What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Quiz H2a (t/m 2.2)
Hoeveel symmetrieassen heeft een vierkant?
A
2
B
1
C
4
D
6
1 / 39
next
Slide 1:
Quiz
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
This lesson contains
39 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoeveel symmetrieassen heeft een vierkant?
A
2
B
1
C
4
D
6
Slide 1 - Quiz
Hoeveel symmetrieassen heeft een rechthoek?
A
2
B
1
C
4
D
6
Slide 2 - Quiz
Wat geven de pijlen aan in de tekening?
A
even lang
B
even groot
C
de richting
D
evenwijdigheid
Slide 3 - Quiz
Wat voor soort hoek is dit?
A
stompe hoek
B
rechte hoek
C
scherpe hoek
D
gestrekte hoek
Slide 4 - Quiz
Een hoek kleiner dan 90 graden is een .................
A
stompe hoek
B
gestrekte hoek
C
inspringende hoek
D
scherpe hoek
Slide 5 - Quiz
Een hoek groter dan 90 graden en kleiner dan 180 graden is een .................
A
stompe hoek
B
gestrekte hoek
C
inspringende hoek
D
scherpe hoek
Slide 6 - Quiz
Hoeveel graden is een rechte hoek?
A
180 graden
B
90 graden
C
60 graden
D
45 graden
Slide 7 - Quiz
Hoeveel graden is een volle hoek?
A
180 graden
B
90 graden
C
360 graden
D
45 graden
Slide 8 - Quiz
Hoeveel graden is een gestrekte hoek?
A
180 graden
B
90 graden
C
360 graden
Slide 9 - Quiz
Een driehoek waarvan 2 zijden even lang zijn noemen we een......
A
gelijkzijdige driehoek
B
een rechthoekige driehoek
C
een gelijkbenige driehoek
Slide 10 - Quiz
Hoeveel symmetrieassen heeft dit figuur?
A
1
B
2
C
3
Slide 11 - Quiz
BEWERING
Een gelijkzijdige driehoek heeft 1 symmetrieas.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 12 - Quiz
Deze blauwe lijnen noemen we.......
A
snijdende lijnen
B
evenwijdige lijnen
C
kruisende lijnen
D
scheve lijnen
Slide 13 - Quiz
Hoeveel graden is hoek A?
A
90 graden
B
360 graden
C
180 graden
Slide 14 - Quiz
Hoe heet deze driehoek?
A
gewone driehoek
B
rechthoekige driehoek
C
gelijkbenige driehoek
D
gelijkzijdige driehoek
Slide 15 - Quiz
A
rechthoekige gelijkbenige driehoek
B
rechthoekige driehoek
C
gelijkzijdige driehoek
D
gelijkbenige driehoek
Slide 16 - Quiz
Wat is de hoekensom van KLM?
A
900 graden
B
540 graden
C
360 graden
D
180 graden
Slide 17 - Quiz
Hoeveel graden is hoek C als hoek A 100 graden is en hoek B 50 graden is?
A
50 graden
B
30 graden
C
80 graden
Slide 18 - Quiz
In een gelijkbenige driehoek is de tophoek 30 graden. De basishoeken zijn even groot. Hoe groot is de basishoek?
A
180 - 30 = 150
B
(180-30) : 2= 75
C
180 - 30 - 30 = 120
D
(180 -30 -30) : 2 = 60
Slide 19 - Quiz
Hoe heet dit figuur?
A
ruit
B
vierkant
C
vlieger
D
trapezium
Slide 20 - Quiz
Bewering: in een vlieger zijn de zijden 2 aan 2 even lang
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quiz
In vierhoek ABCD is hoek A is 120 graden
hoek B is 100 graden en hoek C is 40 graden
Hoe groot is hoek D?
A
20 graden
B
360 graden
C
180 graden
D
100 graden
Slide 22 - Quiz
Welk soort trapezium zie je hiernaast?
A
Gewoon trapezium
B
Gelijkbenig trapezium
C
Rechthoekig trapezium
Slide 23 - Quiz
Wat is hetzelfde
als 'lijnsymmetrie'
A
vouwsymmetrie
B
spiegelsymmetrie
C
schuifsymmetrie
D
draaisymmetrie
Slide 24 - Quiz
Is hier sprake van
lijn- of draaisymmetrie ?
A
alleen lijnsymmetrie
B
beide
C
alleen draaisymmetrie
Slide 25 - Quiz
Dit figuur is draaisymmetrisch.
Wat is de kleinste draaihoek?
A
3 graden
B
180 graden
C
60 graden
D
120 graden
Slide 26 - Quiz
Hoeveel symmetrie assen kun je hier tekenen?
A
0
B
4
C
8
D
12
Slide 27 - Quiz
Heeft een parallellogram een symmetrie-as?
A
Ja
B
Nee
Slide 28 - Quiz
Als je 1 zijde hebt en 1 hoek kun je dan een driehoek tekenen?
A
Ja
B
Nee
Slide 29 - Quiz
Hieronder worden vierhoeken genoemd.
Welke van deze vierhoeken is lijnsymmetrisch èn draaisymmetrisch ?
A
een vlieger
B
een parallellogram
C
een ruit
D
alle vierhoeken
Slide 30 - Quiz
Bereken hoek Q in vierhoek PQRS?
A
180 graden
B
60 graden
C
360 graden
D
100 graden
Slide 31 - Quiz
Welke eigenschappen
heeft deze figuur?
A
Geen symmetrie.
B
Alleen lijnsymmetrie.
C
Alleen draaisymmetrie.
D
Lijnsymmetrie en draaisymmetrie.
Slide 32 - Quiz
Wat is de kleinste draaihoek?
A
120 graden
B
60 graden
C
72 graden
D
30 graden
Slide 33 - Quiz
Wat is de kleinste draaihoek?
A
45
B
90
C
180
D
360
Slide 34 - Quiz
Hoe noem je
en
∠
E
1
∠
E
3
A
binnen hoeken
B
verwisselende hoeken
C
overeenkomstige hoeken
D
overstaande hoeken
Slide 35 - Quiz
symmetrisch
niet symmetrisch
Slide 36 - Drag question
Hoeveel symmetrie-assen heeft dit figuur denken jullie?
A
1
B
3
C
4
D
6
Slide 37 - Quiz
Wat is hetzelfde
als 'lijnsymmetrie'
A
Vouwsymmetrie
B
Spiegelsymmetrie
C
Schuifsymmetrie
D
Draaisymmetrie
Slide 38 - Quiz
Hoeveel symmetrie assen heeft dit figuur?
A
2
B
4
C
6
D
8
Slide 39 - Quiz
More lessons like this
M2 H1 Vlakke figuren
September 2020
- Lesson with
37 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
Herhalen 13.1 t/m 13.4
June 2023
- Lesson with
32 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Les 3 4B 15-9-2020
September 2020
- Lesson with
17 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
H13 13.3 Driehoeken 22 juni
June 2023
- Lesson with
52 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
week 3
May 2019
- Lesson with
16 slides
Wiskunde
Middelbare school
H13 Test jezelf Deel 1
May 2023
- Lesson with
22 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Doelen 11 t/m 14
September 2023
- Lesson with
38 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
H13 Vlakke figuren
June 2024
- Lesson with
49 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 1