V3a Taalverzorging 1+2 , Hoe hoort het en Spellingcontrole

1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Huiswerkopdrachten bespreken
  3. Taalverzorging 2 Spellingcontrole
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Slide

10 minuten lezen

Slide 3 - Slide

Doel: Je leert waarom er regels voor spelling zijn afgesproken.

Slide 4 - Slide

We lezen samen de tekst op pagina 34-35 van je boek

  • Correct spellen: hoe doe je dat?
  • Etymologie en analogie
  • Een lang proces naar één officiële spelling
  • Welke ‘autoriteiten’ kun je gebruiken?
  • Discussie over spelling

Slide 5 - Slide

Welke informatie geeft een woordenlijst NIET?
A
grammaticale categorieën
B
de spelling van woorden
C
lidwoorden
D
verbuigingen

Slide 6 - Quiz

In welk naslagwerk kun je het beste zoeken als je wilt weten wanneer je een tussen-n schrijft en wanneer niet?
A
woordenboeken
B
handboeken spelling en stijl
C
woordenlijsten

Slide 7 - Quiz

Waarom is goed toepassen van spellingsregels zo belangrijk?
A
Omdat het dom is om spellingsfouten te maken.
B
Omdat dat nou eenmaal hoort.
C
Omdat niet alle apps (zoals Word) een spellingscontrole hebben.
D
Omdat het nodig is om in de maatschappij goed te kunnen functioneren.

Slide 8 - Quiz

6.Speelt bij de spelling van het volgende woord etymologie of analogie een rol?
w in erwt
A
etymologie
B
analogie

Slide 9 - Quiz

Speelt bij de spelling van het volgende woord etymologie of analogie een rol?
h in thema
A
etymologie
B
analogie

Slide 10 - Quiz

Speelt bij de spelling van het volgende woord etymologie of analogie een rol?
d in avond
A
etymologie
B
analogie

Slide 11 - Quiz

Speelt bij de spelling van het volgende woord etymologie of analogie een rol?
b in ambtenaar
A
etymologie
B
analogie

Slide 12 - Quiz

Speelt bij de spelling van het volgende woord etymologie of analogie een rol?
b in rib
A
etymologie
B
analogie

Slide 13 - Quiz

Speelt bij de spelling van het volgende woord etymologie of analogie een rol?
c in carpe diem
A
etymologie
B
analogie

Slide 14 - Quiz

In het Nederlands bestaan woorden die precies hetzelfde worden uitgesproken, maar anders worden geschreven en een andere betekenis hebben, bijvoorbeeld: ijken-eiken, rijzen-reizen, stijl-steil. Bedenk nog zo een woordpaar.

Slide 15 - Mind map

7.Welk naslagwerk moet je gebruiken als je wilt weten wat deze woorden betekenen?
A
woordenboeken
B
handboeken spelling en stijl
C
woordenlijsten

Slide 16 - Quiz

Speelt bij de spelling van dit soort woordparen etymologie of analogie een rol?
A
etymologie
B
analogie

Slide 17 - Quiz

In 2005 verweten de makers van het Witte Boekje hun collega's van het Groene Boekje dat het consequent toepassen van regels tot onlogische vormen leidde. Welke spellingsregel vind jij onlogisch? Gebruik voorbeelden en leg je antwoord uit.

Slide 18 - Mind map

De spelling van het woord 'allebei' is via een zoekmachine te vinden. Geldt dat ook voor het woord 'gebeurt/gebeurd'? Leg je antwoord uit.

Slide 19 - Mind map

Opdracht 10 nakijken
De voorstellen vormden een te grote breuk met de traditie, de verandering zou te abrupt zijn.

Slide 20 - Slide

Opdracht 12 nakijken
a Bijvoorbeeld: woorden die met een d worden geschreven, maar waar je een t uitspreekt. Of in open klanken wordt één klinker geschreven, maar een lange uitgesproken. Of ij (als u) en e (als u).
b Bijvoorbeeld: klinkers (a uitgesproken als e), ea (soms als ie, soms als è), medeklinkers niet uitgesproken (crown, sword, why, who), etc.
c De uitspraak is veranderd, maar de spelling is juist veelal hetzelfde gebleven.

Slide 21 - Slide

Doel: Je leert hoe je de spellingcontrole in een tekstverwerkingsprogramma gebruikt.​

Slide 22 - Slide

Waarom zou je moeten leren hoe de spellingscontrole in een tekstverwerkingsprogramma (Word, Google Docs) gebruikt?

