verkeersborden

Verkeersborden
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NT2BasisschoolGroep 6

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verkeersborden

Slide 1 - Slide

timer
1:00
Welke soorten verkeersborden ken je?

Slide 2 - Mind map

de verkeersborden


Verkeersborden hebben niet zomaar een kleur en een vorm. Aan de vorm én de kleur én het teken zie je wat het bord betekent. Er zijn vijf verschillende soorten verkeersborden:


   

Slide 3 - Slide

verbodsborden
Verbod is iets wat je niet mag doen.

Je mag hier niet.......

vorm: rond
kleur: wit met rode rand

Slide 4 - Slide


A
Huppelen is niet toegestaan
B
Je mag hier niet alleen over straat
C
Kijk uit voor gevaarlijke mannen
D
Je mag hier niet lopen

Slide 5 - Quiz

gebodsborden
Gebod is iets wat je moet doen!

Je moet hier.....

vorm: rond
kleur: blauw met witte tekens



Slide 6 - Slide


A
Je moet hier lopen (voetpad)
B
Je moet hier met een volwassene lopen
C
Je moet hier hand in hand lopen

Slide 7 - Quiz

Informatieborden
  • vierkant of rechthoekige vorm
  • blauw
  • wat daar te zien is, zie je aan het teken van het bord
  • Kijk, hier is......

Slide 8 - Slide


A
.Hier mag je niet spelen.
B
Dit is een woonerf
C
Je verlaat het woonerf.
D
Je verlaat de woonplaats.

Slide 9 - Quiz

Waarschuwingsborden
 'Pas op ....' borden

vorm: driehoek met punt naar boven
kleur: wit met rode rand
In het bord zwarte tekens die de waarschuwing aangeven.

Slide 10 - Slide


A
Pas op, hier is een blaastest.
B
Pas op, kans op zijwind.
C
Pas op, kans op laagvliegende vliegtuigen.
D
Pas op, u nadert een brug, dus kans op wind.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide


A
Je mag hier niet op een paard zitten
B
Het ruiterpad houdt hier op.

Slide 17 - Quiz


A
Je moet hier de richting van de pijlen volgen.
B
Je moet hier draaien
C
Je moet hier omkeren
D
Kijk hier is een rotonde

Slide 18 - Quiz


A
Je mag hier niet parkeren
B
Je mag hier niet stil staan.
C
Je mag hier niet autorijden
D
Je mag hier niet inhalen

Slide 19 - Quiz


A
Je moet hier links of rechtsaf als je fietst.
B
Je moet hier links afslaan als je fietst.
C
Je moet hier rechts afslaan als je fietst.
D
Je moet hier rechtdoor als je fietst.

Slide 20 - Quiz


A
Je mag hier niet aan twee kanten rijden
B
Je mag hier niet links rijden.
C
Je mag hier niet verder als er tegemoetkomend verkeer is
D
Je mag hier niet rechts rijden.

Slide 21 - Quiz


A
Hier is een fietsenstalling.
B
Fietsers en brommers mogen op de weg.
C
Je moet hier fietsen. Bromfietsen mogen hier ook rijden.
D
Je moet hier naar links met je fiets of brommer.

Slide 22 - Quiz


A
De auto heeft voorrang
B
De fietser heeft voorrang

Slide 23 - Quiz


A
Sarah heeft voorrang
B
Josie heeft voorrang

Slide 24 - Quiz

Huiswerk (inleveren dinsdag 8 nov)
1. Zoek twee verschillende soorten verkeersborden.
a.  Maak van beide borden een foto.
b. Zoek (op internet) de exacte betekenis van het bord op.
2. Welk verkeersbord zou jij (in de straat) willen hebben? 
     Ontwerp het juiste type bord. 
3. Neem mee naar school: 
    De 2 (uitgeprinte) foto 's met uitleg. 
    Je tekening van je eigen ontworpen bord.

Slide 25 - Slide