unit 1

Good luck !
1 / 42
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Good luck !

Slide 1 - Slide

pronouns

Slide 2 - Slide

Personal Pronouns
I
You
She
We
You
They
He
It
Jij/je
Wij/we
Zij/ze
Ik
Jullie
Hij
Zij
Het

Slide 3 - Drag question

Wat zijn personal pronouns?
A
Voornaamwoorden
B
Zelfstandig naamwoorden
C
Lidwoorden
D
Voorzetsels

Slide 4 - Quiz

Maak deze zin af:
Personal pronouns...
A
vertellen iets over de uitspraak van woorden
B
verwijzen naar mensen dieren of dingen
C
verwijzen nooit naar dieren of dingen
D
gebruik je om bezit aan te geven

Slide 5 - Quiz

Personal pronouns

(Jullie) are young.
A
He
B
It
C
You
D
They

Slide 6 - Quiz

Personal pronouns

(ik) _____ am young.
A
I
B
You
C
He
D
They

Slide 7 - Quiz

personal pronoun:
... is cold outside.
A
He
B
We
C
She
D
It

Slide 8 - Quiz

I understand the personal pronouns
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

To be
''zijn''

Slide 10 - Slide

EEN VORM VAN TO BE 
GEEN VORM VAN TO BE
I am
They have
He is
We were
We do
You are
She has

Slide 11 - Drag question

De vormen van 'to be'. Hoe zat het ook alweer? 
Sleep het persoonlijke voornaamwoord naar de juiste vorm van 'to be'. 
am
are
is
I
you
you(mv)
he
she
they
we
it

Slide 12 - Drag question

(You / to be) okay?

Slide 13 - Open question

Maak de ontkenning met 'to be':
She ...... (to be) happy.

Slide 14 - Open question


I.........happy to be here.(to be)
timer
0:20

Slide 15 - Open question

Maak de ontkenning met 'to be'.
John and I ..... (to be) a couple.

Slide 16 - Open question

write a negative 'to be':
(-) they ...... (to be) very helpful.

Slide 17 - Open question

I can use ''to be'' correctly in a sentence.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

numbers

Slide 19 - Slide

22

Slide 20 - Open question

16

Slide 21 - Open question

28

Slide 22 - Open question

2

Slide 23 - Open question

4

Slide 24 - Open question


15

Slide 25 - Open question

11

Slide 26 - Open question

I can write the numbers 0-30 in English
yes
a little bit
no

Slide 27 - Poll

words

Slide 28 - Slide

gebouw

Slide 29 - Open question

klasgenoot

Slide 30 - Open question

vak

Slide 31 - Open question

verpleegster

Slide 32 - Open question

verhaal

Slide 33 - Open question

slim

Slide 34 - Open question

kantine

Slide 35 - Open question

Ik ben dertien jaar.

Slide 36 - Open question

Ik heb twee zussen.

Slide 37 - Open question

waar kom je vandaan?

Slide 38 - Open question

Leuk om je te ontmoeten.

Slide 39 - Open question

Hij is erg grappig.

Slide 40 - Open question

I know the words and sentences of unit 1
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll

Done?
check your answers when they are ready.

finish all of unit 1
(grammar, words, phrases)

Slide 42 - Slide