Slide 23 - Mind map

 Spellingcontrole
  •  Hulpmiddel​
  •  Context​
  •  Onterecht fout

Slide 24 - Slide

Extra opletten bij
  • Woorden die op elkaar lijken​
  • Werkwoordsvormen​
  • Samenstellingen​

Slide 25 - Slide

Alleen op woordniveau, pas dus ook op voor foute formuleringen

  • Verkeerd verwijswoord​
  • Incongruentie​
  • Verhaspelingen​

Slide 26 - Slide

Is het onderstreepte woord juist gespeld? Zo niet, verbeter en geef aan waar het misgaat (verwijswoord, werkwoordsvorm, woorden die op elkaar lijken, samenstelling).
Beppie was erg blij met haar grote ingelijste foto van al haar kleinkinderen.

Slide 27 - Open question

Is het onderstreepte woord juist gespeld? Zo niet, verbeter en geef aan waar het misgaat (verwijswoord, werkwoordsvorm, woorden die op elkaar lijken, samenstelling).
Zij is de persoon waarmee ik wil trouwen.

Slide 28 - Open question

Is het onderstreepte woord juist gespeld? Zo niet, verbeter en geef aan waar het misgaat (verwijswoord, werkwoordsvorm, woorden die op elkaar lijken, samenstelling).
In het Middellandse Zeegebied heerst een aangenaam klimaat.

Slide 29 - Open question

Is het onderstreepte woord juist gespeld? Zo niet, verbeter en geef aan waar het misgaat (verwijswoord, werkwoordsvorm, woorden die op elkaar lijken, samenstelling).
Als directeur sta ik hoogst persoonlijk garant voor de kwaliteit.

Slide 30 - Open question

Is het onderstreepte woord juist gespeld? Zo niet, verbeter en geef aan waar het misgaat (verwijswoord, werkwoordsvorm, woorden die op elkaar lijken, samenstelling).
Het land wordt al dagen geteisterd door niet aflatende regenbuien.

Slide 31 - Open question

Is het onderstreepte woord juist gespeld? Zo niet, verbeter en geef aan waar het misgaat (verwijswoord, werkwoordsvorm, woorden die op elkaar lijken, samenstelling).
Bij het diagnosticeren van psychische stoornissen is de DSM-5 lijdend

Slide 32 - Open question

Welke uitdrukkingen zijn hier verhaspelt?
Simone lijkt ontzettend op haar vader; de appel valt niet ver van de peer.

Slide 33 - Open question

Welke uitdrukkingen zijn hier verhaspelt?
Ik lette echt goed op, maar er was geen speld vast te knopen aan zijn verhaal.

Slide 34 - Open question

Welke uitdrukkingen zijn hier verhaspelt?
Je moet het in ieder geval proberen, want wie niet schiet wie niet raakt.

Slide 35 - Open question

Welke fout wordt hier gemaakt en waarom herkent de spellingcontrole het niet als fout?
Zeg, hoe oud word je vader eigenlijk dit jaar?

Slide 36 - Open question

Welke fout wordt hier gemaakt en waarom herkent de spellingcontrole het niet als fout?
Autobedrijf Janssen: de grootste in personen en bedrijfswagens.

Slide 37 - Open question

Welke fout wordt hier gemaakt en waarom herkent de spellingcontrole het niet als fout?
Het schijnt morgen weer te ontdooien.

Slide 38 - Open question


Waar moet je goed op letten als je een spellingcontrole in bijvoorbeeld Word gebruikt?
Lesdoelcheck! 

Slide 39 - Open question

Huiswerkopdrachten maken
  • Maak opdracht 3, 4, 5 en 9 op pagina 40-41 van je boek. 
  • Je krijgt de rest van de les de tijd.
  • Je mag gebruikmaken van internet.
  • Je mag zachtjes overleggen met je buur.
  • Deze opdrachten zijn huiswerk voor volgende les.
  • Klaar? Ga nog even in je leesboek lezen. 

Slide 40 - Slide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: maandag 14 oktober
  • Huiswerk: maken opdr. 3, 4, 5 en 9 (p. 40-41) + leren p. 34-35 en 38-39
  • Meenemen: LAPTOP, boek, leesboek, schrift en pen
  • Programma: taalverzorging 3

Slide 41 - Slide