEER & LEER

Slide 14 - Slide

Dichtheid
 =    massa 
      volume

Slide 15 - Slide

Dichtheid (formule)
ρ=Vmm=ρVV=ρm
ρ=dichtheid(kg.m3ofm3kg)
m=massa(kg)
V=volume(m3)
in opgaven staan vaak andere eenheden, dus moet je de eenheid van dichtheid kunnen omrekenen

Slide 16 - Slide

Berekeningen met massa, volume en dichtheid doe je met de formule:




hierin is          (spreek uit 'rho') de dichtheid (eenheid kg/m3)
                   m is massa (eenheid kg)
                   V is volume (eenheid m3)

ρ=Vm
ρ
m=Vρ
V=ρm

Slide 17 - Slide

Bij het omrekenen van massa en volume geldt:
als de eenheid kleiner wordt, wordt het getal groter (x1000)
als de eenheid groter wordt, wordt het getal kleiner (:1000)

LET OP: deze regel geldt NIET voor het omrekenen van de dichtheid (= massa / volume), want die bestaat uit twee eenheden die je op elkaar deelt!
NOTEER & LEER

Slide 18 - Slide

Voorbeeld
Laat zien dat:     6,74  kg / dm3 =  6740 g / dm3
NOTEER & LEER

Slide 19 - Slide

Eenheden van dichtheid omrekenen
  
 6,74                 =    ..........                                     
NOTEER & LEER
dm3kg
dm3g

Slide 20 - Slide

Voorbeeld
Laat zien dat:     186 kg / m3 = 0,186 kg / dm3
NOTEER & LEER

Slide 21 - Slide

Eenheden van dichtheid omrekenen
  
 186                 =    ..........           
NOTEER & LEER
m3kg
dm3kg

Slide 22 - Slide

Voorbeeld
Laat zien dat:     7,5 kg / m3 = 0,0075 g / cm3
NOTEER & LEER

Slide 23 - Slide

Eenheden van dichtheid omrekenen
  
 7,5                 =    ..........           
NOTEER & LEER
m3kg
cm3g

Slide 24 - Slide

H1.1  opgave 9 b en d

Slide 25 - Slide

eigen werk
Maak alle opgaven op de voorkant van het stencil
timer
15:00

Slide 26 - Slide

  • wissel het stencil met je buur
  • pak een andere kleur pen/potlood

Slide 27 - Slide

kijk je antwoorden na
timer
2:00

Slide 28 - Slide

kijk je antwoorden na
timer
2:00

Slide 29 - Slide

kijk je antwoorden na
timer
2:00
= 450 
Lmg

Slide 30 - Slide

Wat moet je kennen van H1.1 en H1.2?
Pak een potlood of pen
En boek blz 8.

Slide 31 - Slide

huiswerk voor de volgende les
Check in het leerstofoverzicht op blz 56 of je van H1.1 en H1.2 alle blauwe begrippen aan jezelf kan uitleggen.

Let op: Je mag in het overzicht bij H1.1 de volgende begrippen doorstrepen (de betekenis hoef je dus niet te kennen): composiet, grondstoffen, hernieuwbaar, materiaaleigenschappen, natuurlijke materialen. 

Slide 32 - Slide