H1 Les 6 Economie Havo3

1 / 37
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Huiswerk
- Maken H1.6 vraag 1defg, 2, 3bc, 4, 5, 6 
(vanaf blz 34)
- Lezen samenvatting H1 (blz 42)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Huiswerk vorige les

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Vraag 8 (blz 27)
Storten
op spaar-
rekening
krant is even
duur als 8
stroopwafels
met euro's
overhemden
kopen
oppot
functie
reken
functie 
ruil
functie

Slide 10 - Drag question

Vraag 9a, 1 paar schoenen = 30 broden
1 scooter = 30 paar schoenen, 1 worst = half brood
Hoeveel worsten betaalt hij voor 1 scooter?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Vraag 9 b, c, d

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

10. Isaak haalt 25 euro uit de geldautomaat.
Hierdoor is zijn hoeveelheid geld:
A
chartaal afgenomen, giraal afgenomen
B
chartaal afgenomen, giraal toegenomen
C
chartaal toegenomen, giraal afgenomen
D
chartaal toegenomen, giraal toegenomen

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Hoeveel is 5 % van 100

Slide 18 - Open question

Hoeveel is 72 % van 100

Slide 19 - Open question

Hoeveel is 1 % van 200

Slide 20 - Open question

Hoeveel is 5 % van 200

Slide 21 - Open question

Hoeveel is 72 % van 200

Slide 22 - Open question

Het was eerst 100 en nu 102.
Hoeveel % is erbij gekomen?

Slide 23 - Open question

Het was eerst 200 en nu 220.
Hoeveel % is erbij gekomen?

Slide 24 - Open question

Miljoenennota: Minimumloon stijgt 10%

Slide 25 - Slide

Het loon was 3,38 en stijgt 10%.
Wat wordt het nieuw loon?

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

vraag 1 (blz 34) hoeveel % is het loon veranderd?
a 70 euro loon
   7 euro opslag
b eerst 820 euro
    loon
    Nu 850 euro 
c  eerst 340
    euro loon
    Nu 280 euro
 10 %
17,6 %
3,7 %

Slide 31 - Drag question

Vraag 1 (blz 34)
1 a 1% = € 70 / 100 = € 0,70
  € 7 / € 0,70 = 10%
 b 1% = € 820 / 100 = € 8,20
  € 30 / € 8,20 = 3,7%
 c 1% = € 340 / 100 = € 3,40
  € 60 / € 3,40 = –17,6%

Vraag 1 (blz 34)

a 1% = € 70 / 100 = € 0,70
  € 7 / € 0,70 = 10%

 b 1% = € 820 / 100 = € 8,20
  € 30 / € 8,20 = 3,7%

 c 1% = € 340 / 100 = € 3,40
   60 / 3,40 = - 17,6 %


Slide 32 - Slide

Vraag 3a (blz 34)

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide